Wat is het?
De Atlantische woudreservaten aan de Discovery Coast zijn acht natuurgebieden die de restanten van het Atlantische regenwoud beschermen, waarschijnlijk het meest bedreigde woud ter wereld. Ze bevatten ongeveer 20% van ’s werelds flora, waaronder 627 soorten bedreigde planten. Er zijn geen corridors meer tussen de gebieden, wat heeft geleid tot een ‘archipel van bossen’.
Cijfer: 7 (Het is wat ongrijpbaar, maar ik had er een hele leuke dag. Ik waardeer het ook net een beetje hoger dan de verwante Zuidoostelijke Atlantische woudreservaten. Deze hier zijn wat meer ‘echte’ jungle.)
Toegang: Mijn wandeltour kostte 180 R$ (30 EUR).
Hoeveel tijd: Halve dag.
Opvallend: De Discovery Coast is een van de moeilijkere plekken om te bezoeken in Brazilië. Het is gecentreerd rond de stad Porto Seguro, die niet zo goed verbonden is met de rest van het noordoosten. Het impliceert ook het huren van een auto en het beste deel van de dag om ergens in de buurt van de kernzone te komen en een idee te krijgen waar het over gaat. Dus hoewel het op de oorspronkelijke route van mijn reis naar Brazilië in 2022 stond, liet ik het in de laatste voorbereidingen vallen omdat het gewoon te veel gedoe leek voor een onzekere beloning.
Tot december 2022: reizen in Brazilië bleek een fluitje van een cent, iedereen vliegt gewoon overal heen en mijn eerste huurauto-ervaring was prima. Dus omdat ik wist dat ik een vrije dag had zowel in Sao Paulo als in Rio, ging ik op zoek naar vluchten waarmee ik vanaf daar de Discovery Coast als een dagtrip kon ‘doen’. En ik vond een vlucht met Azul die om 7.30 uur ’s ochtends vertrekt van Rio Santos Dumont naar Porto Seguro en om 9.00 uur aankomt. Als je dan ’s avonds de retourvlucht kiest, heb je voldoende tijd op de grond om naar het bos te kijken!

Ik ging op weg naar Pau Brasil National Park, zo’n 40 km van het vliegveld. De vlucht had helaas een uur vertraging en het ophalen van de huurauto was van een externe locatie, dus ik ging pas om 10.45 uur op pad. Vanaf het vliegveld ga je links af (naar het westen), en slaat na ongeveer 30km af naar het zuiden richting de weg BA-001. Langs die weg vond ik inderdaad een verweerde wegwijzer naar de ingang van het park, bij het plaatsje Vale Verde.
Ik reed de onverharde weg op, maar na een kilometer of zo stond de weg helemaal onder water (het had de afgelopen week veel geregend). Ik zag er geen weg omheen en wist ook nog niet 100% zeker of ik op de goede plek zat. Ik had ook geen idee hoe ver het nog was naar het bezoekerscentrum (zodat ik misschien de auto kon verlaten en lopen). Maar er was geen gsm-ontvangst.
Dus ik zag geen andere mogelijkheid dan de auto te keren en de hoofdweg te ververvolgen, op zoek naar andere mogelijke manieren om binnen te komen (je ziet trouwens de hele tijd de dichte Atlantische bossen aan de horizon). Voorbij de afslag naar Arraial D’Ajuda zag ik een bord met ‘Welkom’ en een openstaande poort naar de ‘RPPN Rio do Brasil Reserva’. Tegen die tijd was ik wel ontvankelijk voor een paar gastvrije Brazilianen.

De RPPN is een privéreservaat, een voormalige cacaoplantage die is aangelegd om de ecologische corridor rond Pau Brasil National Park te verbreden. Het is pas sinds vorig jaar geopend voor bezoekers. Ze bieden begeleide wandelingen en ook kanoën. We kozen voor een wandeling van gemiddeld niveau. Een 4wd safari jeep bracht ons (mijzelf en 2 gidsen) naar een plek dieper in hun reservaat.
De gidsen (die alleen Portugees spreken) hadden me gevraagd wat mijn interesses waren, en na mijn 10 lessen Braziliaans-Portugees Duolingo kon ik “vogels” en “apen” zeggen. De hoofdgids ging in volledige vogelmodus, met een verrekijker, een luidspreker om de vogelgeluiden af te spelen en een laserpen om mij de vogeltjes aan te wijzen. Het gebladerte is hier erg dicht en de vogels zaten vaak in de 10de of 20de laag takken. Dit is verschrikkelijk voor fotografie, omdat er altijd wel een andere boomtak is waarop je camera automatisch scherpstelt.

We zagen ook twee soorten apen meteen bij de start – een witgezichtoeistiti en de andere een minder spectaculaire grijsachtige. De gidsen noemden snel elke planten- of diersoort, maar kenden ze alleen in het Portugees.

De wandeling voelde als een ware jungle-ervaring, met muggen en mieren die ons aanvielen als we stilstonden op zoek naar vogels. Elke keer als we naar de grond of naar elkaars kleren keken, verschenen er spinnen, duizendpoten en insecten. De jungle hier heeft een mix van boomsoorten die endemisch zijn voor het Noordoost-Atlantische Woud en invasieve soorten zoals de vijgenboom en de broodboom (die ook veel voorkomen in de buffergebieden van het Zuidoost-Atlantische Woud).
Maar ik heb wel veel interessante inheemse boomsoorten gezien, zoals een zaailing van de Pau Brazil, de Sucupira waarvan de vrucht lijkt op een kleine keramische beker en geliefd is bij de apen vanwege de zaden die het bevat, en de enorme rode Juruena.

De twee gidsen waren heel aardig en ze leken het net zo leuk te vinden om daar te zijn als ik – we bleven 3,5 uur bezig. Ze deden de grootste moeite om mij de vogels en apen te laten zien, en goede foto’s te laten maken.
