Wat is het?
Meteora staat voor een groep van 7 kloosters die op hoge rotspilaren zijn gebouwd. Ze zijn gesticht in de 14de en 15de eeuw als uiting van het leven in eenzaamheid. Ook boden ze bescherming in tijden van politieke instabiliteit. In de bloeiperiode waren er 24 kloosters, nu zijn er nog slechts 4 bewoond door monniken of nonnen. Het is een gemengd werelderfgoed, dat wil zeggen dat het zowel aan culturele als natuurlijke criteria voldoet. De pilaren zijn zo’n 60 miljoen jaar geleden ontstaan door het uitslijten van rivieren en aardbevingen.
Cijfer: 8 (De natuurlijke omgeving is eigenlijk het mooiste. Heel knap ook natuurlijk dat de oude ‘Meteorieten’ hun kerken en kloosters stichtten op de pieken – en dat zonder de toegangswegen van vandaag de dag. De kloosters zijn tegenwoordig van binnen vrij modern en op een enkel met muurschilderingen bedekt kerkje na niet zo bijzonder.).
Toegang: Elk van de kloosters vraagt een entreeprijs van 3 EUR. Daarnaast moet je als vrouw een lange(re) rok dragen. Bij de ingang van ieder klooster kun je daarvoor een wikkelrok lenen.

Wikkelrokken te leen.
Hoeveel tijd: Ik was er 2 dagen/3 nachten. Je kunt er ook met een lange dagtocht naar toe vanuit Athene bijvoorbeeld, maar dan mis je heel wat van de sfeer en de vergezichten op verschillende momenten van de dag. Ik overnachtte in het dorpje Kastraki aan de voet van het gebergte en dat beviel goed. Als de bustoeristen weg zijn is het er gezellig met een paar terrasjes en steeds maar die mooie uitzichten.
Opvallend: Het is helemaal niet zo’n groot gebied: vanaf Kastraki ligt het verst gelegen klooster 8 kilometer verderop. De 6 grotere kloosters zijn door een asfaltweg met elkaar verbonden, een asfaltweg die zo breed is dat 2 bussen elkaar kunnen passeren. Mijn plan voor de eerste dag is om met de bus naar het verste klooster te gaan (St. Stefanus) en vandaar terug te lopen naar Kastraki. Ondertussen doe ik dan 4 kloosters aan, de andere 2 (+1 , daarover later meer) bewaar ik voor de volgende dag.

Agia Triada klooster, het lastigst te bereiken
Deze bus gaat maar 4 keer per dag, vanaf 9 uur. Als enige sta ik te wachten op het plein van Kastraki – de bus zit al aardig vol met passagiers die in de grotere plaats ‘beneden’ (Kalambaka) zijn ingestapt. Hoewel het een gewone openbare bus is en de kosten navenant laag zijn (1,80 EUR voor een enkeltje), is het toch ook een soort tour. De busmaatschappij heeft een Engels sprekende hulp meegestuurd die alle vragen van de verdwaasde toeristen kan beantwoorden en hen bij het gewenste klooster uit de bus zet. Ook stopt de bus 10 minuten bij een uitkijkpunt.
Door die tussenstops doet de bus er 50 minuten over om St. Stefanus te bereiken. Dit is een groot nonnenklooster dat je via een bruggetje vanaf de parkeerplaats zo binnen loopt. Er is een kapelletje, een kerkje en wat bijgebouwen waar de nonnen wonen. Met een minuut of 10 heb ik het wel gezien.

Imposante rotspilaren overal
Naar beneden lopend is het volgende klooster de Agia Triada. Dit is het lastigst te bereiken klooster: het ligt echt op een punt van een pilaar. Vanaf de weg moet je via een breed pad eerst helemaal naar beneden lopen, en dan via steile trappen omhoog naar de ingang van het klooster. Zoals bij alle andere kloosters is het er desondanks druk genoeg – je ziet op de parkeerplaatsen steeds zeker 10 bussen staan.
Daarna volgt er een langer stuk over de asfaltweg. Hoewel er geen trottoir is, is het toch ontspannen lopen omdat er alleen maar toeristenverkeer langs komt. Die rijden niet zo hard. Er is zo genoeg gelegenheid om foto’s te maken, want de uitzichten blijven schitterend.

Klooster van de heilige Nikolaas
Het 3de klooster op mijn route is dat van Rousanou. Dit bereik ik door vanaf de asfaltweg boven een bospad te nemen. Later blijkt de route van onderen tot de weg een stuk korter te zijn. Het klooster zelf is misschien wel mijn favoriet: zijn kerk heeft de mooiste fresco’s. Helaas mag je nergens in de kerken foto’s maken.
Tot slot, al bijna weer terug in Kastraki, wacht de klim naar het laatste klooster: dat van de heilige Nikolaas. Dit is van een afstand heel fotogeniek omdat het op een wat lagere piek ligt dan de andere. Er is wat meer ruimte om het gebouw, je loopt hier eerst langs een paar kapelletjes.

Kapel bij het Groot Meteoron
De volgende dag bezoek ik tijdens een wandeltocht nog het Groot Meteoron, Varlaäm (alleen van de buitenkant) en het 7de, recent voor publiek opengestelde klooster van Ipapantis. De kloosters zijn tegenwoordig meer toeristische attracties en geldmachines dan religieuze oorden. De meeste monniken zijn weer teruggekeerd naar de Heilige Berg Athos, waar hun voorgangers ooit vandaan kwamen.