Koh Ker is Cambodja’s werelderfgoednominatie voor 2023. Het zal al het achtste werelderfgoed uit de tijd van het voormalige Khmer-rijk worden.
Koh Ker is toch wel een trede minder dan de anderen, zowel qua bezoekerservaring als het artistiek/historische niveau. Het dateert uit een relatief korte periode in de 10de eeuw toen het de hoofdstad was van het Khmer-rijk. Het was een tussenstap (zowel in tijd als locatie) tussen Sambor Prei Kuk en Angkor. De vaardigheden op gebied van watermanagement van de Khmer werden hier verder ontwikkeld.

Het ‘beste’ wat de mensen van Koh Ker produceerden, waren kolossale beelden. Helaas zijn er geen overgebleven op locatie en er zijn ook geen replica’s om te laten zien waar ze zouden hebben gestaan. Deze beelden zijn nu te zien in het Nationaal Museum in Phnom Penh en het Musée Guimet in Parijs.
In Phnom Penh verwelkomt een gigantische Garuda uit Koh Ker alle bezoekers bij de ingang van het museum. Hoewel de fijnere nuances in de Khmer-kunst me ontgaan, vond ik de sculpturen uit Koh Ker in het museum gemakkelijk te onderscheiden omdat ze groot van formaat zijn, gemaakt van zandsteen en minder verfijnd.

Ik bezocht Koh Ker op dezelfde dagtour met auto+chauffeur als Preah Vihear. De sites liggen zo’n twee uur uit elkaar, dus het is een lange dag. Eigenlijk zijn ze allebei het best in de vroege ochtend te bezoeken. Sinds 2020 wordt Koh Ker beheerd door de Angkor Enterprise en hebben ze de toegangsprijs voor buitenlanders verhoogd tot 15 USD.
De archeologische vindplaats van Koh Ker is nogal uitgestrekt en er is een auto nodig om van tempel naar tempel te komen. Het kerngebied staat bekend om zijn getrapte piramide. Hier vind je ook een grote watertank en de resten van paleisgebouwen. De tempels liggen hier grotendeels in puin en worden niet meer gebruikt – de lokale bevolking bidt bij het ‘Tombe van de Witte Olifant’ net buiten de muren aan de achterkant.

De ‘piramide’ (het is eigenlijk een platform waar bovenop een 4 meter hoge linga stond) mag je beklimmen. Er is een gemakkelijke houten trap aan de achterkant. Boven vind je vooral een stapel stenen waarvan het onherkenbaar is wat het ooit voorstelde. Als je vanaf deze hoogte over de omgeving uitkijkt, zie je de vele watertanks die bij het complex horen goed.

Het circuit dat je met de auto rondrijdt heeft verder verschillende linga-schrijnen, met nog steeds grote lingam-beelden: niet voor niets was de oude naam van Koh Ker Lingapura. De Pram-tempel, dicht bij de ingang, heeft een fotogenieke set aan overwoekerde heiligdommen.

Omdat het dichter bij Siem Reap ligt dan bij Preah Vihear, lijkt Koh Ker meer bezoekers te trekken. Er zijn twee restaurants en verschillende souvenirstalletjes bij de piramide. De omgeving is dunbevolkt en de mensen zijn voornamelijk cassaveboeren (je ziet het product langs de weg liggen te drogen).