Ringweg #4: Hvammstangi – Landeyjahöfn

Voor mijn vierde en laatste etappe over de Ringweg rond IJsland wijk ik iets af van het plan – ik rijd zelfs een stuk van zo’n 50 kilometer voor de tweede keer. Ik heb besloten toch ook een dag naar de Westman-eilanden te gaan, in een ultieme poging om het derde werelderfgoed van IJsland te bereiken: Surtsey.

Vanaf Hvammstangi rijd ik niet naar Reykjavik, maar ga direct langs de “Gouden Cirkel” van bezienswaardigheden: Thingvellir, Geyser en Gulfoss.

Thingvellir is een werelderfgoed om zijn culturele historie, maar het is ook een geologisch park. Zo is er een kloof te zien, Silfra, die is gevormd door het uiteen lopen van de tektonische platen van het Noord-Amerikaanse en Euraziatische continent. Elk jaar drijven de platen 2 centimer verder uit elkaar. De plek aan het meer van Thingvellir is nu een populaire duikplek.

Een uurtje rijden verderop ligt een aantal geiservelden. Zo ingetogen als het was bij Thingvellir, zo toeristisch is het hier. Er zijn winkels, restaurants, een hotel. En dat allemaal omdat iedereen wel spuitende geisers wil zien.

Helaas voor het IJslandse toerisme doet Geysir, de naamgevende geiser, het niet meer. In het verleden, tot in de jaren 80, spoot hij tot wel 70 meter de hoogte in. Nu bubbelt hij alleen nog maar wat. Het spuiten gebeurt nu alleen nog door Strokkur, de geiser die ernaast ligt en elke paar minuten tot een meter of 15 komt.

Het is net als met de walvissen van gisteren: je kunt op de minuut na aftellen wanneer je weer iets gaat zien. Er staat al een kringetje toeristen met camera in de aanslag te wachten. Je hebt een paar kansen om een foto te maken tot het hete water zijn hoogste punt bereikt.

Tien minuten verderop ligt Gulfoss, een waterval. Ik had al bedacht deze over te slaan als ik tijd te kort zou komen om mijn veerboot van 19.15 naar de Westman-eilanden te halen. Maar gelukkig hoefde dat niet: dit is verreweg de mooiste waterval die ik in IJsland gezien heb. Het water stort over een breed plateau in twee stappen naar beneden. Er is zelfs een regenboog in het water te zien.

Ook hier is het trouwens druk en toeristisch, maar dat heeft de IJslanders er nog niet toe gebracht entree te gaan heffen. Noch voor Thingvellir, noch voor de geisers, noch voor Gulfoss. In andere landen zou je hier al snel 10 EUR per bezienswaardigheid moeten betalen.

Daarna rest slechts de rit naar de zuidkust, naar Landeyjahöfn vanaf waar de veerboot naar Heimaey op de Westman-eilanden vertrekt. Het is weer een zonnige en vooral ook heldere dag vandaag. Dus ondanks dat ik dit stuk al eens eerder heb gereden, zie ik nu opeens een stuk meer. De vulkaan Hekla bijvoorbeeld, de hoogste van IJsland.

De veerboot vertrekt vanuit Landeyahöfn. Ik weet niet goed wat ik me er voor moet stellen. Ik moet nog tanken en doe dat in een plaatsje langs de Ringweg. Dat blijkt een goede keuze: het vertrekpunt van de veerboot ligt na 10 kilometer door niemandsland. Er is alleen een wachtruimte voor de boot, verder helemaal niks. Nou ja, een groot parkeerterrein. De auto kan mee op de veerboot, maar net als vele anderen laat ik hem hier achter. Het eiland waar we naar toe gaan is maar klein, daar heb je geen auto nodig.

De overtocht naar Haemay, het hoofdeiland van de Westman-eilanden, duurt maar 40 minuten. Je kunt de eilanden voor de kust zien liggen. De boot gaat zo’n 6 keer per dag heen en weer. Ik heb vooraf gereserveerd, dat is in het weekend als de IJslanders zelf ook op pad gaan wel aan te raden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s