Na de vele dagen met lange bus- of jeepritten doe ik het rustig aan vandaag. Ik blijf in de Svanetische hoofdstad Mestia en bezoek daar voor een paar uurtjes de belangrijkste bezienswaardigheden. Eerst loop ik een eind omhoog naar de weg naar Ushguli: ik had gisteren vanuit de auto al gezien dat je vanaf hier mooie vergezichten op de stad hebt. Natuurlijk zijn er ook weer een paar Georgische koeien aanwezig. Weilanden met een hek eromheen lijken ze hier niet te kennen, de koeien banjeren de hele dag langs de berm totdat ze aan het einde van de dag weer door hun eigenaar opgehaald worden om terug naar stal te gaan.

Zicht over Mestia
Vlak in de buurt ligt het Svaneti Museum. Dit is een groot, modern gebouw aan de rand van de stad. Het is in 2013 helemaal in eigentijdse staat gebracht, en dat heeft hen in 2016 zelfs een eervolle vermelding bij de Europese Museumprijzen opgeleverd. Je moet hier dan ook toegang betalen (7 lari / 2,30 EUR) en je krijgt er een heuse folder plus entreekaartje voor terug.
In het museum staan de geschiedenis en etnografie van de regio Svanetië centraal. Het begint met vondsten uit de bronstijd, met munten en met wapens. Het mooiste is echter de zaal met iconen. De meeste daarvan komen uit de dorpen rondom Mestia en zijn geschilderd in een naïeve Svan-stijl.

13de eeuwse triptiek uit Mestia

De Heilige Joris, in typische stijl van de Svan
Net als de rest van deze streek staat Mestia ook nog vol met middeleeuwse torenwoningen, 66 in getal. Twee daarvan zijn opengesteld om van binnen te bekijken. Ik ga naar het huis en museumpje van de alpinist Mikhail Khergiani. Het blijkt nog een flink eind lopen, het ligt eigenlijk in een gehucht iets buiten Mestia. Deze weg is ook deels onverhard en ik ben blij dat ik mijn bergschoenen aan heb – je komt er niet onderuit soms door de blubber te moeten lopen.

Torenwoning van Mikhail Khergiani
Gelukkig is het huis geopend. Op de begane grond is een centrale ruimte waarin gekookt en geleefd werd. Alleen de heer des huizes had een stoel. De dieren en de mensen leefden hier dicht op elkaar: de varkens en koeien overnachtten, alleen afgescheiden door hekwerk, in dezelfde ruimte als de mensen. Bovenop het dierenverblijf sliepen de mensen: zo bleven ze lekker warm ’s nachts.

De open ruimte waarin mensen en dieren leefden: de varkens in het hok achter de bogen, de mensen sliepen er boven in het zwarte gedeelte
De rest van de kamers van het huis is ingericht als een tentoonstelling over het leven en de prestaties van de alpinist Mikhail Khergiani. Een lokale jongen, die zich in de Sovjettijd met de beste bergbeklimmers kon meten.
De smalle toren, die dienst deed als uitkijkpost, is ook te beklimmen. Dat gaat via twee steile ladders. Ik moet eerst wat moed verzamelen, maar nadat ik 2 gezette Russische dames op ballerina-schoentjes heb zien afdalen raak ik overtuigd dat het mij ook wel zal lukken. En inderdaad valt het mee. Pas helemaal bovenin kun je naar buiten kijken: hier zijn 12 gaten vanuit waar je de omgeving in alle 4 windstreken goed in de gaten kunt houden.

Op de bovenste verdieping van de torenwoning
Voor de lunch strijk ik neer op een terrasje dat boven de kolkende rivier hangt die dwars door Mestia stroomt. Of je er erg goed kunt eten weet ik niet, maar het heeft wel de mooiste horecalocatie van de stad. Helaas staan er geen salades op het menu, dus ik waag me maar weer aan een deeg-kaas combinatie. Ik kies voor de Adjaruli Khachapuri: een deeg’boot’ gevuld met kaas, en daar bovenop een rauwe eierdooier en boter. Als je dat een beetje door de kaas roert, heeft het net iets meer smaak dan de gewone khachapuri. En het ziet er een stuk leuker uit!

Adjaruli Khachapuri