Wat is het?
Het Archeologisch Park van San Agustín heeft het grootste aantal prehistorische sculpturen van Zuid-Amerika. Het toont de vaardigheden en het wereldbeeld van de inwoners van deze regio in de Andes vóór de komst van de Spanjaarden. De beelden, gehouwen uit vulkanisch gesteente, variëren van abstracte vormen tot realistische afbeeldingen van goden en dieren.
Cijfer: 7,5 (Door z’n opzet heeft het wat weg van een beeldenpark, mede doordat elk beeld een afdakje heeft gekregen om het te beschermen tegen weersinvloeden zoals de veelvuldig vallende regen. Maar het grootste deel van de beelden is toch echt hier zo ter plekke opgegraven. Het ligt in een mooie bosrijke omgeving. De beelden zijn vele variaties op een beperkt aantal thema’s.)
Toegang: De entree voor buitenlanders is 50.000 pesos (12,50 EUR). De Colombianen betalen 35.000 pesos. Hiervoor krijg je twee dagen toegang tot het archeologisch park en twee gerelateerde plekken een tiental kilometers verderop. San Agustín zelf is een aardig toeristenplaatsje.
Hoeveel tijd: Een snel rondje langs de hoogtepunten van het archeologisch park kost 3 uur. De meeste mensen, zo ook ik, blijven echter anderhalve dag in San Agustín. Het is de moeite waard om in alle rust nog een tweede bezoek te brengen aan het park, op een ander moment van de dag. Ook zijn er in de omgeving verspreid nog wat andere opgegraven beelden te zien.
Opvallend: De rit van Popayan naar San Agustín verloopt gelukkig een stuk gemakkelijker dan die de dag ervoor naar Tierradentro. Ook hier doe je trouwens 5 uur over 135 kilometer: zo’n 3,5 uur lang rijdt de bus over een onverharde weg door het Puracé Nationaal Park. Het uitzicht is in ieder geval prachtig.
Om 1 uur zet de bus me af bij de afslag naar San Agustín. De bus rijdt door naar Pitalito, maar een transfer per gedeelde taxi voor de laatste paar kilometer naar San Agustín is bij mijn buskaartje inbegrepen. De chauffeur kijkt even wat rond bij de afslag, ziet een motortaxi staan en vraagt of het OK is dat ik achterop de motor ga. Wat mij betreft prima – ik vraag de motorchauffeur meteen door te rijden naar het Archeologisch Park.

Het park is maar tot 4 uur ’s middags open dus ik wil geen tijd verliezen. Bij de kaartjesverkoop zijn ze zo aardig om mijn rugzak achter de balie te bewaren, zodat ik zonder bepakking een eerste verkenning van het park kan doen. Het is er erg druk – veel Colombianen hebben ook vakantie deze eerste week van het jaar en gaan op reis in eigen land. De parkeerplaats is te klein en de auto’s staan al honderden meters vooraf langs beide kanten van de weg geparkeerd.
Toch is het rustig lopen – het is een groot park en je wandelt meest over bospaden. Ik bezoek eerst de drie opgravingen waar de beelden op hun oorspronkelijke plaats staan: Mesita A, B en C. Het zijn terreinen die geschikt zijn gemaakt om als begraafplaats te dienen, onder andere door de grond af te vlakken. Er staan de resten van verschillende graftombes waarin, voor of in de buurt de beelden gevonden zijn.

Veel van de ingangen tot de graftombes zijn voorzien van 3 beelden: een mysterieuze figuur in het midden, met aan weerskanten een soort wachter. Er is maar weinig bekend over de cultuur die deze beelden maakte, dus naar de betekenis is het gissen.

Een eind voorbij deze velden met beelden vind je de Fuente de Lavapatas: het is een door dezelfde cultuur aangelegd watersysteem met vijvers, watervallen en natuurlijk ook weer uitgehouwen beelden van mensen en dieren. Het was waarschijnlijk een ceremoniële plek waar religieuze baden werden genomen.
Na nog een vermoeiende klim naar de Alto de Lavapatas – een heuveltop met beelden en een mooi uitzicht over de omgeving, sluit ik de dag af en zoek mijn hotel op.

