Ottawa

Ottawa is de officiële hoofdstad van Canada. Net als in Australië bijvoorbeeld was dat het resultaat van een compromis, om niet voor één van de concurrerende grote steden te hoeven kiezen (Toronto of Montreal in dit geval). Er wonen nu een kleine miljoen inwoners. Het is de zetel van de federale overheid, hoewel veel ook in de provincies (eigenlijk zijn het meer deelstaten) beslist wordt.

Zeker voor buitenlandse toeristen is de stad niet echt een trekpleister. Maar ja, ik kwam er (bijna) langs op mijn terugweg van Kingston naar Québec. En ik wilde graag het Canadees Nationaal Museum voor Geschiedenis zien, dat aan de overkant van de rivier ligt in Gatineau (Québec). De imposante Alexandra-brug uit 1901 verbindt de twee steden.

Ik heb een zwak voor nationale musea, waar ook ter wereld: het is altijd interessant om te zien hoe een land haar eigen geschiedenis presenteert. Canada doet dit in een ruim bemeten gebouw met weinig oorspronkelijke inhoud – je zou bijna zeggen dat dit representatief is voor Canada als geheel, maar daarmee doe je beide (museum én land) toch te kort.

Ik had vooraf een kaartje gekocht voor het openingsuur van 9 uur, en het was er nog lekker rustig (alhoewel niet al te lang daarna de schoolklassen begonnen binnen te stromen). De geschiedenis wordt chronologisch weergegeven, via een vaste looproute. Het verhaal gaat ongeveer als volgt: “De beschaving begon met de Fransen, de Britten die daarna kwamen vochten steeds met iedereen! En dan nog die Amerikaanse buren!”

Vreemd genoeg is het meeste van de inheemse geschiedenis te zien in een eigen expositieruimte, de First Peoples Hall, weg van de historische looproute. Dit is voor een Europeaan toch het meest exotische deel. Helaas zijn er echt heel weinig originele voorwerpen van historische waarde te zien. Waar elders in de wereld men vaak trots is op de oudste pijlpunt die op het nationale grondgebied gevonden is, ligt de focus in Canada toch vooral op de immigratiegeschiedenis.

Een paar dingen waren toch de moeite waard: vooral onderstaand beeldje van een ijsbeer, gemaakt van walrusivoor. Er is wat kleding (mocassins, jassen) van 19de eeuwse Chiefs. Ook zijn er enkele totempalen verhuisd van elders naar de museumhal.

Na het bezoek aan het museum liet ik mijn auto in de parkeergarage staan, en ging ik te voet de brug over naar Ottawa. Het is maar een kwartiertje lopen en op de brug is er een afgescheiden gedeelte voor voetgangers en fietsers. Je hebt er mooie vergezichten op zowel Ottawa’s Parliament Hill als de brede Ottawa rivier, die een belangrijke handelsrivier was in de begindagen van de Europeanen in wat nu Canada is.

Ottawa zelf blijkt een keurige, schone stad met wat Europees-aandoende gebouwen. Een soort Québec, maar dan net niet. Er zijn wat mensen aan het protesteren tegen het een of ander, en bij de Tim Horton’s in het centrum kom ik vooral daklozen tegen die hier koffie komen halen.

Net voorbij de brug liggen op een prominente plek de sluizen van het Rideau-kanaal, een ander stukje van het werelderfgoed dat ik al eerder deze reis bezocht. Het is een heel steil gedeelte dat hier overbrugd moet worden, je kunt het goed overzien vanaf de straatkant. Als je niet genoeg tijd hebt om het kanaal af te rijden zoals ik deed, is dit zeker representatief genoeg. Hier begint het kanaal, en het kanaal faciliteerde de economische groei van Ottawa.

Dit blijkt ook de plek waar de meeste toeristen in Ottawa rondhangen, want hiermee heb je de bezienswaardigheden wel zo’n beetje gehad. De parlementsgebouwen hoef ik niet zo nodig van dichtbij te zien.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s