De eigenaresse van mijn pension in Windhoek vraagt me bij het ontbijt of ik voor werk in de stad ben. Geen enkele toerist blijft hier immers drie nachten. Maar ik dus wel – ik heb twee volle dagen ‘vrijaf’ voordat mijn tour door het land begint. De eerste daarvan besteed ik aan het verkennen van Windhoek.
Het pension ligt in de rustige buitenwijk Klein Windhoek, maar het is niet al te ver lopen naar het centrum van de stad. Ik heb op een printje uit de Lonely Planet reisgids een tiental bezienswaardigheden aangekruist om een rondwandeling langs te maken. De eerste afslag, naar het voormalige Duitse kasteel Heinitzburg, mis ik al meteen. De afstanden zijn veel korter dan ik had gedacht, en voor ik het weet sta ik in één van de hoofdstraten van Windhoek.

Afslag naar de belangrijkste bezienswaardigheden van Windhoek. 5x Duits!
Die hoofdstraten zeggen meteen al iets over de Namibische recente geschiedenis en politiek: de Robert Mugabe Avenue en de Fidel Castro Street eren de controversiële leiders die steun hebben gegeven aan de Namibische onafhankelijkheidsstrijd. Mugabe Avenue is zelfs de belangrijkste straat van de stad. Op een website van de SWAPO, de organisatie die de vrijheidsstrijd leidde en daarna sinds jaren de belangrijkste partij is in democratisch Namibië, wordt Zimbabwe’s nu voormalige president Mugabe de hemel in geprezen als de enige ware anti-koloniale leider.
Ironisch genoeg liggen aan Mugabe Avenue én Fidel Castro Street de best bewaard gebleven koloniale gebouwen van de stad. Gebouwen uit de korte Duits-koloniale tijd (1884-1915) welteverstaan – daarna volgde tot aan de onafhankelijkheid van Namibië in 1990 de bezetting door het Zuidafrikaanse apartheidsregime. Het Namibisch parlement zetelt tegenwoordig in het fraai genaamde Tintenpalast. En centraal op een rotonde staat de Christuskirche te schitteren, een Luthers kerkje dat er uit ziet om op te eten.

De Lutherse Christuskirche
Ik loop eerst helemaal door naar de noordkant van het centrum. Je loopt hier rustig op straat, er zijn brede trottoirs en het is er vrij netjes. Mensen lopen er te winkelen als in een Europese provincieplaats. Af en toe spreekt een verkoper me aan: eerst in het Duits, maar als ik in het Engels antwoord dat ik uit Holland kom schakelen ze snel over naar het Afrikaans. Deze taal is hier nog veel meer in gebruik dan in Zuid-Afrika zelf.
Het station van Windhoek is ook door de Duitsers opgezet. Tegenwoordig rijden er nog maar weinig treinen, maar het gebouw is het bezoek waard. Als ik buiten wat foto’s aan het maken ben vraagt een man of ik het spoorwegmuseum wil zien. Speciaal voor mij gaat de deur open en gaan de lichten aan in het tiental ruimtes met spoorwegherinneringen. Het meeste dateert uit de Zuidafrikaanse tijd.

Het station van Windhoek
Volgende geplande stop is het Nationaal Museum, voor mij een vaste halte in iedere hoofdstad. Hier in Windhoek is het gehuisvest in een gebouw dat betere tijden heeft gekend. Het hek is open, maar de voordeur is verzegeld met een stevig kettingslot. Ze hebben vast de hele week tussen Kerst en Oud&Nieuw maar vrij genomen…. Ik loop inmiddels al zo’n anderhalf uur door de stad en het is erg heet geworden. Gelukkig zijn er dan de moderne winkelcentra waar de airco op standje koud staat. Ik kijk er wat rond en neem een Italiaans ijsje.
Een stukje terug naar het zuiden zou nog het Onafhankelijkheidsmuseum moeten liggen. Op de heenweg was ik er ook al langs gelopen maar zag de ingang niet. Hier blijkt het kaartje uit mijn reisgids helemaal niet te kloppen: niet getekend maar historisch belangrijk heb je hier de Alte Feste. Dit was de eerste vesting die de Duitsers bouwden in deze streek en waar omheen zich Windhoek heeft ontwikkeld. De vesting is nu een dependance van het Nationaal Museum (en helaas dus ook gesloten). Het valt tegenwoordig een beetje weg tussen de modernere gebouwen, maar op een oude foto die ik even later in het Onafhankelijkheidsmuseum tegenkom kun je zien hoe imposant het vroeger was.

De Alte Feste, het oudste fort van Windhoek, anno 2017

En dat zelfde fort aan het begin van de 20ste eeuw
Het Onafhankelijkheidsmuseum blijkt te zitten in de hoge moderne toren die naast het oude fort staat. Toegang is gratis. Met de lift kun je drie verdiepingen aandoen waarin de strijd voor Namibische onafhankelijkheid wordt weergegeven. Je krijgt er spontaan communistische deja vu-gevoelens bij. Dat komt dan vooral door die prachtige panoramaschilderingen met massa’s strijders en arbeiders. En misschien wel ook door die foto’s bij de ingang van de eerste Namibische president Nujoma met zijn ambtgenoten uit Noord-Korea en China. Later lees ik dat het protserige gebouw zelf ontworpen en gebouwd is in sociaal-realistische stijl door een Noord-Koreaanse firma!

Sociaal-realistische glorie in het Onafhankelijkheidsmuseum
Ik sluit mijn wandeling door de stad af in meer kapitalistische sferen. In de Post Street Mall lunch ik bij een oude favoriet uit Zuid-Afrika: het visrestaurant Ocean Basket. Je hebt er vanaf het terras uitzicht op fragmenten van een meteoriet, die in de oudheid bij het Namibische plaatsje Gibeon is neergekomen en nu hier worden tentoongesteld.

De meteorietfragmenten in de winkelstraat