Nice

Nice is een Franse stad met 340.000 inwoners. Het toerisme aan de Rivièra is hier geboren, zeggen ze. Ik ben er 3 nachten tijdens een rustig septemberweekend. De buitenlandse bezoekers zijn ofwel terug naar huis en weer aan het werk, dan wel afgehaakt vanwege de ‘Code Rood’ die de Franse regering deze regio heeft opgelegd. Het stadse leven gaat echter gewoon door, de anti-Coronamaatregelen volgt men met de Franse slag.

De stad heeft veel van zijn monumentale architectuur te danken aan de komst van buitenlanders die het prettige klimaat kwamen opzoeken. Veel Engelse aristocraten, maar ook rijke Russen overwinterden er vanaf het eind van de 18de eeuw.

Mozaïeken op de façades in de Rue Verdi

Het Museum van Schone Kunsten zit in de voormalige Villa Kotchoubey, een oranje paleis. Het wordt momenteel gerenoveerd en is de hele zomer gesloten voor publiek. De tuin is wel open en wordt door honden en hun bezitters bezocht.

Door de dichtbebouwde straten bereik ik de befaamde Promenade des Anglais – een kustweg / boulevard gebouwd in de jaren 20 van de 19de eeuw op initiatief van de Britten. In 2016 was dit het terrein van een terroristische aanslag met een truck, waarbij 87 mensen om het leven kwamen. Ik weet niet precies waar het gebeurd is, maar ik zie geen blokkades of monument. Mensen joggen, wandelen, fietsen of skateboarden nu weer gewoon de lange boulevard op en neer.

Langs deze zeeboulevard liggen de meest imposante gebouwen van Nice. In een parkje iets van de weg af ligt Hotel Massena, waarin een stadsmuseum gevestigd. Er zijn maar enkele bezoekers en de entree is ook nog eens gratis vandaag. De villa is de moeite waard vanwege zijn tekeningen van het oude Nice – bijvoorbeeld eentje waar alle huizen langs de boulevard van een naam van de (meest buitenlandse) eigenaar zijn voorzien. Nice is pas vanaf 1860 onderdeel geworden van Frankrijk, daarvoor was het lange tijd onderdeel van het Italiaanse koninkrijk Piedmont-Sardinië.

Ik ben het museum net uit als het begint te regenen. Eerst sta ik een tijdje onder een boom te schuilen, maar als het gaat onweren zoek ik maar een cafeetje op. Als ik een half uurtje later weer op weg ga lijkt het even droog te zijn, maar daarna valt de regen met bakken uit de lucht. Ik vind uiteindelijk een visrestaurant om de tijd met een lunch uit te zitten. Het restaurant ligt aan de bloemenmarkt in het oude centrum van Nice.

Daarna heb ik niet zoveel zin meer om verder te wandelen – je kunt nog helemaal langs het water lopen naar de kaap, maar na het gesjouw door Monaco van gisteren hoeft dat voor mij niet zo meer. Ik pak de tram terug naar het hotel.

De volgende dag heb ik een ander stadsdeel van Nice op het programma staan: Cimiez. Dit is gebouwd op de plek van een voormalige Romeinse stad. Het ligt op een heuvel ten noordoosten van het stadscentrum. Dit keer ben ik wel zo slim om de bus te nemen, bus 5 stopt bij de belangrijkste musea in deze wijk. Eén daarvan is het Matisse museum – maar daarvan zag ik vanochtend op internet opeens dat ze het voor 2 weken gesloten hebben om een nieuwe tentoonstelling op te bouwen. Ik stap daar toch maar uit de bus, erbij ligt ook het klooster van Cimiez en de kloostertuinen.

Naast het Matisse museum liggen de opgravingen van de Romeinse stad Cemenelum. Ze zijn te bekijken via het archeologisch museum. Ook hier ben ik een van de weinige bezoekers.

Halverwege de heuvel af, weer op de terugweg naar het centrum, ligt het museum van een andere bekende Franse kunstenaar: Marc Chagall. Bij zijn leven heeft hij dit nog zelf helpen ontwerpen. Chagall is vooral bekend door zijn glas-in-lood ramen en daarvan zijn er hier ook 3. Maar het museum heeft ook 2 grote mozaïeken van zijn hand en vele kleurrijke schilderijen en tekeningen. Het is niet zo groot maar wel erg mooi.

Voordat ik op de trein stap naar Toulon (voor de boot naar Corsica) kijk ik nog bij de Russisch-Orthodoxe kathedraal die aan de noordkant van het station ligt. Ook deze is van de hand van buitenlandse bezoekers aan Nice: het was een geschenk van de Russische tsaar Alexander II voor de Russische gemeenschap.

Over het algemeen vond ik Nice wel een aangename stad, hoewel het geen grootse bezienswaardigheden heeft. Het is een beetje Italiaans en een beetje Frans. Er zijn prettig veel cafeetjes en je ziet veel groen, inclusief de alomtegenwoordige palmbomen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s