Wat is het?
Pergamon omvat de ruïnes van een omvangrijke Hellenistische stad, die vanaf 281 voor Christus de hoofdstad was van de Attalid-dynastie die over het westen van Klein-Azië regeerde. De Attaliden werden een bondgenoot van Rome en later werd Pergamon de hoofdstad van de Romeinse provincie Azië. Het stond bekend om zijn fraaie bouwwerken en zijn geneeskrachtige heiligdom, de Asklepion. De fries van het Grote Altaar in Pergamon werd eind 19de eeuw door Duitse archeologen verwijderd en is vanaf 1901 tentoongesteld in het speciaal gebouwde Pergamonmuseum in Berlijn.
Cijfer: 6,5 (De Akropolis en het Asklepion van Pergamon zijn het bezoeken waard. Het is vooral indrukwekkend hoeveel moeite er is gestoken in het afvlakken van de heuveltop om de grootse gebouwen te kunnen bouwen die elke fatsoenlijke stad in de Oudheid nodig had. Toch beklijft er bij mij maar weinig na dit bezoek: het ontbreekt aan iets iconisch – al het mooie bevindt zich waarschijnlijk in het museum in Berlijn.)
Toegang: 200 Turkse lira voor de Akropolis, 180 lira voor de kabelbaan erheen, en nog eens 180 lira voor het Asklepion. In totaal zo’n 27,50 EUR.
Hoeveel tijd: Halve dag
Opvallend: Na overnacht te hebben in Bergama sta ik al op het openingsuur van half 9 bij de kabelbaan naar de Akropolis. Ze moeten zelfs voor mij alleen het ding in werking zetten. Het is een steile klim omhoog en onderweg zie je al de verschillende muren die hier in de Oudheid zijn gebouwd.

Met nog een Turks gezinnetje ben ik de enige bezoeker. Het is fris en regen dreigt, dus ik beperk me tot de hoogtepunten. De bewegwijzering (blauwe stippen op de stenen) en de interpretatieborden zijn een beetje rommelig, dus uiteindelijk dwaal je maar wat rond. Gelukkig mag dat, je kunt overal in en op. Er groeien veel wilde bloemen op het terrein en ook de vogels doen hun best.
Het meest complete gebouw op het boventerrein – na wederopbouw tot aan de jaren negentig – is het Trajaneum. Dit is een tempel uit de Romeinse periode. De Romeinen construeerden een speciaal platform ondersteund door bogen om het gewicht te kunnen dragen.

Vooral het theater profiteert van de grote hoogteverschillen, die een prachtige steile tribune mogelijk maakten. Links ervan ligt de plek waar het ‘Berlijnse’ Pergamon-altaar heeft gestaan. Nu is alleen de fundering nog over, verweerd tot een lage groene heuvel met een paar bomen erop.
Ik ga ook weer met de kabelbaan naar beneden, en pak dan de auto naar de andere kant van de stad waar het Asklepion ligt. Onderweg kom ik nog langs één van de zeven andere werelderfgoedlocaties (de meesten zijn vervallen grafheuvels): de Rode Basiliek.

Het Asklepion ligt op vlak terrein en heeft een lieflijke setting met veel gras en bloemetjes. Ik moet de site dit keer delen met een schoolklas.
Opvallend genoeg zijn de borden met uitleg in het Engels hier een stuk beter dan verderop bij de Akropolis. Zo lees ik over de ‘selectie aan de poort’ – zwangere vrouwen en ongeneeslijk zieken waren niet welkom en werden letterlijk aan de eerste toegangspoort geweerd. Voor de andere zieken had het gezondheidscentrum veel therapieën in de aanbieding, die varieerden van aderlating en heilzame baden tot aan het interpreteren van dromen door priesters.
