Op mijn dwaaltocht met openbaar vervoer door het midden van Frankrijk belandde ik eigenlijk bij toeval voor een nacht in Tours. Met z’n 130.000 inwoners is het groot genoeg om goede treinverbindingen te hebben. De stad ligt aan de rivier de Loire, en maakt deel uit van het werelderfgoed Loire-vallei.

Stadhuis van Tours
Het centrum van de stad ziet er fris en modern uit, met onder andere een vrij nieuw tramnetwerk. En natuurlijk zijn er een aantal klassieke Franse gebouwen te zien zoals het stadhuis en het theater.
Ik liep echter door naar de rivier. Van de tekst van de werelderfgoednominatie was ik niet veel wijzer geworden waarom ook Tours tot het kerngebied behoort. De belangrijkste gebouwen die in het zonnetje zijn gezet zijn de grote kastelen langs de Loire, zoals Chambord waar ik in 2012 al eens was. Tours heeft niet een kasteel van dergelijke kwaliteit.

De Wilsonbrug, de oudste brug over de Loire bij Tours
Gelukkig bleek de gemeente of de toeristeninformatie van Tours geïnvesteerd te hebben in informatieborden. In het Frans én het Engels nog wel. Aan elk van de zijden van de Wilsonbrug staat het panorama beschreven dat je aan de overkant van de rivier kunt zien. De stenen Wilsonbrug zelf stamt uit 18de eeuw, en is later naar de Amerikaanse president Woodrow Wilson vernoemd.
Aan de overkant van het centrum vallen vooral de vier douanehuisjes op. De weg naar de brug werd hier zo afgesloten dat niemand kon passeren zonder importbelasting te betalen. Het was een belangrijke hoofdweg, die in de 18de eeuw bekend stond als “de weg naar Spanje”.

Hier werd belasting geheven
De Loire is hier wel breed, maar zit ook vol zandbanken en eilandjes. Het is het domein voor heel wat soorten vogels, en ook daar hebben de lokale autoriteiten een informatiebord aan gewijd. Het water staat nu heel laag, en dat valt extra op doordat de stad zelf beschermd is door een 10 meter hoge kade.

Hoogste waterstanden door de eeuwen heen
Terug in het centrum van de stad liep ik toch ook nog maar even langs de kathedraal. Dit is er één in een net zo flamboyante gotische stijl als die van Bourges. Niet zo mooi, maar het heeft wel van alles wat. In de (te betalen) kloostergang kun je een deel van de rijk bewerkte buitenkant van de kathedraal van dichtbij bekijken.
Binnen zijn er natuurlijk de nodige glas-in-lood ramen. En een paar historische kunststukjes, zoals de in Renaissance-stijl gemaakte dubbele marmeren tombe voor de kinderen van koning Karel VIII. De kinderen stierven aan het eind van de 15de eeuw na respectievelijk 3 jaar en 28 dagen geleefd te hebben.

Tombe van twee gestorven kinderen van de Franse koning Karel VIII