In 2007 was ik ook al eens in de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh. Ik herinner me van toen vooral dat het er erg druk en heet was. De temperaturen zijn in februari 2023 nog steeds hoog, maar de drukte lijkt minder doordat het verkeer iets geciviliseerder overkomt. Geen massa aan scootertjes meer, maar auto’s, zebrapaden, blindengeleidestroken en verkeerslichten. De stad is ook erg in de hoogte (wolkenkrabbers!) en de breedte uitgedijt.
Nationaal Museum
Ik begin weer met het Nationaal Museum, het ligt vlakbij mijn hotel. Het is een prachtig gebouw uit de Franse tijd, geïnspireerd op Cambodjaanse tempel architectuur. Hoewel het ‘het Nationaal Museum’ heet, is het vooral een archeologisch museum met nadruk op beelden uit het Khmer-rijk. Veel uit Angkor, maar ook andere, oudere steden.
Opgravingen uit Koh Ker hebben mijn bijzondere aandacht vandaag: de Khmer-stad hoopt later dit jaar werelderfgoed te worden. Al bij binnenkomst stuit je op een groot zandstenen beeld van hindoegod Garuda uit Koh Ker. Hoewel het verschil tussen alle stijlen voor de leek moeilijk te zien is, springen ook in de volgende zalen de beelden uit Koh Ker er uit door hun grootte, het gebruik van zandsteen en omdat ze minder verfijnd lijken zijn.

Koninklijk Paleis
Het Koninklijk Paleis ligt om de hoek. Het is een heel groot terrein, maar er is voor toeristen maar één ingang open. Net als in het museum betaal je hier ook 10 dollar entree. Het is er zo tegen 9 uur al behoorlijk druk, met vooral groepen Amerikanen (ook van cruises) en oudere Franse stelletjes met een reisgids in de hand.
Er is maar weinig hier dat beklijft, misschien omdat het er zo nieuw uitziet (het dateert uit de late 19de eeuw). De vele meters lange muurschildering op de binnenmuren van het complex van de Zilveren Pagode vond ik nog het meest interessant.

Boulevards
Ik loop nog wat verder zuidwaarts, op de stoep langs twee brede boulevards en door het Wat Botum Park. Hier staan de grote monumenten van de stad: het Onafhankelijkheidsmonument en een groot standbeeld van Koning Sihanouk bijvoorbeeld.
Opvallend is ook het Cambodjaans-Vietnamees vriendschapsmonument, met drie dramatische beelden in sociaal-realistische stijl. Het is gebouwd als herinnering aan de tijd dat de Vietnamese communisten hun buren bevrijdden van de terreur van de Rode Khmer. Tegenwoordig is Cambodja niet meer communistisch en zijn er af en toe protesten bij het monument.

Choeung Ek Killing Fields
Uit de tijd van de Cambodjaanse genocide in de jaren 1970 bezocht ik eerder al de Tuol Sleng gevangenis. Dit keer kies ik voor de ‘Killing Fields’ van Choeung Ek. Niet omdat ik zo graag gruwelijke dingen bezoek, maar er is gewoon niet zoveel te doen in Phnom Penh. Via Grab (de Aziatische Uber) bestel ik een tuktuk, die me 11 kilometer verderop brengt. Ten tijde van het Rode Khmer regime lag dit buiten de stad, nu reiken de buitenwijken en de Chinese fabrieken en winkelcentra tot vlakbij het terrein.
Bij de 6 USD entree hoort een audiogids, en die vertelt het verhaal en leid je over het terrein. Het was oorspronkelijk een oude Chinese begraafplaats, maar in de jaren 1975-1979 werden dagelijks honderden mensen met bussen aangevoerd vanuit Tuol Sleng waar ze ‘berecht’ waren. Hier aangekomen werden ze meestal meteen gedood (op de meest gruwelijke manieren) en in massagraven gegooid.

Om de één of andere reden had ik een groter terrein verwacht – er waren 1.5-2 miljoen doden. Hier zijn de resten van 8895 slachtoffers gevonden. Maar elke plaats in Cambodja had zijn eigen Killing Fields.
Dit terrein wordt sinds het begin van deze eeuw geëxploiteerd door een Japans bedrijf, dat de opbrengsten van de bezoekers deelt met de Cambodjaanse regering. Over het algemeen is het met zorg en respect gedaan, het verhaal van de audiogids op je koptelefoon is dramatischer dan wat je ter plekke ziet. Tot aan het einde van de rondwandeling het vlonderpad opeens ophoudt en ik ondanks het bordje Please don’t walk on the mass graves toch echt een paar stappen moet zetten in het zand waar de resten van kledingstukken van slachtoffers nog uitsteken.

Centraal op het terrein is als herdenkingsmonument een Boedhistische stupa gebouwd, waarin de schedels van meer dan 5000 slachtoffers worden bewaard. Hier kun je bloemen of wierook achterlaten. Ook vindt hier eens per jaar een grote herdenkingsbijeenkomst plaats.