Ik koos ervoor om twee nachten in Konya te blijven, en zo een pauze te nemen van het dagelijkse auto rijden tijdens mijn roadtrip door West-Turkije. Dat bleek een goede keuze: het is een moderne stad waar genoeg te zien en te doen is. Ik liet de auto achter bij mijn hotel, 11 km aan de rand van de stad, en gebruikte de tram om rechtstreeks naar de Aladdin-heuvel te gaan. In het centrum wordt nog flink gebouwd, het lijkt erop dat een hele wijk plaats gaat maken voor blitse winkels en appartementen.

Konya staat op de Voorlopige Lijst voor het Werelderfgoed met de ondertitiel “Een hoofdstad van de Seltsjoekse beschaving”. De focus ligt dus op de Seltsjoekse dynastie (11de-13de eeuw) en zijn architectuur. Ik begon met een bezoek aan twee madrassa’s uit die periode: de İnce Minareli Madrasah (gesloten wegens renovatie, maar met heel mooie gevel) en de indrukwekkende Karatay Madrasah, ook al met een kunstig uit steen gesneden facade. Bij de laatste madrassa kun je wel naar binnen. Het heeft prachtig groenig tegelwerk.

Tussen de bouwputten door liep ik naar de Sirçali Madrasa: ik vond deze ook gesloten (voor renovatie?), maar je kunt door het hek een blik werpen op de binnenplaats met wat tegelwerk. Een andere madrassa, geïntegreerd in het Sahib-i Ata-complex, ligt naast het Archeologisch Museum van Konya.

De monumenten op de top van de Aladdin-heuvel, het logistieke centrum van de stad, stammen ook uit de Seltsjoekse periode. Voor mij zagen ze er een beetje te ‘schoon’ en overdreven gerestaureerd uit. De Aladdin-moskee is blijkbaar het belangrijkste monument, maar ik ging er niet naar binnen omdat een grote schoolklas me net voor was. Je kunt wel zonder beperkingen een binnenplaats oplopen, waar twee gerestaureerde graftombes te zien zijn.

Natuurlijk zijn er ook interessante gebouwen uit andere tijden in Konya, meestal uit het (latere) Ottomaanse Rijk. Er is zelfs een moskee (de Aziziye) met elementen in barok- en rococostijl! Deze ligt in het hart van de oude markt, waar het prettig wandelen is.

Voor de lunch streek ik neer op een terrasje – met de jas aan, want het was maar een graad of 12. Ik bestelde de lokale specialiteit Etli ekmek, een soort heel dunne pizza.

Konya is ook de thuishaven van de Mevlevi-orde, volgelingen van een 13de eeuwse Perzische soefi-mysticus. Bij besluit van Atatürk is zijn mausoleum veranderd in een ‘museum’ – maar tegenwoordig zie je daar weer veel biddende mensen. Het is het drukst bezochte ‘museum’ van Turkije, met jaarlijks ruim 3 miljoen bezoekers. Ook toen ik er was waren er veel lokale dagjesmensen.
Binnen zijn meerdere graftombes te zien. Centraal staat de grote sarcofaag van Mevlana, daaromheen staan meerdere andere van onder andere familieleden van hem. Allen dragen een symbolische tulband.

Turkije koos ook de Mevlevi Sema (de ceremonie uitgevoerd door de wervelende derwisjen) als eerste vermelding op de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed. Ik wou graag een voorstelling zien en werd op het goede spoor gezet door een lokale man die me aansprak in het Mevlana Museum. Ik had het geluk dat er net die middag één gepland stond.
Sinds het einde van Covid worden er twee keer per week (zaterdagavond en zondagmiddag) Sema-ceremonies voor publiek gehouden in het Irfan Cultural Center in Konya. Dit is een intieme zaal, met 200 zitplaatsen en enkele staanplaatsen op het balkon. Voor ‘mijn’ sessie van half drie begonnen ze 45 minuten vooraf met het uitdelen van gratis kaartjes met stoelnummers. Zo kreeg ik een zitje op de derde rij. Het publiek bestond voor 95% uit Turkse bezoekers.

Wat volgde was een volledige religieuze ceremonie die begint met het plaatsen van een rode schapenvacht op de vloer en verder bestaat uit gebed, muziek, poëzie, plechtige groeten aan de sjeik en elkaar, en natuurlijk het wervelen van de derwisjen. Deze beweging heeft enkele strikte regels (het hoofd is bijvoorbeeld een beetje naar het hart gekanteld), maar elke derwisj leek ook zijn persoonlijke stijl te hebben (het is geen gechoreografeerde dansgroep). Een videoscherm aan het balkon toonde uitleg per scène in het Turks en het Engels, wat erg nuttig was. Het optreden duurde een uur en was erg indrukwekkend.
