Ringweg #3: Myvatn – Hvammstangi

Het derde deel van mijn tocht over de Ringweg rond IJsland gaat langs de noordkust:

De dag begint een kilometer of 40 van de Ringweg af, in het havenplaatsje Husavik. Het heeft vannacht gevroren (er lag een dun laagje ijs op de voorruit) en de lucht is strakblauw. De sneeuw op de bergen aan de overkant van de haven van Husavik ligt er naar verluidt altijd.

Behalve van het vissen moet Husavik het hebben van zijn walvistours. Er zijn twee bedrijven die ze uitvoeren, ik heb gekozen voor Gentle Giants. Zij vertrekken 3x per dag de baai in om walvissen te spotten. Ik was er voor het vertrek om 9.45 en het was zo druk dat ze zelfs 2 boten inzetten. Desondanks was het te druk naar mijn smaak op de boot met een man of 30.

Echt zoeken naar de walvissen hoeven ze hier niet: er is een plek waar een rivier uitmondt in de baai, daar is het meeste voedsel te vinden. Op het moment verblijven er daar 3 bultruggen, maar het zijn er ook wel eens 15.

Onze boot, de collega-boot en de boten van de concurrentie snellen dus naar de betreffende plek en gaan daar liggen wachten tot er een walvis adem moet halen. De eerste walvis die we zien kan 6 minuten onder water blijven en daarna verschijnt hij even aan de oppervlakte. Het is telkens hetzelfde patroon: een pluimpje water stijgt op, een zwart gevaarte wordt zichtbaar, hij ademt nog een paar keer en duikt dan weer onder water na een ferme klap van zijn staartvin.

De walvissen zijn hier niet zo actief, ze zijn er vooral om vet op te slaan voor hun lange winterreis naar het Caribisch gebied waar ze overwinteren en paren.

Dit is de derde keer in mijn leven dat ik een walvistour heb gedaan en eigenlijk vallen ze altijd tegen. De beesten doen gewoon niet zoveel en omdat ze vooral alleen leven is er ook geen interactie.

Al met al was ik 2 uur en 3 kwartier zoet op de boot, tijd dus voor een snelle lunch in de auto en het vervolg van mijn rit. Pas na 2 uur rijden is er een volgende stop: het turfkerkje Víðimýrarkirkja. Dit is wel de mooiste uit de serie “gebouwen van turf” die ik tot nu toe hier in IJsland gezien heb. En je kunt er ook naar binnen – tegen een entreeprijs van 1000 kronen (6 EUR). Het is klein en krap binnen: er staan een paar banken en een altaar; de enige versiering is het houtsnijwerk

Zo’n 8 kilometer verderop ligt de turfboerderij Glaumbaer. Ook deze is open voor bezoekers, tegen betaling van 1700 kronen (10 EUR). Dit is een grote boerderij, bestaande uit 13 aaneengeschakelde ‘huizen’ (kamers). Ze zijn gemaakt van turf, stenen in een visgraatpatroon en hout. Een deel van de huizen dateert uit de 18de eeuw, de rest uit de 19de.

Speciaal bij deze is het leuk om naar binnen te gaan omdat je zo ziet hoe de huizen met elkaar verbonden zijn. Er is feitelijk één lange gang waarop alle kamers zijn aangesloten. Het is er erg donker en het blijft ook in de winters warm.

Elke kamer had zo zijn functie (opslagruimte, keuken), en in de slaapruimte was plaats voor 22 man. Er zijn 11 bedden die door 2 man gedeeld werden.

Langs de route van vandaag lopen er weer veel schapen rond te dwalen. Om ze eenmaal per jaar bijeen te drijven en te sorteren naar eigenaar wordt een rettír, een grote cirkel in de vorm van een wagenwiel, gebruikt. Ik heb er op het eiland al meerdere gezien, onderstaande ziet er het nieuwst uit.

Tegen zessen kom ik aan in mijn overnachtingsplaats Hvammstangi. Het staat bekend om zijn zeehondenmuseum (dat al gesloten was) en kustlijn waar zeehonden graag komen. De dichtstbijzijnde plek om ze te zien is echter nog 21 kilometer verderop – daar had ik geen energie meer voor na deze lange reisdag.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s