Mývatn, het “muggenmeer”, is een groot meer in het noorden van IJsland. Het ligt in een actief vulkanisch gebied. Vanaf de weg rond het meer zijn verschillende korte wandelingen te doen, waarmee je er gemakkelijk een leuke, actieve dag van kunt maken. Gelukkig was het zoals steeds de afgelopen dagen droog en zonnig – in de regen moet de charme ervan je snel ontgaan.
Ik startte vroeg in de ochtend bij Dimmuborgir. Hier zijn grillige lavaformaties te zien. Er lopen verschillende paden door het gebied, ik koos een combinatie van de rode en de blauwe wandeling waarmee je dwars over het terrein wandelt. Een beetje klauteren hier en daar over de scherpe rotsen, maar goed te doen.

Net aan de andere kant van de bergen ligt Hverir. Dit had ik gisteren al van een afstandje gezien toen ik in Myvatn aan kwam rijden, het ziet er spectactulair uit met zijn rookpluimen. Hverir is een veld met zwavelhoudende modderpoelen (solfataren).

Er is een route uitgezet zodat je tussen de bronnen door kunt lopen zonder dat je in één van de 200 graden warme bronnen terecht komt. Net als elders in IJsland valt me hier ook op dat het terrein op zich netjes aangelegd en onderhouden is, maar dat er geen enkele vorm van toezicht is (in de vorm van parkwachters of zo). Blijkbaar is het voor de IJslanders te veel om elk natuurgebied in de gaten te houden. Entree betalen hoef je ook nergens.

Pal aan het meer ligt het parkeerplaatsje van Hofdi. Hier was ik vanochtend in alle vroegte al even, maar het bleek tussen 22 en 10 uur gesloten te zijn om de vogels rust te gunnen. Dus ging ik er later in de ochtend nogmaals langs. Het wandelpad voert hier door het bos (een zeldzaamheid in IJsland) en heeft diverse uitkijkpunten over het meer.

Het meer heeft een oppervlakte van 37 vierkante kilometer en is gevuld met door lava gecreëerde rotsen en eilandjes. Het valt op dat het hier zoveel groener is dan in de omgeving.

Net voor de lunch parkeerde ik bij Skutustadir. Bij dit deel van het meer zijn pseudokraters te zien: kleine heuvels die eruit zien als uitgedoofde vulkanen, maar in werkelijkheid zijn ontstaan toen hete lava het meer bereikte. Water dat er onder kwam te liggen baande zich uiteindelijk als stoom uit de “krater”.
Hier kun je kiezen uit 2 wandelingen: een korte naar de top van de grootste pseudokrater of een lange langs de waterkant en meerdere kraters. Ik koos als een van de weinigen voor de laatste. Ook deze duurde weer een uurtje.

In het hotel tegenover Skutustadir at ik lunch: heel toepasselijk voor de rijke vogelwereld van Myvatn nam ik pulled goose (draadjesvlees van gans).
Daarna reed ik weer naar de andere kant van het meer, waar niet ver van Hverir waar ik vanochtend was het vulkanisch systeem van Krafla ligt. In de 18de eeuw heeft een uitbarsting een grote krater opgeleverd, de Viti. Je kunt hier aan de voet parkeren en dan over de rand naar de andere kant lopen. Het water in de krater is prachtig turquoise van kleur.

Een kilometer verderop ligt het kerngebied van de Krafla. Negen aardbevingen in de periode tussen 1975 en 1984 hebben ervoor gezorgd dat er hier een scheur in de aarde is ontstaan en er nog steeds rokende velden te zien zijn.

Na het avondeten ging ik er nog een keer op uit: naar de monding van het meer in de Laxá-rivier dit keer. Deze snelstromende rivier zit vol met vis (Laxa betekent zalm) en is populair bij met name de eenden van het meer. Er leven en broeden hier maar liefst 13 soorten, waaronder de voor Europa zeldzame harlekijneend. Helaas hadden de bonte exemplaren zich al naar zee verplaatst, zodat ik het moest doen met vrij saaie bruine en zwarte eenden (ik denk smienten en kuifeenden).
Ik stond naar de eenden te kijken vanaf de brug over de Laxa en hier merkte ik voor het eerst de grote zwermen muggen op waar het meer zijn naam aan te danken heeft. Het zijn zogenaamde dansmuggen, ze steken geen mensen en zijn een lekkernij voor de vogels.