De volgende ochtend sta ik iets voor 8 uur langs de kant van de weg bij mijn hotel om de eerste bus naar het park te nemen. Vanochtend wil ik nog de twee onderdelen bekijken waar ik gisteren geen tijd / energie meer voor had: het Beeldenbos en het museum.
Om 8 uur blijkt het museum nog niet open te zijn, maar het bos wel. Ik loop daarom eerst de route door het Beeldenbos. Hier hebben ze als in een soort openluchtmuseum beelden tentoongesteld die op andere plekken in de regio gevonden zijn.

Het heeft een heel andere sfeer dan de open velden met beelden van gisteren: dit is een dichtbegroeid regenwoud. Er is verder nog geen enkele toerist te bekennen, dus ik geniet net zoveel van de natuur als van de beelden.
Je hoort veel vogels, maar ze zijn schichtig. Ik sta een hele tijd stil onder een paar populaire bomen en weet toch nog een viertal Latijnsamerikaanse vogels op de foto te krijgen. Ook zit er een grote vlinder, blauw van kleur aan de buitenkant (maar die klapte hij snel dicht voor de foto).

Om 9 uur is het museum ook open. Het heeft maar een paar zalen, toch geeft het nog wel wat extra informatie over het hoe en waarom van de beelden. Bij de opgravingen in het park staan helemaal geen informatieborden, dus eigenlijk loop je maar gewoon wat beelden te kijken.
Nadat de beelden ontdekt waren in de 16de eeuw, zijn veel ervan gestolen en overal ter wereld terecht gekomen. De lokale bevolking zette ze ook in een rijtje voor hun huizen. Sind San Agustín een beschermd park is geworden in de 20ste eeuw, hebben ze veel terug kunnen halen.

Buiten het park zijn er in de wijde omgeving nog een aantal plekken waar beelden op hun vindplaats tentoon worden gesteld. Ik kies daarvan El Purutal, omdat hier de enige twee beelden te zien zijn in hun originele kleur.
Er is een wandelpad naar El Purutal vanaf de weg tussen het Archeologisch Park en het stadje San Agustín. Volgens de routeaanwijzingen op mijn telefoon is het maar een kleine 5 kilometer lopen, maar zou je er bijna 2 uur over doen. Dat moet wel veel klimmen zijn! Ik kies er daarom voor om me met een taxi te laten brengen. Deze moet helemaal omrijden via de achterkant van de heuvels, en dan nog is de weg bijna niet begaanbaar met een gewone auto. Maar hij levert me keurig af bij de ingang. Je moet hier 5.000 pesos entree betalen (1,30 EUR) en er zijn zelfs 2 eettentjes voor de deur, dus er komen genoeg bezoekers.

De opgravingen hier liggen ook op een open veld. De eerste is een mooi setje van drie: een vogel, een krokodil en een (mediterend?) mannetje.
Iedereen komt hier echter voor de tweede groep opgravingen. Voor de toegang van twee graftombes staan hier nog twee beelden overeind die hun oorspronkelijke kleuren behouden hebben. Het geeft de beelden een zo mogelijk nog afschrikwekkender uiterlijk.

Deze graftombes met beelden zijn niet alleen door een afdakje beschermd tegen zon en regen, ze zijn ook omringd met prikkeldraad. Onverlaten hebben in 2011 de beelden wat bijgekleurd. Weliswaar in de oorspronkelijke kleuren, maar het heeft wel schade aangebracht aan het poreuze gesteente.
De groep ligt in een heerlijke omgeving en ik wil graag nog wat wandelen. Op 3 kilometer afstand is er nog een beeldengroep, maar ja, je moet dan ook weer 3 kilometer terug én dan weer 7 of 8 km terug naar San Agustín. Ik ben eigenlijk op zoek naar het pad dat ik vanochtend zag. Een man bij de ingang regelt echter een lift voor mij terug naar San Agustín, in de half-open achterbak van een jeep gecharterd door een Frans stel met een gids. Van wandelen wil de chauffeur niks weten – dat is veel te ver!
