#798: Mistaken Point

Wat is het?
Mistaken Point is een 17 kilometer lange kuststrook die bekend staat om de vondst van meer dan 10.000 fossiele resten, die dateren van 580 tot 560 miljoen jaar geleden. Ze tonen de overgang van het leven op aarde van microben naar de voorouders van dieren zoals wij die kennen. Deze wezens met een week lichaam leefden op de diepzeebodem en werden tot in het kleinste detail begraven en bewaard door de instroom van vulkanische as.

Cijfer: 7 (De weg er naar toe en de kennismaking met het Avalon-schiereiland is misschien wel het meest gedenkwaardig. En ook dat de fossielen zo oud zijn en nog vrijwel in hun geheel op hun oorspronkelijke plek te bewonderen.)

Toegang: Alleen met een georganiseerde tour vanuit het Edge of Avalon bezoekerscentrum. Deze kost 23 CAD (17,50 EUR). Ik reserveerde 4 weken van tevoren per e-mail, en kreeg de keuze uit twee tijdsslots op mijn voorkeursdag.

Hoeveel tijd: Zo’n 3,5 uur voor de hele expeditie.

Opvallend: Samen met het nog te bezoeken Red Bay in Labrador is Mistaken Point het lastigst te bereiken werelderfgoed van de 10 in Oost-Canada. Het ligt in een zuidoostelijke uithoek van het eiland Newfoundland en het is alleen te bezoeken met een vooraf te reserveren tour. De dag ervoor ben ik al gaan rijden van Deer Lake in het westen naar St. John’s, de grootste stad in het oosten (dat is 6,5 uur). Vervolgens is het nog 2 uur verder naar het zuiden via de “Irish Loop”, een kustweg over het Avalon-schiereiland langs allerlei dorpjes met Ierse oorsprong.

Ik heb geboekt voor de tour van half 11. Er blijken in totaal zo’n 12 mensen mee te gaan, allen Canadezen. We kunnen eerst wat rondkijken in het bezoekerscentrum, waar ook een interessante video wordt afgespeeld. Daarna gaan we in kolonne met onze auto’s achter de gidsen aan, naar het vertrekpunt van de tour. Onderweg komen we groepen mannen tegen op ATV’s – ze zijn op zoek naar een lokale man die sinds de vorige ochtend verdwenen is. Waarschijnlijk is hij bessen gaan plukken. (N.B.: een dag later hoorde ik op de radio dat hij nog niet gevonden was).

Op een parkeerplaats laten we de auto’s achter. We krijgen een bordje met de tekst “Tour” erop om achter de voorruit te leggen: er wordt gecontroleerd op illegale bezoekers. Daarna gaan we te voet verder richting de fossielen. Het is een 3 kilometer lange wandeling door een veenlandschap. We hebben 2 gidsen mee, waarvan er 1 in opleiding is. Helaas is het gaan regenen, dus we gaan niet al te vaak stilstaan voor een verhaaltje over de omringende natuur. Maar mooi is die zeker wel, met bloeiende planten met bessen.

Het wandelpad is gemakkelijk, en er is zelfs recent een houten bruggetje aangelegd om je over een stroompje water te helpen. Uit een verslag van de wandeling uit 2018 had ik gelezen dat je er via wat stenen over moest springen.

Gelukkig is het opgeklaard als we bij de fossielen zijn aangekomen. Deze zijn het beste te zien op twee vlakke, horizontale rotsblokken aan de kust. Je mag op de rotsen lopen, zolang je maar je schoenen uitdoet en andere spullen zoals rugzak of wandelstok achterlaat. We krijgen een formulier met uitleg, en de gids wijst de belangrijkste aan.

Sommige lijken op blaadjes, of op de varens die je ziet in Joggins. Het zijn echter allemaal kleine organismen zonder schild, botten of andere harde delen.

In vergelijking met Miguasha en Joggins zijn hier relatief weinig fossielen weggehaald. Het komt waarschijnlijk doordat ze zo laat zijn ontdekt (1967) – tot in de jaren ’80 was het gebied onbeschermd en zijn er 200-250 verdwenen naar museumcollecties. Je kunt op een enkele plek nog zien dat er een stukje ontbreekt. Ook valt er wel eens een rotsblok van boven op, te zien aan de beschadigingen.

Door erosie raken ze steeds meer fossielen kwijt, maar in de loop der tijd zijn er ook meer kliffen bijgekomen langs de kust waar nieuwe fossielen zijn gevonden – nu is 17 kilometer lang beschermd.

De wandeling terug mogen we op eigen gelegenheid doen en in eigen tempo. Met een bleek zonnetje erbij geniet je meer van de hele omgeving. Boven de kliffen is een smalle strook veen als bufferzone aangemerkt, om de paar honderd meter staat er een paaltje. Behalve toeristen die op een tour als deze meegaan (zo’n 1000 per jaar), mogen ook lokale mensen met een speciale vergunning het gebied betreden. Ze mogen er jagen en bessen plukken; de bakeapple (kruipbraam, een gele braamsoort) is hier populair om jam van te maken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s