Kinabatangan rivier

De Kinabatanganrivier wordt gezien als de beste introductie tot het regenwoud en de dieren van Maleisisch Borneo. Ik verbleef er 3 dagen/2 nachten in de Sukau Rainforest Lodge, één van de vele lodges langs de rivier. Ze zijn erg bedreven in het verwerken van dagelijks nieuwe groepjes toeristen, maar het is wat onpersoonlijk en meer hotel-achtig dan gefocust op de beste natuurbelevenis. Ik miste het enthousiasme van de staf van Gunung Mulu.

Op het terrein van de lodge kun je al beginnnen met dieren spotten. Ik had een huisje helemaal aan het eind van het vlonderpad, dus had vaak de kans om onderweg wat te zien. Een groep mutslangoeren was er dagelijks te vinden. Ook de krabbenetende  makaken zag je elke dag. Er is ook een orang-oetan vrouwtje dat het terrein van de lodge tot haar territorium rekent, maar haar kregen we helaas niet te zien.

Alle tours gaan hier per boot. Ik deelde een boot met 6 tot 8 medereizigers en een gids. Onderweg kom je regelmatig boten tegen van de andere lodges. De boten moeten op een bepaald aantal meters blijven van de dieren die aan de waterkant gezien worden.

Op de eerste middagtocht keken we uit naar olifanten. De ‘Borneodwergolifant’ is één van de dieren die deel uitmaakt van de Borneo Big 5. De andere zijn: de neusaap, de zeekrokodil, de gewone neushoornvogel, en uiteraard de orang-oetan. Volgens de gids zijn olifanten het lastigst te zien van de 5. Het lijkt meer een kwestie van ‘ze zijn er wel of ze zijn er niet’. Deze groep olifanten bivakkeerde al een week in de nabijheid van de lodge, en over het hoofd zien doe je ze zeker niet.

Een andere publiekstrekker is de neusaap. Nou had ik mijn perfecte foto van een mannetje al gemaakt in Bako NP, dus ik was wat minder op ze gefocust dan de andere fotografen in de boot. Hier kwamen we ze elke boottocht wel een keer tegen. We zagen hier veel grotere groepen door de bosschages langs de waterkant springen, ook met vrouwtjes en jongen die een soort wipneus hebben. De mannetjes zijn zo zwaar dat ze bijna door het bladerdek heenzakken. Ook trekken ze graag dreigende gezichten.

Aan het eind van de eerste dag ging ik nog mee op een nachtboottour (van 20-21 uur). We zagen vooral slapende vogels. En we gingen nog even kijken bij de olifanten, die een stuk dichter bij de rivier waren dan overdag.

De volgende ochtend zaten we al om 6 uur weer aan boord. Dit keer voor een wat langere tocht stroomopwaarts en naar een hoefijzermeer. In de meren en aan de waterkant zie je veel ‘onkruid’ – invasieve plantsoorten zoals lelies.

Maar gelukkig zijn er ook veel kalere bomen, waar het makkelijk apen en vogels spotten is. Er zaten veel besjes aan de bomen. Onder de meer opvallende waren deze twee bonte neushoornvogels:

En de bedreigde soenda-ooievaar, waarvan er nog maar zo’n 500 in het wild overleven:

Weer op het vasteland en na het ontbijt deden we nog een korte wandeling over het terrein, met gids. De wandeling werd wel erg kort want een deel van het vlonderpad was afgesloten. Het was eerder kapotgetrapt door olifanten en nog niet gerepareerd. Dit pad is ook een goede plek om de orang-oetan te spotten die hier ‘woont’ – maar we zagen dus niks.

De mooiste boottocht was zonder meer die van de namiddag op de tweede dag. Je vaart dan stroomafwaarts. Dit is ook de beste kans om orang-oetans in het wild te zien. Er zijn hier zelfs touwbruggen gespannen om de beesten van de ene kant van het bos naar de andere kant te laten lopen. Vooral in een zijriviertje was het volop genieten van de vogels die op overhangende takken zaten. Er was een fotograaf die alleen in een bootje vóór ons voer, met een enorme zoomlens, dus we wisten waar op welke tak moesten letten. We hadden hier ook prachtig zicht op een paartje ‘gewone’ neushoornvogels (zie grote foto links).

Op de de ochtend van de derde dag liep ik zelf nog het wandelpad af dat we de dag ervoor met de gids hadden bezocht. En ik zat er een tijd stil op een bankje. Dit natuurlijk voor de allerlaatste kans op een glimp van een wilde orang-oetan. Maar ik zag alleen een neushoornvogel-paartje, een andere soort (geribbelde neushoornvogel) dit keer.

Per boot werden we daarna weer naar Sandakan terug gebracht, een tocht van zo’n 2.5 uur. Je vaart te hard om echt aan sightseeing te doen, maar we stonden toch even stil bij een mooi exemplaar van een krokodil. We hadden ze al wel eerder gezien tijdens de excursies, maar nooit heel goed. Dichter bij de monding van de rivier liggen ze ook wat meer karakteristiek op het strand te zonnen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s