Arslanbob is een stadje in het zuiden van Kirgizië, niet ver van de grens met Oezbekistan. De grootste walnotenbossen ter wereld zijn er te vinden. Op de rit er naar toe vanuit Sary Chelek rijden we een hele tijd pal naast de grens. Aan de andere kant zien we vooral katoenvelden.
In Arslanbob melden we ons bij het kantoortje van het Community Based Tourism (CBT). We vinden er een goed Engels sprekende lokale coördinator. Er zijn hier maar liefst 17 huizen die kamers verhuren. Wij worden door verwezen naar huis nummer 3, dat van een leraar Engels.

Voor we aan de wandeling door het walnotenbos beginnen, moet mijn gids eerst nog even langs de markt. Niet dat er veel markt is op maandag. Maar er staat toch een koopman met de gewenste walnotenolie. Deze wordt gebruik als dressing op salades. De man vertelt dat pas in november er olie beschikbaar komt van de oogst van dit seizoen. Hij heeft nog wel wat flessen van vorig jaar. Ze zijn niet goedkoop, zo’n 7 EUR per liter.

Met de auto rijden we vervolgens vast een flink eind de heuvel op, tot bij de parkeerplaats van de “kleine” waterval (er is ook een grote waterval, een eind verderop). In de vakanties en in de weekenden is dit vast een heel toeristisch spektakel, er staan marktkraampjes langs de route (nu leeg) en er zijn plekken om te picknicken of foto’s te maken.

We lopen voor de waterval langs, en klimmen vervolgens een steil pad omhoog op weg naar het walnotenbos. Het is een smalle richel met veel losse stenen, je moet er niet aan denken om hier naar beneden te moeten lopen.

Eenmaal boven zijn we eindelijk in het walnotenbos. Hier hebben mensen allemaal een perceel gehuurd om van te mogen oogsten. De percelen zijn afgescheiden door draad of takken, dus het vraagt wat klauterwerk om er van perceel tot perceel doorheen te lopen. Een boer komt ons tegemoet lopen om een praatje te maken: hij heeft voor elk van ons een appel meegenomen. Hijzelf verbouwt hier aardappels.
Hij vertelt dat het met de walnoten niet zo goed gaat dit jaar. Eind september zou het oogstseizoen moeten zijn, maar je ziet maar weinig vruchten aan de bomen hangen. Dat komt doordat het in mei heel warm was en toen in juni heel koud. Dus veel vruchten hebben het niet overleefd.

De gids probeert weer een leuke wandelroute te volgen via de app maps.me. Helaas gaat dat hier niet zo goed. We klauteren over nog meer hekken. Horen honden in de verte blaffen. Komen nog wat meer families tegen die hun kampement opgeslagen in de bossen, in afwachting van de walnotenoogst. Twee keer moet hij me een helpende hand toesteken om een vervaarlijk gedeelte van het pad over te komen. En ik wilde alleen maar een walnootvrucht in het wild zien!
Uiteindelijk komen we terug bij de boer die ons de appels gaf. Hij wijst ons een pad naar beneden (hij is zelfs met een auto hier kunnen komen). Dit loopt door nog meer walnotenbossen. We komen een stel oudere vrouwen tegen die hier hout aan het verzamelen zijn. Met takkenbossen op de rug moeten ze ook in de schemering het pad omlaag naar het centrum aflopen, dus ik klaag maar niet over onze wat uit de hand gelopen wandeling.
