Phu Phra Bat is Thailand’s werelderfgoednominatie voor 2024. Het staat bekend om zijn door de natuur vreemd gestapelde rotsen, maar het wordt een culturele nominatie: gericht op wat de mensen, die het spirituele betekenis gaven, hier sinds de prehistorie hebben nagelaten.
Ik bezocht het historisch park op een middag vanuit Udon Thani, met een taxichauffeur die ik via Grab gecharterd had. Met het openbaar vervoer is het niet te bereiken. De oudere chauffeur (hij was 4x in de Keukenhof geweest meldde hij me!) bleef lekker in de airco van de auto, en ik ging – na het betalen van 100 Baht (2,75 EUR) entree – in de bloedhitte op pad. Met wit-rode pijltjes is de wandelroute over de rotsen en door de droge bossen subtiel aangegeven.

Je loopt van cluster tot cluster, maar je hebt vooraf eigenlijk geen idee wat te verwachten of waar naar te kijken. Bij de belangrijkste clusters staan trouwens wel bordjes met uitleg. Onder elk precair balancerend rotsblok is een soort schuilplaats / zitbank uitgehouwen, zodat het geschikt werd voor menselijk gebruik. Vaak is de aanpassing van de natuurlijke vorm maar heel minimaal.
In de prehistorie kwamen mensen hier om uit te rusten tijdens de jacht. Later werd het vooral voor religieuze ceremonies gebruikt.

Hor Nang U-sa (zie grote foto links) is een rotsformatie die is ‘omgebouwd’ tot een soort uitkijktoren. Met z’n basis van 10 meter plus nog een rotsblok van 5×7 meter er bovenop is het de meest imposante en meest gefotografeerde structuur van Phu Phra Bat.
Op het terrein is ook wat rotskunst te vinden, de beste bij Tham Khon: afbeeldingen van mensen en ossen, zo’n 2000-3000 jaar oud. Het is niet erg spectaculair in vergelijking met rotstekeningen elders ter wereld.

Het heiligste maar ook het meest recente deel ligt op het verste punt van mijn wandelroute – hier is het boeddhistisch. Er zijn twee symbolische voetprinten van Boeddha te zien, waarnaar de site ook vernoemd is (Pu Phra Bat betekent: de Heuvel van Boeddha’s Voetafdrukken). Het vroegste boeddhistisch gebruikt stamt uit de Dvaravati periode (7de-12de eeuw), maar veel van wat je ziet is van later datum en wordt ook nog steeds gebruikt. Wat Look Keoi is zelfs een hele tempel van baksteen die aan de rotswand is toegevoegd.

Uit de boeddhistische traditie stammen ook de ‘sima’ stenen: rechtop staande stenen, die gebruikt worden om de heilige ruimtes af te grenzen. Er staan er nog zes overeind bij Kok Ma Noi:

Phu Phra Bat is in 2016 ook al eens voorgedragen door Thailand als werelderfgoed, maar werd toen terug naar de tekentafel verwezen omdat het onderscheidend vermogen onvoldoende was onderbouwd. Toen was er ook nog sprake van een tweede locatie, Wat Phra Phutthabat Bua Ban, die zich zo’n 15km verderop bevindt in het plaatsje Ban Phue. Hier zijn ook een Boeddha voetafdruk en sima-stenen te zien.
Concluderend vind ik Phu Phra Bat een eigenaardige plek met fotogenieke objecten, maar als geheel niet zo bijzonder als bijvoorbeeld de veel oudere Rotsschuilplaatsen van Bhimbetka waar het nog het meest op lijkt.