#738: Surtsey

Wat is het?
Surtsey is een vulkanisch eiland dat pas sinds 1963 bestaat. Na een eruptie van een vulkaan op de zeebodem is het topje boven water gekomen. Sindsdien is het een beschermd natuurgebied en een ongerept natuurlijk laboratorium. Langzaamaan hebben planten, dieren en zeeorganismen het weten te vinden. Het ligt 32 kilometer van de zuidkust van IJsland en maakt deel uit van de Westman-eilanden.

Cijfer: 8 (De spanning vooraf en de tocht er naar toe maken het speciaal, ook omdat je weet dat dit een zeldzaam ‘vinkje’ is. De aantallen zeevogels die je onderweg ziet zijn ongelooflijk. Het eiland Surtsey zelf is niet mooi maar wel fascinerend.).

Toegang: Alleen wetenschappers mogen aan land op dit eiland. Georganiseerde tours zijn er niet. Het enige dat je op dit moment kunt doen is een bootje charteren dat je naar en om het eiland vaart. Grote cruiseschepen op weg tussen Schotland en Groenland willen er ook nog wel eens langs varen.

Hoeveel tijd: De boottocht duurde 2,5 uur, waarvan we zo’n half uur om het eiland voeren.

Opvallend: Als je naar mijn kaart kijkt van ‘ontbrekende’ werelderfgoederen in Europa, dan staan daar vooral afgelegen eilanden aan de randen van het continent op. Vorig jaar miste ik al jammerlijk het Schotse St. Kilda en het Ierse Skellig Michael, omdat de boottochten daar naar toe op het laatste moment vanwege weersomstandigheden werden geannuleerd. Het IJslandse Surtsey (uitgesproken als: Soertsie) is zo mogelijk nog lastiger te bereiken – het ligt weliswaar niet zo ver van de kust als St. Kilda, maar daar staat tegenover dat gewone toeristen er nooit naar toe gaan en er dus geen tours zijn waarop je kunt inschrijven.

Gelukkig hebben ‘we’ binnen de werelderfgoedgemeenschap sinds vorig jaar een ‘adresje’: SACA tours op Heimaey, het hoofdeiland van de Westman-eilanden, heeft als enige een dusdanig kleine boot dat het charteren voor privé-gebruik nog enigszins betaalbaar is. Toen ik ook zag dat de weersvooruitzichten voor het weekend zonnig en kalm zouden blijven, contacteerde ik hen per mail. De eigenaar was afwezig, maar zijn collega Simmi zou me wel willen brengen. Vrijdagavond zouden we opnieuw contact hebben als de gedetailleerde weerkaarten voor de volgende dag beschikbaar zouden zijn.

Het bootje: met de kleine grijze vooraan gaat de expeditie gebeuren

Het wordt goed nieuws, de wind is ook wat gaan liggen en zo kunnen we dus zaterdagochtend om 9 uur vertrekken. Naast Simmi gaat ook zijn volwassen zoon mee. En ik dus. Ze hebben een zogenaamde RIB boot, iets wat er uitziet als een oplaasbare rubberboot – maar dan met een stevige romp en de kwalificatie ‘onzinkbaar’. Helemaal open en met plaats voor 6 passagiers. Voor we vertrekken krijg ik eerst nog een warme overall aangemeten tegen weer en wind op zee.

Ik mag op het bankje voorop gaan zitten en dan varen we de baai uit. We navigeren eerst tussen de andere Westman-eilanden door. Deze liggen in een cluster bij elkaar. Ook deze zijn van vulkanische oorsprong, vaak niet veel meer dan rotspunten. Op één van die eilanden leeft de grootste kolonie papegaaiduikers ter wereld. In het seizoen broeden er een miljoen paartjes. Nu is het al laat in het jaar, maar er zijn er toch nog genoeg. Het gras op de helling is bedekt met witte stipjes, allemaal papegaaiduikers. Later zien we ook jongen dobberen op het water.

Helling vol papegaaiduikers

De rotswand van een ander eiland is populair bij nestelende Jan-van-genten. Om deze grote vogels in zo grote groepen bij elkaar te zien is echt bijzonder. Ze hebben wel de hele wand ondergepoept.

De rots van de Jan-van-genten

Nadat we de andere eilanden achter ons hebben gelaten volgt een stuk over de open oceaan. De golven zijn hier een stuk hoger en het bootje klapt continu op het water. Als je voorin zit zoals ik vang je steeds alle klappen op, deze expeditie is niet aan te raden voor mensen met rugproblemen. Maar je hebt natuurlijk wel het beste uitzicht. Op een gegeven moment varen we door een grote groep vogels die samen zijn gekomen op zee. Ze vliegen om ons heen.

Vogelkolonie in de oceaan

Surtsey komt al snel in zicht. Het eiland is goed te herkennen omdat het kaal is, bruinig en een beetje de vorm van een tafelberg heeft. Door erosie van wind en water wordt het eiland elk jaar kleiner, sinds zijn geboorte is er al bijna 50% van de oppervlakte afgegaan. Het heeft twee vulkaankegels en een lavaveld. Op de top van de ene vulkaankegel staan de resten van een vuurtoren – deze zou in 2007 verwijderd worden maar staat er dus nog steeds. Ook is er een hutje op het eiland voor onderzoekers.

Surtsey, gezien vooraf van de boot

We varen er helemaal omheen; het is nog geen 2 vierkante kilometer groot dus dat duurt niet zo lang. De kust bestaat vooral uit een klif en er is één grot. We zien het kopje van een grijze zeehond bovenkomen. Dit zijn de eerste zoogdieren die hier zijn begonnen met broeden, sinds 1983. De eerste vogels waren er al in 1963, 2 weken nadat de vulkaanuitbarsting was begonnen en het eiland ontstond. Nu zijn er 89 vogelsoorten geteld die nu en dan op Surtsey verblijven. Je ziet ook op de helling van de vulkaan kleine stukjes groen ontstaan.

Surtsey van dichterbij, met kleine plukjes groen

Op de terugweg gaat het wat harder waaien en halverwege verruil ik mijn plekje voorop tegen de veel comfortabelere zitplaatsen achter de ruggen van de schippers. Ze denken nog een walvis te zien, maar ik zie niets bewegen. We varen nog wat grotten in op zoek naar zeldzame vogels en eindigen dan weer in de mooie baai van Heimaey waar we ook begonnen zijn.

Tussenstop in een grot op de terugweg, veilig achter de rug van de schippers

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s