NP Schiermonnikoog

Voor het laatste te bezoeken Nationaal Park in Nederland heb ik Schiermonnikoog “bewaard”: het ligt het verst van mijn huis en het is het park waar ik misschien wel het meest naar uit heb gekeken. Dus voor Hemelvaartsdag dit jaar toog ik weer naar de Wadden. Ik overnachtte vooraf een nachtje in Drachten en pakte de volgende ochtend om half 10 de boot uit Lauwersoog.

Nou dacht ik altijd dat Schiermonnikoog een goed bewaard geheim was. Ik tref bij het vertrekpunt echter een grote parkeergarage aan en wijzers naar nog twee parkeerterreinen. Er staan al honderden auto’s van mensen die zich al op het eiland bevinden. Omdat er alleen voetgangers (en fietsers) op de veerboot mee mogen, passen er heel veel op zo’n boot. Deze ochtend is hij zo vol dat ze er nog een extra boot achteraan sturen.

Vissersboot brengt nog wat afleiding onderweg

Al direct uit de haven kun je Schiermonnikoog zien liggen. Het is erg dichtbij, maar toch doet de reguliere veerboot er 50 minuten over. Hij moet een parcours volgen tussen de boeien en de zandbanken door.

Bij aankomst springen alle bezoekers gelijk op een gehuurde of meegebrachte fiets. Enkelingen, waaronder ik, gaan te voet verder. Dit blijkt wel typisch voor Schiermonnikoog te zijn: er zijn meer fietspaden dan wandelpaden. De eerste paar kilometer loop ik over een dijk bedekt met gras: zo kun je zowel de zee zien als de uiterwaarden.  

Ik heb vooraf een wandelroute uitgezocht: de 15km lange ‘Duin en Strand’ wandeling, die een lus maakt over de westelijke helft van het eiland. Bij de jachthaven zitten al hele groepen vogels te wachten tot het weer eb wordt en ze verder kunnen.

De drukte heb ik inmiddels ver achter me gelaten. De wandelroute van Natuurmonumenten, die overigens nergens aangegeven staat, voert me door de duinvalleien die uitkijken op het Rif. Deze zandvlakte verdwijnt grotendeels bij hoog water. Het pad door de vallei is drassig, maar er loopt er ook eentje parallel door het zand. Ik beklim een duin en ga er een tijdje zitten kijken.

Het Rif, in de verte

Een wat drukker stuk duin ligt bij de rode vuurtoren. Hier kun je bijna helemaal met de fiets naar toe, dus er zijn weer gezinnen met kinderen en honden.

De route loopt dan verder langs het Noorderstrand aan de noordrand van het eiland. Ik heb echter trek in lunch en sla dus af richting het dorp. Hier vind ik al snel een terras in de zon bij Strandhotel Om de Noord. Hun vissalade smaakt me goed.

De rode vuurtoren in de duinen

Om een uur of één loop ik weer verder. Ik snijd een stukje af en ga rechtstreeks naar punt 7 van de route: het bos. Dit is zo’n 100 jaar geleden door een graaf aangeplant. De Corsicaanse dennen doen het niet meer zo goed, ze staan er als skeletten bij en alleen de toppen zijn nog groen.

Pad door het naaldbos

Het hele middaggedeelte van de route loop ik over fietspaden. Die zijn gelukkig niet al te druk, maar het geeft wel weer aan dat er meer aan fietsers is gedacht dan aan wandelaars.

Aan de oostelijke rand van het aangeplante bos is gelukkig ook wat meer natuurlijk loofbos. Hier hoor je veel vogels – en zie ik mijn eerste Putter! Ik weet hem zelfs scherp op de foto te krijgen.

Putter

Op dit gedeelte van de route zie ik ook maar liefst 3 fazanten. Deze vogelsoort is elders nogal lastig te vinden (misschien omdat er op wordt gejaagd?), maar hier zitten ze vol in het zicht.

Uit de Tweede Wereldoorlog zijn hier nog grote bunkers bewaard gebleven. Er is zelfs een bunkermuseum – nu gesloten. Ik strijk neer op een bankje voor Bunker Wassermann. Deze is door de Duitsers op de hoogste duin van het eiland gebouwd als onderdeel van de Atlantikwal om de geallieerden tegen te houden. Het is er nu superdruk met toeristen en spelende kinderen, maar met wat fantasie en van een afstandje ziet het er uit als een fort op een berg.

Bunker Wassermann

Vanaf de weg langs de bunker kun je recht naar het zuiden doorlopen naar de veerboothaven, nog zo’n 2 kilometer verder. Je loopt hier langs de landbouwvelden, waar honderden brandganzen en rotganzen zijn neergestreken. Als ze zich ergens door gestoord voelen, stijgen ze met z’n allen met veel geschreeuw op om – na een rondje vliegen – weer op dezelfde plek te gaan zitten.

Akkers vol ganzen

Na ruim 15 kilometer lopen over een geïmproviseerde route ben ik ruim op tijd voor de boot van 16.30 weer bij de veerhaven. Hier zitten ook nog veel wadvogels, zoals deze kleurige Steenloper.

Steenloper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s