De grote steden van Brazilië zijn niet bepaald gevuld met dingen die je laten glimlachen. Sao Paulo (12 miljoen) en Rio de Janeiro (6 miljoen) zijn de grootste, en Belo Horizonte – eveneens in het zuidoosten van het land – heeft 2,5 miljoen inwoners. Ik heb ze allemaal bezocht in de laatste week van mijn reis naar Brazilië in 2022. Deze stadscentra laten zien hoe moeilijk het is geweest om de snelle groei van de bevolking bij te houden, met veel hoogbouw, graffiti en daklozen.
Maar de autoriteiten moeten worden geprezen voor het maken van gedurfde keuzes, en er is veel modernistische architectuur. De rooms-katholieke kathedraal van Rio bijvoorbeeld is een brutalistisch gebouw uit de jaren zestig. De piramidevorm is een verwijzing naar de Maya-architectuur.

Je kunt er gratis naar binnen. Het is een open, cirkelvormige ruimte die grotendeels gevuld is met stoelen. Vier 64 meter hoge banen van kleurig glas-in-lood brengen wat licht. Verder opvallend zijn de twee standbeelden aan weerszijden, waaronder deze van de heilige Franciscus.

Rio heeft ook zo zijn geïsoleerde historische attracties, zoals de rijkelijk versierde kerk van het Sao Bento-klooster. Deze bereik je op een wel heel bijzondere manier: via een lift in een modern appartements/kantoorgebouw. Mijn Uber-chauffeur keek me al aan met een blik van “Is dit het?”. Ja hoor, het staat zelfs op de deur. Binnen zit een bewaker, die je doorverwijst naar de lift en de vierde verdieping.

Eenmaal boven sta je weer buiten, op een pleintje dat een oase van rust is boven de binnenstad van Rio. Het hoort bij een nog actief Benedictijns klooster. De kerk ziet er van buiten nog behoorlijk standaard Portugees-koloniaal uit, maar van binnen is het prachtig. Sinds de 17de eeuw is het interieur gevuld met houtsnijwerk en schilderingen in een maniëristische stijl. Er is ook veel bladgoud.

In 2004 bezocht ik al de meer gekende toeristische hoogtepunten van Rio, zoals het Suikerbrood en het Christusbeeld.