Vóór en na mijn trip naar de Kinabatanganrivier was ik in Sandakan, een havenstad helemaal in het oosten van Sabah. Het was de hoofdstad van het protectoraat Brits Noord-Borneo (1888-1946), en het Brits-koloniale zie je er nog wel in terug.
De eerste middag besteede ik aan een wandeling langs de monumenten. De Sandakan Heritage Trail die langs de weg met informatieborden is aangegeven knoopt 10 bezienswaardigheden aan elkaar, de meeste erg bescheiden. Dit is de oudste moskee (100 jaar oud):

De stad heeft een wat vreemde vibe. Voor het eerst in Maleisië zag ik drugsverslaafden en slecht onderhouden flats in een stadscentrum. Sandakan heeft de bijnaam ‘Little Hongkong’ (naar de vele Maleiers van Chinese komaf), maar de meerderheid van de bevolking bestaat tegenwoordig uit Filippijnen op zoek naar betere economische omstandigheden.
Centraal ligt een groot sportveld annex atlektiekbaan (de Padang in Britse tijd) waar mensen hun rondjes aan het lopen waren. Op een simpel terrasje aan het water en vlakbij de marinebasis at ik een goedkope garnalencurry. In de supermarkt waar ik nog wat te drinken kocht waren de kassameisjes enthousiast dat ik helemaal uit Nederland was gekomen – hoewel veel Borneo tours in Sandakan starten, gaan blijkbaar maar weinig toeristen even de stad in.
Het witte gebouw op de foto hieronder is de voormalige Brits-koloniale bank, het monument ervoor met de rode Rafflesia bloem is het Maleisische onafhankelijkheidsmonument:

De volgende ochtend werd ik opgepikt voor mijn tour, en reden we in een minuut of 40 naar Sepilok. Hier zit het beroemdste opvangcentrum voor orang-oetans, waar ook TV-series zijn opgenomen. Er waren al tientallen andere toeristen aanwezig. Wij gebruikten de ‘fast track’ route (we waren laat omdat we nog moesten wachten op medereizigers). Deze bracht ons eerst naar de nursery, waar de jonge orang-oetans worden bezig gehouden. Je kunt ze van achter (smerig) glas bekijken.
Daarna liepen we over een vlonderpad naar de voederplatforms. Gelukkig zijn die wel in de open lucht. Er kwamen meer orang-oetans opdagen dan in Semenggoh – Sepilok voelt veel meer aan als een wildpark/dierentuin, hoewel de ca. 80 volwassen orang-oetans zich vrij mogen bewegen binnen de grenzen van reservaat.

Naast het park voor de orang-oetans zit een vergelijkbaar park voor honingberen: het Bornean Sun Bear Conservation Centre. Toevallig zag ik hierover een documentaire op TV de avond voor mijn bezoek. Het is gesticht door een Maleisische bioloog en expert op gebied van honingberen. Het centrum is pas sinds 2014 open voor publiek, ze hebben nu 42 beren die zijn gered uit gevangenschap.
De honingberen zitten achter stevige hekken, maar hebben wel bewegingsvrijheid in verschillende zones op het terrein. Ook hier bezoek je ze tijdens de voedertijd, zodat het zeker is dat je er wel een paar zult zien. Je kunt vrij dichtbij komen en ik vond ze fascinerend om te observeren, o.a. hun typische gedrag van het likken van hun klauwen om die scherp te houden.

Na terugkeer van de driedaagse riviertocht had ik nog een middag in de omgeving van Sandakan, voordat mijn vlucht naar Kuala Lumpur vertrok. De reisorganisatie vulde die met twee excursies.
De eerste ging naar het Rainforest Discovery Center. Het klonk een beetje als programma-opvulling, maar het is misschien wel het beste wat er in de omgeving van Sandakan te doen is. Ook dit ligt in de buurt van Sepilok. Het is een stuk regenwoud met wandelpaden en een Skywalk. Deze is ligt op 25 meter hoogte, is vlak en geplaveid (wel wat anders dan het wiebelige ding in Gunung Mulu). Op drie punten op de route kun je via een trap naar nog hogere uitkijkpunten klimmen. Heel soms worden vanaf daar ook wilde orang-oetans gespot.

Het is een bijzonder goede plek om vogels te kijken (340 soorten zijn er geteld). De gids vertelde dat ze hier met de hardcore vogelspottours blijven van 6 tot 11 uur in de ochtend. Wij waren er aan het begin van de middag, zowat de slechtste tijd van de dag. Maar toch wisten we aardig wat vogels te zien, meest kleine zoals deze zwartgele hapvogel.

Tot slot gingen we naar het oorlogsmonument van Sandakan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Brits Borneo bezet door de Japanners. Hier in Sandakan vond een bijzonder tragische episode plaats voor Britse en Australische krijsgevangenen die op een lange dodenmarsen werden gestuurd. Slechts zes van hen overleefden het, meer dan 2000 stierven. Het herdenkingspark hier is gebouwd door de Australische staat.
