Wat is het?
Opper-Svanetië is een bergstreek die door haar geïsoleerde ligging haar middeleeuwse karakter heeft behouden. Het is bekend om zijn drie tot vijf verdiepingen hoge torenwoningen, die de bevolking bescherming gaven tegen bedreigingen van buiten. Svanetië heeft lang voor onafhankelijkheid gestreden en de lokale leiders kozen vaak tegen het centrale Georgische gezag. Het werelderfgoed omvat maar één voor deze traditie representatief gehucht (Chazhashi), dat onderdeel uit maakt van de gemeente ‘Ushguli’ samen met nog 3 vergelijkbare dorpen. Het ligt op 2100 meter hoogte, tegen een achtergrond van met sneeuw bedekte bergen.
Cijfer: 8 (Dit is één van de meest afgelegen werelderfgoederen die je in Europa kunt bezoeken, en het stond al lang op mijn verlanglijstje. Hoewel ze wel besef van toerisme hebben en er veel mensen kamers verhuren, is dit zeker geen openluchtmuseum. Het is landschappelijk al een prachtige omgeving, en de overvloed aan smalle woontorens maakt het helemaal af.).
Toegang: Er wordt geen entreegeld geheven. Het zijn ‘gewoon’ bewoonde dorpjes. Voor het privé-vervoer Mestia-Ushguli-Mestia betaalde ik 200 lari (65 EUR).
Hoeveel tijd: Ik ben 2,5 uur ter plekke geweest. Gecombineerd met de 2x 2 uur voor de rit van en naar Usghuli vanuit Mestia kost het je dus een groot deel van de dag.
Opvallend: Ik ga direct na het ontbijt om 7 uur op pad richting Ushguli – er is voor later op de dag regen voorspeld en het is nog een flink eind rijden om er te komen. Op het centrale plein van Mestia, de hoofdstad van Svanetië en de plaats waar ik heb overnacht, staan de jeeps en minibusjes ook zo vroeg al klaar. Bijna iedere toerist gaat hier een dag naar Ushguli, dus de eerste chauffeur die me aanspreekt neemt al aan dat ik daar heen wil. Ik kan voor 50 lari een plek in zijn jeep krijgen, maar dan moet ik wel wachten tot hij vol is met andere passagiers. Met wat gebarentaal weet ik hem duidelijk te maken dat ik de hele jeep wil huren, en niet wil wachten. Een bezoek aan een werelderfgoed mag wat kosten!
Zo beginnen we al voor half 8 aan de rit die als lastig te boek staat. Het is maar 44 kilometer rijden, maar naar verluidt is de weg in abominabele staat. De geschatte reistijd is 2 tot 3 uur. Gelukkig hebben ze de eerste 15 kilometer tegenwoordig verhard, dus dat schiet nog wel op. Daarna volgt een zandweg die door de vele regen van de afgelopen tijd hier in de bergen tot een modderbad is geworden. Ook zitten er gaten in die met water zijn volgelopen, en stroomt er hier en daar een waterval over het wegdek. Je kunt hier alleen met een vierwielaangedreven auto uit de voeten. Al moet gezegd worden dat we onderweg zelfs fietsende toeristen tegenkomen.

De weg…
Het landschap is schitterend: nauwe, groene valleien met aan weerszijden hoge pieken waarop nog veel sneeuw ligt. Dit gebied heeft de hoogste bergen van Georgië, onder andere de Sjchara (5201 meter). Onderweg komen we al langs veel dorpen met de karakteristieke Svanetische torenwoningen, ook Mestia heeft er nog veel. De meeste zien er wel vervallen uit. Verder zien we natuurlijk weer de gebruikelijke hoeveelheid koeien op de weg.
Onder de naam Ushguli (ook de naam van de vallei) liggen 4 gehuchten op een rij die nog erg veel torens hebben. Het eerste is Murkmeli. Dit is onbewoond, en de torens staan hier op instorten of hebben dat deels al gedaan. Daarna volgen Chazhashi aan de rechterkant van de rivier, en Chvibiani en Zhibiani direct aan de linkerkant daarvan. De chauffeur parkeert zijn auto hier, en ik ga te voet verder.

Chazhashi, aan de kolkende rivier
Chazhashi heeft 28 inwoners. De torenwoningen staan hier dicht op elkaar. De straten ertussen zijn onverhard, en glibberig door een combinatie van modder en koeienvlaaien. Het bijzondere aan de torenwoningen is dat de bovenste verdiepingen als uitkijktorens werden gebruikt, en op de onderste verdieping leefden de mensen en hun dieren samen. Nog steeds banjeren de dieren onbekommerd door de straten: varkens, honden, koeien. De mensen verplaatsen zich te paard.

Varkens voelen zich thuis in de modder van Chvibiani
Aan de overkant van de rivier liggen nog 2 dorpjes. Deze zien er op het eerste gezicht mooier uit: vooral omdat ze tegen de wit besneeuwde bergen aan liggen. Tussen de woontorens door staan hier meer moderne gebouwen. Er zijn hier ook 2 kerkjes en een museum, maar alles is vandaag gesloten.

Woontorens van Chvibiani
De chauffeur wijst me nog omhoog, een pad op waar ik zeker ook nog moet gaan kijken. Hier kom je uit bij de restanten van de Toren van Koningin Tamar. Dit was tijdens de middeleeuwen de plek waar de bevolking bijeen kwam om de strijdplannen te bespreken. Hier waren de vestingmuren ooit het stevigst, maar in de jaren 30 is veel vernietigd door de Sovjets. Nu is het vooral een mooi uitkijkpunt over de dorpjes en hun torens.

Toren van Koningin Tamar
Een gedachte over “#663: Opper-Svanetië”