Wat is het?
Het Archeologische erfgoed van de Lenggong-vallei omvat de oudste bekende plaats van menselijke activiteit op het Maleisisch schiereiland. Het gebied werd door mensen bewoond tussen 1,83 miljoen en 1700 jaar geleden. Er zijn skeletten, grotschilderingen en paleolithische gereedschapswerkplaatsen gevonden. De belangrijkste vondst is het skelet van Perak Man, 10.000 jaar oud en symbool voor de verspreiding van Homo sapiens tussen Azië en Australië via Zuidoost Azië.
Cijfer: 3 (Er zijn inmiddels elders in de regio (Niah) veel oudere menselijke resten gevonden, er is weinig tot niets te zien, en het geheel wordt erg onprofessioneel beheerd)
Toegang: De entree is gratis. Voor de tour betaalde ik 200 ringgit (40 EUR).
Hoeveel tijd: Een uur.
Opvallend: Dit is een helse site om te bezoeken. Officieel mag het alleen na toestemming en met een gids, maar het opgegeven e-mailadres weert alle e-mails van ‘buiten’. De dag voor mijn geplande bezoek speurde ik het internet opnieuw af en vond de Facebook-site van het Archeologisch Museum. Via Facebook-messenger kon ik uiteindelijk chatten met iemand, die me doorverwees naar een privégids genaamd Shima. Dit was allemaal op een zondagavond en Shima vulde onmiddellijk het formulier in om toegang tot de grotten te regelen.

De volgende ochtend reed ik van George Town naar het Archeologisch Museum van Lenggong. Het werd een stressvolle expeditie, omdat de TouchNGo-kaart die ik van de autoverhuurder had gekregen verlopen bleek te zijn, en dat de enige manier is om tegenwoordig tol te betalen in Maleisië. Er zijn maar weinig plekken waar je een nieuwe kaart kunt kopen en zeker niet langs de snelweg. Dus waagde ik het er maar op en meldde me bij het meest linkse poortje van het eerste tolstation. Na enige tijd wachten verscheen er toch nog een mens achter het raam, die zijn hoofd schudde om deze domme buitenlander maar me wel een tijdelijk kaartje gaf.
Het archeologisch museum van Lenggong is al jaren gesloten wegens renovatie, maar het goede nieuws nu is dat de parkeerplaats en toiletten in gebruik zijn en dat de tijdelijke tentoonstelling is verhuisd naar het museumgebouw. De toegang is gratis, ze registreren je aankomst in een bezoekersboek. Er waren ook nog enkele andere bezoekers aanwezig.

De tentoonstelling heeft een video over de site, het UNESCO-inscriptiecertificaat en een replica van de overblijfselen van Perak Man. Het museum lijkt bijna klaar om te heropenen – maar ze wachten op de originele overblijfselen van Perak Man, die nog steeds in het Nationaal Museum van Kuala Lumpur zijn opgeslagen (maar daar niet worden tentoongesteld).
Ik had hier bij het museum afgesproken met mijn gids Shima. De toeristische focus van Lenggong lijkt vooral te liggen op zijn status als Geopark vanwege zijn talrijke rotsen en grotten. Het is nog steeds een zeer landelijk gebied met veel traditionele houten huizen.

De gids bood me een rondleiding van een uur aan langs vijf grotten, waarvan er maar één archeologische betekenis heeft: de Kajang-grot. We reden erheen, parkeerden voor de ingang en ontmoetten direct andere toeristen. Ze wisten (uiteraard) niet dat je toestemming nodig hebt om te bezoeken, en het staat ook niet aangegeven bij de grot zelf. Je loopt er ook zo naar binnen, de grot is niet diep.
Dit is slechts één van de voorbeelden van het ‘wanbeheer’ van dit werelderfgoed. Het ontbreekt in ieder geval aan communicatie en marketing, maar de gesprekken met Shima maakten me ook niet veel hoopvoller over de conservatie.

In de Kajang-grot zijn twee vrouwelijke skeletten ontdekt, die dateren van 3000 jaar na elkaar, één uit het paleolithicum en één uit het neolithicum. De grot – die nog steeds een aanzienlijke populatie vleermuizen heeft – werd gebruikt voor guano-mijnbouw totdat lokale mensen deze overblijfselen tegenkwamen. Ook zijn er tal van schelpen van weekdieren gevonden, die worden beschouwd als vroege voedselresten.
Je kunt staan waar de skeletten zijn gevonden (althans waar de gids me vertelde dat het was, zie foto hieronder), het is niet afgeschermd.

Vanaf de achterkant van de grote Kajang-grot bezochten we de andere vier (natuurlijke) grotten via een vlonderpad. Dit was een welkome aanvulling, anders zou ons bezoek niet langer dan 10 minuten hebben geduurd! Eén van de grotten kun je alleen in door via een touw omhoog te klimmen – dat liet Shima graag aan zich voorbij gaan en ik ook. Wel kwamen er een paar lokale jongens van die kant naar beneden zeilen.
