Hôtel Solvay is een laat 19de eeuwse stadsvilla in Brussel, ontworpen door de Belgische architect Victor Horta. Ik bezocht het deze zaterdag met een speciale Nederlandstalige rondleiding van Explore Brussels. Ze houden het exclusief: de rondleidingen zijn maar eens per maand en een kaartje kost 40 EUR. Je moet ook ruim vooraf via internet reserveren.

De 19de eeuwse villa tussen de modernere buren
Tegen 12 uur verzamelen zich zo’n 25 bezoekers voor de ook al imposante façade van Louizalaan nummer 224. We krijgen vast plastic hoesjes voor over onze schoenen uitgereikt, zodat we het interieur niet zullen bezoedelen. Dit is tegenwoordig een drukke buurt, met veel verkeer, ambassades, winkels en restaurants. Het huis is ingeklemd tussen twee lelijke kantoorpanden. Ik heb mijn auto zo’n 10 minuten verderop kunnen parkeren in garage Flagey.
Hôtel Solvay is het best bewaarde van de vier door Horta ontworpen huizen in Brussel. Ze staan op de Werelderfgoedlijst omdat ze beschouwd worden als hoogtepunten van de Art Nouveau. In 2002 was ik al eens bij één van de andere – het huis waarin Victor Horta zelf woonde en dat nu een museum is. Het ligt hier maar zo’n 500 meter vandaan.

Het Hotel Solvay bevindt zich in Brussel op de Louizalaan nummer 224. Zelfs het huisnummer is door Victor Horta ontworpen.
De entree tot Hôtel Solvay vanaf de straat geeft toegang tot de doorgang tot de tuin: deze was breed genoeg om een koets en later een auto door te laten. De daadwerkelijke ingang is dan halverwege aan de rechterkant. Toen het huis gebouwd werd was het nog vrijstaand. Het bezette een flink stuk grond: 15 meter breed en 20 meter diep aan een voorname laan tussen het centrum en de omringende bossen van Brussel.
De rondleiding begint met uitleg over de familie Solvay, die dit huis in 1894 liet bouwen. Ze waren rijk geworden met het chemisch produceren van soda en gaven Victor Horta de vrije hand om een huis in de stad voor hen te ontwerpen voor in de wintermaanden (ze hadden ook nog een landgoed buiten). Later is het in handen gekomen van een andere rijke familie (Wittamer) die er een bruidsmodeatelier in hield. Het is nu nog steeds in privé-bezit van die familie en dat wordt ook als reden aangegeven dat je er niet mag fotograferen. Maar het is geen bewoond huis: behalve voor rondleidingen als deze wordt het ook verhuurd voor vergaderingen en andere bijeenkomsten.

Hout, glas, metaal en veel rondingen typeren de ramen en deuren aan de façade.
Het meest spectaculaire deel van het huis ligt al direct achter de voordeur: een dubbele, opengewerkte trap met op de eerste etage een metershoog en -breed schilderij in impressionistische stijl. Horta stond erom bekend dat hij zichtbare metalen structuren gebruikte in zijn ontwerpen voor woonhuizen, materialen die tot dan toe vooral voor stations en fabrieken werden ingezet. Ook zijn er verschillende dure houtsoorten (o.a. uit Congo) en marmer verwerkt. Via verschillende lichtkoepels en veel ramen valt er veel licht in het huis. Op een sombere middag in december als deze zijn er echter wel lampjes nodig om alles extra te verlichten.
Het interieur van dit huis is nog volledig intact, inclusief meubilair van de hand van Horta zelf en kunstwerken van bevriende kunstenaars. In iedere ruimte zijn de stoelen anders en er zijn veel frivole details zoals schuifdeuren en verborgen toiletten.

Deel van het interieur (foto van het internet geplukt)
De onderste 2 verdiepingen waren om gasten te ontvangen, op de bovenste woonde de familie zelf. Die laatste ruimtes zijn ook wel wat soberder ingericht. Hier zie je aan de plafonds dat zelfs in dit huis niet alles in perfecte staat is: de verflaag is aan het loslaten. Er woonde en werkte ook veel personeel in het huis: zij konden zich volledig uit het zicht van de gasten ‘achter de schermen’ bewegen via eigen gangen en trappen.