Na een paar drukke werkweken voel ik dat het tijd wordt voor even een dag helemaal iets anders. Ik zie dat de weersvooruitzichten het best zijn voor vrijdag en neem die dag vrij. Ik heb meer impact nodig dan een wandeling in een Nederlands nationaal park, dus kijk ik verder. Mijn oog valt op de Waalse hoofdstad Namen. In die stad en in de omgeving liggen nog twee potentieel nieuwe werelderfgoederen waar ik nog niet geweest ben. Dus zo geraak ik vrijdagochtend op een lange rit naar het zuiden. Er staat zowaar een vertrouwde file op de ring rond Antwerpen, het is misschien wel 10 maanden geleden dat ik er nog in eentje heb gestaan.
In Namen zelf parkeer ik in een garage in het centrum. Eenmaal bovengronds bij de Beurs zie ik meteen de beeldenset die de cultuur van de stad Namen weergeeft: rustig aan. Twee slakken bepalen het tempo van de mannen.

Achter de Beurs ligt het Belfort van Namen. Tegenwoordig is de stad zo dicht bebouwd en zijn er veel hogere gebouwen dat hij een beetje in het niet valt. De wachttoren stamt uit de 14de eeuw. Hij is samen met 55 soortgenoten in België en Noord-Frankrijk onderdeel van één werelderfgoed. Sinds 2001 heb ik er daarvan al een groot aantal gezien, o.a. in Lier, Leuven, Amiens en Gent. Deze in Namen is de enige met een ronde vorm.

Het toekomstig werelderfgoed van Namen is de Citadel. Samen met die in Luik, Huy en Dinant staat deze op de nominatie als de “Citadellen aan de Maas”. De Maas was in vroeger tijden een belangrijke natuurlijke grens en bood strategische punten ter verdediging. Vanaf de 16de eeuw is er hier in Namen aan de verdedigingswerken gebouwd, onder andere in de 17de eeuw onder leiding van de bekende militaire architect Vauban en later door de Nederlanders.
Vanaf het stadscentrum kom je via één van de bruggen over de Sambre aan de voet van de enorme citadel.

Het grootste gedeelte is vrij toegankelijk en nodigt uit voor een stevige wandeling. Als ik een foto doorstuur naar mijn werelderfgoedvrienden reageert er meteen eentje met “Aan de hoogte van de heuvel te zien zit je niet in Nederland”. Ja, het zijn de Ardennen he. Er is ook een stelsel van onderaardse gangen maar dat is nu gesloten.

Helemaal op de punt van de Citadel stuit ik op een gigantisch standbeeld. Het is Searching for Utopia van de Belgische kunstenaar Jan Fabre. Het 5 meter lange beeld, een bronzen schildpad, heeft hier zijn permanente rustplaats gevonden na te zijn versleept van tentoonstelling naar tentoonstelling.

De hoogste punten van de Citadel geven ook prachtige uitzichten op de binnenstad van Namen op de andere oever. Met z’n 110.000 inwoners is het niet erg groot. Tot aan de jaren ’70 van de twintigste eeuw was het een gewoon provinciestadje. Daarna werd het de hoofdstad van het Waalse gewest en kreeg het een regeringsfunctie met de bijbehorende publieke gebouwen.

Als je door de nauwe straten van het centrum loopt valt vooral de mix aan bouwstijlen op. Soms middeleeuws, soms barok, maar veel ook uit de 19de en 20ste eeuw. In de buurt van het station zijn bijvoorbeeld een paar gebouwen in Art Deco-stijl te vinden. Het mooiste voorbeeld is de Cameo-bioscoop met een strakke voorgevel.

De stijl die het meest zijn stempel op Namen heeft gezet is de Art Nouveau. De beste voorbeelden daarvan zijn te vinden in de wijk Jambes: deze ligt tegenover de citadel op de andere oever van de Maas. Weer een stuk lopen dus, maar gelukkig is het zoals voorspeld stralend weer. Ik beperk me tot de rue Tillieux en de waterkant, maar ook dieper in de wijk zijn er nog veel gebouwen in Art Nouveau-stijl.

Terug in het stadscentrum is het tijd voor lunch, voordat ik aan mijn middagprogramma buiten de stad begin. Veel van de cafés en restaurants zijn open voor afhaalmaaltijden. Ik ga voor een zelf samengestelde poké-bowl met zalm en eet die op een bankje in de zon op het Beursplein op.
