Wat is het?
Het Amfitheater van El Djem is het grootste Romeinse monument dat resteert in Afrika. Het werd rond 238 gebouwd voor 35.000 bezoekers in de stad Thysdrus, die rijk geworden was door de handel in olijven. Door zijn complexe, hoogwaardige architectuur gecombineerd met de ligging in een afgelegen provincie, werd het een toonbeeld van Romeinse keizerlijke macht en welvaart.
Cijfer: 7 (Het is een imposant gebouw, met z’n dikke muren en perfecte ovalen vorm.)
Toegang: 12 Tunesische dinar (4 EUR)
Hoeveel tijd: In combinatie met het museum, een uur.
Opvallend: Vier keer per dag is er een rechtstreekse trein tussen Tunis en El Djem. Dat leek me een interessante manier om dit werelderfgoed te bezoeken. Ik kocht een kaartje voor de trein van 8.35 uur, die zou er zo’n 3,5 uur over moeten doen. Het perron stond vol … maar geen trein. De lokale reizigers waren er niet van onder de indruk en gingen op de rand van het aanpalende perron in de schaduw zitten wachten. Uiteindelijk vertrokken we met 1u45 vertraging, wat later op het traject nog opliep tot 2 uur.

De trein is redelijk comfortabel (ik zat eerste klas voor 14,75 dinar / 5 EUR), maar wel verouderd, warm en traag. Bij aankomst in El Djem moesten een lokale man die er ook uit wilde en ik nog snel door de gangen rennen naar een uitgang, omdat de deuren in ons treinstel niet open wilden.
Vanaf het station is het nog een minuut of 10 lopen naar het amfitheater. Ik had ergens gelezen dat het zo groot is dat je het vanaf het station kunt zien liggen, maar ik zag het niet. Pas in de laatste straat doemde het opeens op. Door alle vertragingen was ik er precies op het heetst van de dag, en heet worden kan het hier. Het was dik in de 30 graden, met een nietsontziende zon. Ik begon maar met een rondje te lopen door de galerijen, daar dringt de zon niet door. Bijzonder aan de galerijen is dat ze drie rijen hoog zijn en twee rijen dik. De stenen zijn volgekrast met graffiti, veel recents maar ook al uit de 19de eeuw.

Vanaf de tweede en derde galerij heb je een goed overzicht over het gehele amfitheater. Wat opvalt is dat er nog maar aan één kant treden met zitplaatsen over zijn. Ook is er een gat in de structuur – ontstaan in de 17de eeuw toen het door de Ottomanen werd opgeblazen om het verzet van Berber-rebellen te breken die zich hier verschanst hadden.

Het stadion hier werd in de Romeinse tijd vooral gebruikt voor shows met wilde dieren. Deze werden voordat ze moesten optreden vastgehouden in kooien onder het middenterrein. Dit gedeelte is nog goed bewaard gebleven, en daarmee onderscheidt dit amfitheater zich van bijvoorbeeld het Colosseum in Rome. Ook de leidingen die de dieren van water moest voorzien, zijn nog zichtbaar.

De Romeinse stad bestond natuurlijk uit meer dan alleen een amfitheater. Pas sinds de jaren ’90 zijn hier andere opgravingen gedaan: zo zijn een kleiner amfitheater, baden en een villa met mozaïeken gevonden. De entree tot het mozaëikenmuseum en de villa, ‘Villa Africa’, is inbegrepen in de entreeprijs tot het grote amfitheater. Het ligt er zo’n 700 meter lopen vandaan, aan de rand van het stoffige stadje.
Tunesië staat bekend om zijn mooie mozaïeken, maar helaas heb ik daar nog maar weinig van kunnen zien. Zo is het grote Bardo-museum in Tunis tot het einde van het jaar gesloten vanwege politieke beslommeringen. Dus ik was blij hier in El Djem nog het een en ander te kunnen zien. En ik werd positief verrast: je begint in het museum, waar de werken zaal na zaal beter worden. Opvallend is hoe vaak wilde dieren werden afgebeeld, dat vonden de Romeinen zeker exotisch.

Aan de achterkant van het museum ligt een reconstructie van een opgegraven villa, met mozaïeken nog in hun oorspronkelijke setting. Het was een grootse residentie (de grootste die in Romeins Afrika gevonden is), met een ceremoniële ruimte voor gasten en privé-verblijven. Hij dateert uit het jaar 170.