Zaterdag mocht ik als introducé mee met studentenvereniging Suster Bertken op excursie naar Naarden-Vesting. Al bij het aanrijden blijkt dit vestingstadje een prettige verrassing: de uitgebreide vestingwallen en grachten die je met je auto moet passeren geven het een soort onoverwinnelijke allure.
In het plaatselijke Vestingmuseum kregen we eerst in 2 groepjes een rondleiding met gids. Het museum hier speelt zich ook vooral buiten af, dus we hadden geluk dat het goed weer was. Omdat het op de strategische route naar Amsterdam lag, werd Naarden in de 17de eeuw militair interessant. Een complete vesting in stervorm werd gebouwd. De geschiedenis van de vesting was er verder één van vallen en opstaan, alle fortificaties hebben in ieder geval Spaanse en Franse bezetters niet buiten weten te houden. Nog tot in 1986 waren hier soldaten gelegerd.

Vestingwerken bij het museum
Buiten het museum wachtte een tweede rondleiding: die door het stadje Naarden-Vesting (het grotere Naarden ligt buiten de vestingmuren). Hier startten we bij de fraaie Utrechtse Poort – één van de twee hoofdingangen van de vestingstad. Het stadje heeft zijn oorspronkelijke stratenplan behouden en bestaat vooral uit rijen kleine huizen, met tegen de vestingwallen aan de resten van militaire opslagplaatsen en kazernes.
Verder zijn er nog wat interessante andersoortige overblijfselen uit de 17de eeuw te zien. Het graf van de Tsjechische theoloog en pedagoog Comenius (1670) bijvoorbeeld. En het oude stadhuis van Naarden (1601), in de voor die tijd kenmerkende Hollandse renaissancestijl.

Utrechtse Poort, vanaf de buitenkant van de stad gezien
Als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie staat Naarden-Vesting ook op de Voorlopige Lijst van Nederland voor het werelderfgoed. Als alles onderweg goed gaat, zal het in 2020 als uitbreiding op het al bestaande Stelling van Amsterdam aan de Lijst worden toegevoegd.