Jekaterinenburg is voor mij een tussenstop tussen Kazan en Irkoetsk, om zo niet al te lang ononderbroken in de trein te hoeven zitten. Ik had een middag om de stad te bekijken en deed dat door de rode wandelroute door het centrum te volgen. Deze staat op de trottoirs geschilderd en voert je langs niet minder dan 35 bezienswaardigheden.

Ik begin – vertrekkend vanaf metrohalte Dinamo – bij de Kathedraal op het Bloed. Dit is de meest opvallende onder de ‘attracties’ van de stad. Het was hier dat de laatste tsaar en zijn familie vermoord werden door de Bolsjewieken in 1918. In 2003 is er ter nagedachtenis daarvan een kerk gebouwd. Er staan grote foto’s van de tsarenfamilie voor het gebouw. Binnen worden de tsaren, wier gezichten op de iconen afwisselend zijn afgebeeld met die van Christelijke heiligen, echt aanbeden.

Vervolgens loop je door de ‘Literaire wijk’. Hier staan nog een paar oude houten huizen, die vroeger bewoond werden door schrijvers of die nu door boeken geïnspireerde musea huisvesten. En er zijn parkjes met standbeeld. Dat van de dichter Poeshkin is in brons gegoten.

Misschien wel het mooiste oude huis van de stad, uit het begin van de 19de eeuw, is dat van N.I. Sevastianov. Deze handelaar was zo rijk dat hij de tsaar toestemming vroeg om het dak van zijn huis helemaal met goud te bedekken (die toestemming kreeg hij niet). Het huis is later verkocht aan de overheid en is nu één van de vele residenties van de President van de Russische Federatie.

Inmiddels ben ik in het moderne centrum van de stad aangekomen. Het is druk op straat, het is zaterdagmiddag dus ook hier is iedereen op stap. Net als in Moskou is het hier helemaal een rage om met (elektrische) step te rijden – je kunt ze ook huren. Terwijl de mensen flaneren over de brede straten sta ik even stil bij de houten watertoren uit de jaren 1880.

Jekaterinenburg is met zijn 1,3 miljoen inwoners de op 3 na grootste stad van Rusland. Er zijn dan ook veel grootse gebouwen en pleinen. Op het grootste plein van de stad, het Plein van 1905, staat nog steeds een enorm Lenin standbeeld fier overeind. Hij staat te oreren voor een Stalinistisch aandoend overheidsgebouw (het gemeentehuis?).

In de grootste winkelstraat van de stad stuit ik op een optocht van zingende Hare Krishna’s! Het is erg lang geleden dat ik die nog eens heb gezien in Nederland. Het zijn er een stuk of 20 en ze zien er erg gelukkig uit. Het Russische winkelend publiek kijkt er vol verbijstering naar. De straten zijn net als elders in Rusland vol met internationale winkels en ook heel veel Amerikaanse fastfoodrestaurants. Een enkel koopmanshuis met winkel uit de late 19de eeuw is bewaard gebleven in het straatbeeld.

Het is inmiddels tegen 5 uur en ik sta opeens voor een restaurant dat er aantrekkelijk uit ziet. Het is het Vietnamese Viet Mon. Ik ga er lekker zitten eten en besluit daarna de rest van de ‘rode’ wandeling niet af te maken en de metro terug naar het hotel te pakken. Ik ga een korte nacht tegemoet – om half 3 moet ik opstaan voor de volgende treinrit!
Wat ik nog gemist heb in de stad? Mijn Russische reisgenoten in de trein afgelopen nacht vroegen “Houd je van stenen?” en hadden me het steenmuseum aangeraden. Jekaterinenburg is van oudsher een echte mijnbouwstad en het blijkt dat ze zelfs 3 steenmusea hebben. Ook is er hier ergens in een ander museum het oudste houten beeld ooit. Én het is de stad waar Boris Jeltsin groot is geworden – sinds een paar jaar is er hier een groot tentoonstellingscomplex over zijn leven en werk.