Het David Gareji klooster ligt in het uiterste zuidoosten van Georgië, pal op de grens met Azerbaijan. Er gaat geen openbaar vervoer naar toe, maar elke dag om 11 uur vertrekt er een speciale shuttle bus vanaf het Poesjkin standbeeld in het centrum van Tbilisi. Deze brengt je voor 25 lari (8 EUR) naar het klooster, en gaat 3 uur na aankomst weer terug. Je kunt deze bus niet reserveren en ik was al bang dat het op een zaterdag erg druk zou zijn. Dat blijkt het ook te zijn, maar in dat geval sturen ze gewoon nog een bus.

Onderweg even de benen strekken
Zoals bij alles in Georgië gaat het rustig aan – de (tweede) bus is een minuut of 20 te laat, het kost tijden om Tbilisi uit te raken, we stoppen nog een minuut of 10 bij een tankstation om water en snacks in te slaan. En dan is het nog ruim anderhalf uur rijden over een weg die steeds slechter wordt, vol met gaten en soms onverhard. Het landschap wordt wel steeds mooier, het is een uitgestrekte steppe met rollende groene heuvels en veel vogels.
Tegen 2 uur komen we aan bij het klooster. Het ligt tegen een rotswand aan, en dat geeft het ook zijn speciale charme. In de rotsen zijn honderden natuurlijke en uitgehouwen grotten, die gebruikt zijn als cellen waarin monniken leefden, kapelletjes en kerken. Vanaf dit moment zijn we op ons zelf aangewezen – de shuttle bus levert alleen transport en geen tour.

Het Lavra klooster
Het klooster bestaat uit 2 delen: het Lavra klooster bij de ingang, waar nog een stuk of 10 monniken leven en ze druk aan het renoveren zijn. En het Udabno klooster, op de top van de rotsen. Het laatste moet het mooiste zijn, dus we volgen een pijltje ‘Udabno’ dat omhoog wijst vanachter de kloosterwinkel.
Daarna houden de aanwijzingen wel op. En wat erger is: het is een grote klimpartij, steil omhoog over een smal zandpad met keien. Na een minuut of 10 geef ik het op, dit is niet te doen. Ik zie een ander zandpad dat halverwege de rotswand loopt en langzamer stijgt. Volgens het schematische kaartje dat we van de busmaatschappij hebben gekregen moet je via deze route ook omhoog kunnen, de paden vormen een lus.

Kapel, uitgehouwen in de rotsen
Het lopen gaat hier een stuk gemakkelijker, en al snel zien we een in de rotsen uitgehouwen grot. Er is ook een trap uit de rots gehakt, zodat je bij de ingang kunt komen. De ingang tot de grot is helaas met een deur afgesloten. Ook in de grot ernaast is niks te zien.
Verder dan maar over het zandpad omhoog. Naast de twee shuttle bussen uit Tbilisi zijn er nog meer toeristen, dus je kunt aan de wandelende mensen zien waar het pad loopt. Het kost mij een uur om boven op de bergrand te komen. Bij een kapelletje op de top zit een eenzame Georgische soldaat de grens te bewaken. Ik eet er mijn meegebrachte lunch van water en brood op.

Kapel op de top
Bij het bepalen van de moderne grenzen tussen Georgië en Azerbaijan hebben ze alleen maar een rechte streep op een kaart gezet. Dat pakte ongelukkig uit voor het David Gareji klooster: de onderste helft (Lavra) ligt nu namelijk in Georgië en de bovenste (Udabno) in Azerbaijan. Als je boven over de bergrand wandelt, loop je precies op de grens. De Azerbaijaanse grenspost zit een eind verderop en men laat het bezoek aan beide kanten van het klooster zonder controle toe.
Ik ben inmiddels al anderhalf uur aan het wandelen en heb het bovenste klooster nog steeds niet ontdekt. En ik ben niet de enige, steeds kom ik weer andere toeristen tegen die in een grot of kapelletje zijn gaan kijken in de hoop daar de befaamde muurschilderingen van het Udabno klooster te vinden. Mijn vermoeden is dat het ligt op een lager gelegen richel aan de Azerbaijaanse kant: daar kun je nog een reeks grotten in de bergwand zien, en er lopen ook mensen. Ik heb echter door het vele lopen geen puf meer om verder af te dalen (en daarna terug te moeten klimmen).

Onderweg zie je veel bloemen, vlinders en vogels

Zicht over Azerbaijan
Om de lus van de wandeling vol te maken moet ik nog via het steile stuk naar beneden, terug naar de parkeerplaats en het onderste klooster. Een deel daarvan breng ik zittend door, het lijkt wel een glijbaan. Vanaf de helling heb je bijna constant zicht op het parkeerterrein en een toren, dus verdwalen doe je hier niet snel. Gelukkig zijn en blijven de vergezichten hier mooi, en dat maakt veel goed.
Eenmaal weer heelhuids beneden aangekomen bekijk ik nog het Lavra klooster. Het lijkt gesloten vanwege de verbouwing, maar via wat obscure sluiproutes kom je toch op de binnenplaats en in de kerk. De laatste ziet er van binnen nieuw uit, maar staat hier naar verluidt al sinds de 6de eeuw. Hier is ook de graftombe van David Gareji, de stichter van het klooster die samen met 12 andere monniken uit het Midden-Oosten was gekomen. Vanaf de binnenplaats is er één grot waar je binnen kunt kijken, de anderen zitten achter gesloten deuren. Dit was de cel waarin David woonde.

In David’s cel, of die van zijn lokale discipel Lukiane
Tegen 5 uur gaat de bus weer terug naar Tbilisi. Ik ben blij weer een tijdje te kunnen zitten, en iedereen ziet er vermoeid en verhit uit (het was weer 30 graden vandaag). De chauffeur zet maar voor de zoveelste keer zijn enige muziek-stick op met 20 internationale zomerhits. Hij vraagt wel of iemand nog andere muziek bij zich heeft, maar we moeten het op de terugreis doen met nog een keer of 4 Despacito en La Macarena.
In het boerendorp Udabno, na een half uur rijden, stoppen we voor een lunch / diner. Een paar ondernemende families hebben hier restaurants geopend voor passerende toeristen richting het klooster. Ik eet bij Udabno Terrace, een betonblok met dakterras waar we al snel weer verjaagd worden doordat het begint te regenen. Gelukkig kun je daar ook binnen zitten, en ik werk mijn eerste khachapuri van deze reis weg. Dit is bladerdeeg gevuld met kaas, niet echt een culinaire belevenis.

In het dorpje Udabno scharrelen de varkens en koeien in de straten
Praktische tips voor een bezoek aan David Gareji:
|
2 gedachtes over “David Gareji klooster”