Zo’n 20 minuten rijden buiten Namen liggen “de grotten van de Mens van Spy”. Dit is de archeologische vindplaats van Neanderthal skeletten en met hun leefwijze verbonden fossiele resten. Ze staan sinds 2 jaar op België’s Voorlopige Lijst voor het Werelderfgoed.
De nominatie bestaat uit vier locaties: de grotten van Schmerling, Scladina, Goyet en Spy. Ze liggen binnen een cirkel van 50 km rond de stad Namen. Scladina kan op bepaalde zondagen bezocht worden met een rondleiding, Schmerling en Spy vereisen een tocht te voet en Goyet lijkt voor onbepaalde tijd gesloten te zijn. De overblijfselen van de Neanderthaler en bijbehorende fossielen zijn natuurlijk al lang geleden weggevoerd naar musea en universiteiten, maar deze plekken gaan vooral over hun levensstijl en de ontwikkeling van paleoantropologie als wetenschap.

Voor de grotten van Spy ga ik eerst naar het museum over de vondsten in het nabijgelegen dorp. Ik ben de enige bezoeker, ik heb een dag van tevoren gemakkelijk een tijdsslot bevestigd via e-mail. De tentoonstelling is in het Frans maar ik krijg bij de entree een map mee met de teksten in het Nederlands. Die teksten heb je wel nodig, want de tentoonstelling bestaat grotendeels uit informatiepanelen. Spy heeft ons drie Neanderthalers opgeleverd: een man, een vrouw en een klein kind. Hun botten (ontdekt in 1886) lagen allemaal door elkaar en het heeft tot 2010 geduurd om te bevestigen dat het drie individuen waren. De vrouw had littekens rond haar tanden, wat erop lijkt te wijzen dat ze veel tandenstokers gebruikte!
Helaas zijn er weinig vondsten te zien – alleen enkele stenen werktuigen. Er zijn ook kopieën van de botten van de Neanderthalers genaamd Spy I & II en een artistieke impressie van hoe de Neanderthaler eruit zou hebben gezien. Ze krijgen hier vast veel schoolgroepen over de vloer. Het meest interessante deel van het museum vind ik de video van 12 minuten aan het einde van de rondgang, die een goed totaalbeeld geeft van het belang van de vondsten bij Spy.

Daarna rijd ik een paar kilometer verder naar de parkeerplaats voor de grot zelf. Het staat aangegeven vanaf de hoofdweg, hoewel de geasfalteerde weg er naar toe vol gaten zit. Op de parkeerplaats staan nog twee andere auto’s. De Grot van Spy is vanaf de parkeerplaats te voet te bereiken via een zijpad van een fitnessparcours, het is in totaal ongeveer 25 minuten lopen. Het fitnessparcours is al erg modderig, ik wijk meestal uit naar de met een dikke laag bladeren bedekte bosgrond. De eigenaren van de auto’s blijken wandelaars met hond(en).

Na een kilometer of zo staat er een pijltje links het fitnessparcours af, richting de grot. Een aantal haarspeldbochten brengt je naar beneden naar de grot die net boven de rivier de Orneau ligt. Hier wordt het geglibber nog een stuk lastiger: behalve glad is het hier ook nog eens steil. Op een gegeven moment is het zo erg dat ik twijfel of ik wel verder moet gaan. Ik kijk even op mijn telefoon hoe ver ik nog moet. Ik blijk 84 meter van de ingang te staan, dus ik houd nog even vol. Op het steilste stuk neem ik op mijn achterwerk een kortere weg naar beneden door het bos.

De grot zelf is volledig toegankelijk en er lijkt geen beveiliging aanwezig te zijn. Het enige teken dat verraadt dat dit geen normale grot is, is de gedenksteen uit 1928 die aan de voorkant is bevestigd. Ik loop de grote ‘hal’ binnen en twee zijkamers die perfecte schuilplaatsen lijken. In het museum leerde ik dat de Neanderthalers niet in grotten leefde – ze hadden kampen, maar de meeste daarvan (behalve 1 in Duitsland) hebben de tand des tijds niet doorstaan. Opgravingen hier in Spy hebben botten van dieren (inclusief die van mammoeten) en stenen werktuigen naar voren gebracht in dezelfde stratigrafische laag als de skeletten van de Neanderthalers.

De waarde van de Neanderthaler fossielen in Wallonië ligt vooral in de rol die ze speelden in het onderzoek naar de geschiedenis van de kennis over de Neanderthalers. Samen met die in de Duitse Neandervallei overtuigden ze wetenschappers eind 19e eeuw ervan dat dit de overblijfselen waren van een menselijke voorouder. De eerste overblijfselen van de Neanderthaler werden in 1829 ontdekt door Philippe-Charles Schmerling in de Waalse Grotten van Engis, maar hij dacht dat het een oude schedel was van een anatomisch moderne mens.

Ik heb de tocht ook voor corona tijd ondernomen. Het museum was dan helaas net gesloten. Toch jammer dat dit toch wel belangrijk verhaal voor ons allemaal (recent zijn paar interessante aanvullende studies te vinden*) zo armtierig en amateuristisch ontsloten is! Kunnen we dit ergens aankaarten?? *vb: Wißing, C., Rougier, H., Baumann, C. et al. Stable isotopes reveal patterns of diet and mobility in the last Neandertals and first modern humans in Europe. Sci Rep 9, 4433 (2019). https://doi.org/10.1038/s41598-019-41033-3