Wat is het?
Land van de wierook is de prozaïsche omschrijving van 4 plekken in het zuiden van Oman die gerelateerd zijn aan de teelt van en handel in olibanum, hars van de wierookboom. In Wadi Dawkah is een bos aan wierookbomen te zien, in Shisr de ruïnes van een oasestad waarlangs de karavanen trokken, en in Al-Beid en Sumhuram beide de resten van een havenstad van waaruit de wierook werd verscheept. Al in de 4de eeuw voor Christus vond vanuit hier handel in wierook plaats.
Cijfer: 7 (De teelt en handel in wierook kun je nergens ter wereld beter zien dan hier (nou ja, misschien in Ethiopië en Somalië die tegenwoordig de grootste producenten zijn). Dit werelderfgoed ‘dwingt’ je ook om af te reizen naar Oman’s zuidelijke regio Dhofar en niet te blijven hangen in het toeristische cirkeltje Muscat-Nizwa in het noorden).
Toegang: Bij de opgravingen van Al-Beid en Sumhuram betaal je 2 rial (4,20 EUR).
Hoeveel tijd: Ik bezocht, verdeeld over 3 dagen, 3 van de 4 ingeschreven locaties. Alleen Shisr sloeg ik over: het zou 2 uur enkele reis rijden zijn voor niet al te spectaculaire ruïnes. De meeste tijd kun je doorbrengen bij Al-Beid, op dat terrein ligt ook het Museum van de Wierook. Daar ben ik zo’n anderhalf uur geweest. Ook Sumhuram is groot genoeg om je een uur te vermaken.
Opvallend: Wierook is overal in het zuiden van Oman: als je het moderne overdekte winkelcentrum van Salalah binnenstapt, komt de geur je al tegemoet. Op de plaatselijke Al-Husn Souq kun je het per kilo in korrels kopen. Voor het werelderfgoed reed ik eerst naar de rand van de stad, waar bij de opgravingen van Al-Beid het ‘Museum van het Land van de Wierook’ gevestigd is. Tegen de avond is dit een heerlijke plek om rond te wandelen: er zijn veel vogels (het ligt aan het water, het was een havenstad) en het uitgestrekte terrein heeft wandelpaden. De luie mensen kunnen zich hier ook met een golfkarretje laten vervoeren.
Het ‘wierookbos’ Wadi Dawkah ligt drie kwartier rijden ten noorden van Salalah. Hier wordt al sinds vroeger tijden wierook geteeld, en de bossen zijn nog in productie. Om het voor bezoekers wat aantrekkelijker te maken hebben ze er een parkeerplaats, informatiebord en openbare toiletten bij gezet. Ik ben hier zelfs niet de enige toerist: na mij stopt er nog een stel met gids.
De wierook wordt gewonnen op een vergelijkbare manier als rubber: door sneetjes in de bomen te maken waardoor het hars naar buiten lekt en opdroogt. Pas na een aantal keren snijden krijg je goede kwaliteit wierookkorrels. De naam ‘bos’ doet iets natuurlijks vermoeden, maar het is meer een plantage waar de bomen keurig in een rij zijn geplant en met slangen bewaterd worden. Je kunt gewoon tussen de bomen doorlopen. Slechts bij een enkele boom zag ik wat hars.
Op mijn laatste dag in het zuiden reed ik de kustroute, met onder andere een stop bij de lagune van Khor Rori en de daarbij gelegen opgravingen van Sumhuram. Ook dit is weer een keurig aangelegd terrein, met paden en informatieborden. Vooral de ligging is hier heel mooi – vanaf de hoger gelegen ruïnes van de vesting heb je zicht op flamingo’s en op de zeebank die het meer van de lagune van de zee afsnijdt.