Wat is het?
De Punische stad Kerkuane en haar necropolis laten de stadsplanning en architectuur van de Puniërs zien. De stad werd na haar verwoesting in 255 voor Christus nooit meer opgebouwd en kent dus (in tegenstelling tot Carthago) geen vermenging met latere Romeinse bouw. Te zien zijn: de haven, het stratenplan, woonwijken, pleinen, tempels en de resten van de grote begraafplaats.
Cijfer: 6 (Het is niet spectaculair, maar toch ook weer zonde om over te slaan. Het stratenplan met de contouren van de gebouwen en de voorzieningen is goed te onderscheiden. Aan de restauratie en interpretatie lijkt wat minder geld en aandacht te zijn besteed dan in Carthago of Dougga.)
Toegang: 8 Tunesische dinar (2,80 EUR)
Hoeveel tijd: Een uur.
Opvallend: Kerkuane ligt in het ‘verre’ noordoosten van Tunesië. Ik ging er heen met een huurauto vanuit Bizerte, wat een ‘interessante’ rit van zo’n 200km bleek te zijn. Het gaat langzaam, want je moet talloze dorpen en stadjes doorkruisen en er is veel langzaamrijdend verkeer op de weg, waaronder paardenkarren en kuddes schapen. De talrijke olijfgaarden in het landschap maken veel goed. In de buurt van Erritiba wachtte echter een onaangename verrassing: de weg was om de een of andere reden geblokkeerd, met politie in de buurt en veel toeschouwers. Ik moest een grote omweg maken om uiteindelijk na 5(!) uur in Kerkuane aan te komen.

De archeologische vindplaats heeft een aangename ligging direct aan zee en ik verwelkomde de bries die ermee gepaard gaat. Het kost een uur om het terrein verkennen, er is een rondwandeling uitgezet. Het geheel heeft een beetje meer liefde en aandacht (of meer geld) nodig, omdat verschillende van de opgegraven delen nu overgroeid zijn met onkruid. De informatieborden waren nauwelijks leesbaar.
Onder een beschermende overkapping ligt de kostbaarste schat: het huis van Tanit, met een mini-mozaïek met het teken van de godin Tanit voor de ingang voor geluk.

Er woonden waarschijnlijk nooit meer dan 1200 mensen in Kerkuane. Ze leefden van de visserij en ambachten. De voormalige inwoners lijken verder geobsedeerd te zijn geweest door hun persoonlijke hygiëne, zeker gezien het tijdperk waarin ze leefden. Elk huis had zijn eigen waterput en badkamer. Ook het regenwater werd netjes afgevoerd en verzameld. Dit is een overgroeide riolering:

Er is ook een tweede locatie, een necropolis uit de 6de-3de eeuw voor Christus, op ongeveer 5 km afstand van de hoofdlocatie. Het is een beetje moeilijk te vinden als je niet weet wat je zoekt. Als je met de auto rijdt tot waar Google Maps het heeft gemarkeerd, moet je nog zo’n 20 meter verder bergop over de onverharde weg en dan is er een kapot hek waar je doorheen moet stappen.
Deze grafheuvel heeft helemaal geen beveiliging en lijkt totaal vergeten te zijn. Het staat ver af van de andere werelderfgoedlocaties in Tunesië, die meestal netjes zijn georganiseerd met een parkeerplaats, een kiosk met duidelijk aangegeven prijzen om je kaartje te kopen, vriendelijk en behulpzaam personeel, schone toiletten en een prominent UNESCO-bord.
