Wat is het?
De Heilige berg Sulaiman-too herbergt een verzameling grotten, stenen en rotstekeningen, waar sinds de Bronstijd cultpraktijken worden uitgeoefend. Islamitische en pre-islamitische geloofsovertuigingen worden er gecombineerd. De 200 meter hoge berg werkte voor reizigers langs de Zijderoute als een baken in het omringende, vlakke landschap.
Cijfer: 6 (Het is een fascinerende plek, maar er is in de communistische periode van Kirgizië zoveel van kapot gemaakt dat eigenlijk alleen nog de grotten en de legendes overgebleven zijn.).
Toegang: De entree kost 20 Som (0,20 EUR). Als je ook het museum in wilt, kost dat 150 Som extra.
Hoeveel tijd: Ik was er zo’n 3 uur.
Opvallend: Het was lastig om vooraf praktische informatie te vinden voor een bezoek aan deze heilige berg in Osh. Wanneer is de berg bijvoorbeeld “open”? Ik kom er om kwart voor 9 aan – de loketten zijn dan nog dicht, maar de poort staat open. Ik loop dus maar door naar binnen. Van de andere kant komen me ook wandelaars tegemoet die de hele berg al zijn overgestoken, en dus zeker al vanaf een uur of 8 op pad zijn.

Er zijn 2 ingangen: één aan Kurmanjan Datka (de oostkant) met een steile trap naar boven, en één aan de zuidkant waar een breed, geleidelijk stijgend pad is. De meeste lokale bezoekers hebben voor het laatste gekozen.
Ik start aan de oostkant: de trap omhoog kost zo’n 20 minuten. Je komt dan op een uitkijkpunt op de eerste van de vijf pieken die de berg telt. Hier staat het “Huis van Babur”, een 15de eeuwse schuilplaats om te bidden. Babur kwam uit deze streek en werd later de stichter van de Indiase Mogoldynastie.

Je loopt dan verder over de langgerekte bergrug. Het pad heeft een ijzeren railing en is grotendeels van cement. Hier en daar kun je het originele pelgrimspad nog zien: uitgesleten, marmerachtige steen waarop het glad lopen is. Er staan ook bankjes om even uit te rusten.
Eén ervan is strategisch geplaatst voor twee heilige plekken: Beshikene en de Tamchy Tamar grot. Als ik er een tijdje zit, komen er twee lokale vrouwen aangelopen, gekleed in de lokaal zo populaire bloemetjesjurken. Ze schoppen hun schoenen uit bij de grot, en kruipen naar binnen. Het blijkt dat de grot zo diep is, dat twee volwassen vrouwen er volledig uit het zicht kunnen verdwijnen. Ze gaan hier naar binnen om te bidden: de druppels regenwater die uit het plafond vallen, zouden blindheid en andere oogproblemen doen verdwijnen.

Verder het pad af kom je langs twee grotere grotten, die in twee van de andere pieken zitten. Deze zijn alleen te bereiken via een zandpad omhoog. Je mag er ook niet naar binnen.

Om de hoek is het dan tijd voor het museum, dat in de Sovjettijd in de grootste grot is ingebouwd en daarmee diens heilige functie te niet heeft gedaan. Oorspronkelijk deed het zelfs dienst als restaurant, pas vanaf 2000 is het een museum. Er zijn wat potten, pannen, klederdrachten en opgezette dieren te zien. Niet echt de moeite waard.

Als je hier naar beneden gaat, kom je bij de andere ingang/uitgang. Hier zijn nog wat opgravingen uit de bronstijd te vinden. Ik ben inmiddels de berg helemaal overgestoken, maar ik heb nog steeds geen rotstekeningen gezien. Op een bord bij de ingang zie ik dat ze aan de andere kant moeten liggen, vlakbij waar ik mijn wandeling begonnen ben.
Ik loop dan nog maar eens om de berg heen, buitenom via de straat. Vanaf de andere ingang blijkt er inderdaad een vlak pad naar links te gaan. Er staan bordjes dat hier de rotstekeningen zijn, maar er is zoveel graffiti dat de oude tekeningen niet of nauwelijks meer te onderscheiden zijn. Op foto’s heb ik ze gezien als witte tekeningen (vast later wit ingekleurd om ze beter zichtbaar te maken), vaak met bolletjes en harkjes.

Aan ditzelfde pad ligt ook één van de islamitische monumenten die verbonden zijn met deze heilige berg. In de 16de eeuw werden hier twee moskeeën gesticht. Ook is er een mausoleum uit dezelfde tijd.
