Livingstone

Het Zambiaanse grensplaatsje Livingstone (14.000 inwoners) is vernoemd naar de Schotse zendeling & ontdekkingsreiziger David Livingstone. Hij was het die als eerste Europeaan in 1855 de Victoriawatervallen ontdekte. In het lokale museum kun je nog wat spullen van hem terug zien: een bijbel, brieven, een bagagekist.

De watervallen heb ik inmiddels wel van alle kanten bekeken, dus ik besluit op de allerlaatste ochtend van mijn reis een fietstour te doen door het andere Livingstone. Een gids van Local Cowboys Cycle Tours komt me om 8 uur ophalen.

Livingstone3
Op weg met de gids – de zandpaden op

Vanaf mijn overnachtingsplek, de ZigZag Town Lodge, steken we de grote weg over en start het fietsen over het zand – behalve de hoofdweg is er niets verhard. We moeten al snel weer van de fiets af omdat we een hele lange houten brug over het spoor moeten oversteken. De ontwikkeling van Livingstone heeft veel te maken gehad met de spoorwegen: via de brug langs de watervallen naar Zimbabwe werden hout en grondstoffen door de Britse koloniën vervoerd.

Er rijden nog steeds treinen – het meest goederentreinen en 2x per week een heel langzame passagierstrein naar de Zambiaanse hoofdstad Lusaka. Treinen naar Zimbabwe rijden er niet meer.

De eerste buitenwijk van Livingstone waar we doorheen rijden is door de Britten opgezet als woonwijk voor spoorwegarbeiders. Het zijn stenen vrijstaande huizen met een eigen tuin. Ze hebben stromend water en elektriciteit.

Livingstone4
Het wordt al snel landelijk buiten het centrum van Livingstone. De gids wil dat we afstappen bij dit stenen bruggetje: hij heeft hier eens een stel halfdronken Nederlanders rondgeleid, waarvan er eentje hier van de fiets in het riviertje gevallen is.

We fietsen door tussen de akkertjes naar een minder bedeeld dorp. Er is hier ook weinig regen gevallen de afgelopen maanden en het meeste staat er triest bij. Alleen degenen met toegang tot stromend water kunnen hun land besproeien. Het dorp heeft ook een kleine eigen markt, waar de dorpsbewoners hun eigen gewassen verkopen.

Livingstone5
Dorpsmarkt, met o.a. houtskool te koop

Hier in het dorp wonen is een stuk goedkoper dan in een buitenwijk van de stad: je hebt geen water- en elektriciteitsrekening als je dat niet wilt, en je kunt je huisje na goedkeuring van het dorpshoofd bouwen waar je wilt zonder land te hoeven kopen. Veel huizen zijn van hout en leem, maar we zien ook stenen huizen die nog in opbouw zijn.

Livingstone6
Huis van hout en leem, met een dak van golfplaat tegen de regen

Naar school gaat in dit dorp bijna niemand. Er zijn twee beroepen: boer of arbeider in de steengroeve. We zien ook veel mensen brandhout uit het nationaal park halen, of tot houtskool verwerken dat ze dan weer te koop aanbieden.

Aan de rand van het dorp ligt die steengroeve. Het doet vermoeden dat het een soort fabriekje is, maar niets is minder waar. Een stuk of 10 mensen zijn bezig stenen uit de grond te hakken, en die dan weer verder in kleinere stukjes op te splitsen. De steentjes die zo ontstaan worden gebruikt voor de verkoop aan degenen die een stenen huis willen bouwen.

Livingstone7
Het resultaat van een paar uur stenen hakken

Daarna volgt een flink stuk fietsen. Soms door het mulle zand. Gelukkig is het nog niet al te warm. We komen langs een prachtige lagune die helemaal vol zit met waterlelies. In de buitenwijk van Livingstone die daarbij hoort heeft de fietsorganisatie een lagere school gebouwd. Een deel van de 25 US dollar die je betaalt voor de tour wordt hieraan besteed.

Er zitten ruim 200 kinderen op de school, van 4 tot 14 jaar. De gebouwen zien er prima uit (ze zijn nog maar een paar jaar oud). De kinderen krijgen ook dagelijks een lunch op school en zitten er de hele dag. We kijken even binnen bij de kleintjes.

Livingstone8
De gecombineerde klassen van de kleintjes op de Local Cowboys school

Onze laatste stop is bij de grote dagelijkse markt van Dambwa. Je kunt er tweedehandskleding kopen, huishoudelijke artikelen en natuurlijk ook groente en vlees/vis. Tomaten doen het blijkbaar goed hier: voor verschillende groottes betaal je verschillende prijzen. Een pond tomaten kost zo’n 5 kwacha (0,35 EUR). Verder zijn er veel soorten bladeren die als spinazie worden gekookt.

We gaan trouwens niet het vlees/vis deel van de markt op – de gids is vegetariër en ik geloof dat hij het daarom mijdt. Het meest exotische voedsel dat ik zo zie zijn gedroogde rupsen.

Livingstone9
Rupsen te koop op de markt van Dambwa

Een specialiteit op de markt is ook het aanbod van pindakaas. Bij een paar stalletjes doorlopen ze vanaf de rauwe pinda’s het hele proces tot er (pure) pindakaas in potjes belandt. Je ruikt het meteen als je er in de buurt bent.

Livingstone10
De pindakaasmachine

Na 3,5 uur komen we weer zonder kleerscheuren en zonder lekke banden aan bij ons vertrekpunt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s