Mijn geplande dagtour naar het eiland Bartolome is helaas geannuleerd: te weinig deelnemers. Zo tegen eind september loopt het toeristenseizoen hier op z’n eind, hoewel ik het er nog best druk vind. De eigenaar van mijn pension raadt als alternatief aan om naar Isabela te gaan, een eiland dat je zelfstandig via de veerboot kunt bezoeken. Om kwart voor 7 brengt hij me weg naar de haven. Daar blijkt zich op de pier een heel circus voor de vertrekkende veerboten te voltrekken. Het zijn boten van verschillende maatschappijen, en voor het gemak vertrekken ze allemaal op hetzelfde moment.

Watertaxi’s liggen te wachten in de haven van Puerto Ayora
Om in de verwarring de toeristen op de juiste boot te laten landen, krijgt iedereen een kaartje om zijn nek met daarop de naam van de boot waar hij of zij naar toe moet. Vanaf de pier moet je namelijk eerst een stukje met de watertaxi, omdat de haven te ondiep is voor de veerboten. Niet dat die ‘veerboten’ veel voorstellen – een paar weken geleden zat ik nog op de veerboot van Algeciras naar Ceuta in Spanje, compleet met restaurant en souvenirwinkels. Deze bootjes hebben maar plek voor een man of 20, en zijn gewoon half overdekte speedboten. Je kunt aan de rand zitten op een bankje met een kussen en er is een toilet. Dat is het.
‘Mijn’ boot Mi Sol is volledig gevuld met toeristen. De man van de kaartjes heeft ook een rol plastic zakken bij zich. Hij scheurt er al bij de start vast vier af, zo heeft hij een zakje binnen handbereik mocht iemand misselijk worden. De kans daarop is vrij groot: het bootje stuitert zich twee uur lang een weg over de golven naar het andere eiland. Je zit beneden in een half-afgesloten ruimte, waardoor je niet vooruit kunt kijken en het allemaal maar moet ondergaan. Ik heb vooraf een pilletje tegen zeeziekte genomen en doorsta het prima. De man hoeft uiteindelijk maar 2 zakjes uit te delen aan medepassagiers.

Zeleeuw slaapt uit in de haven van Isabela
Eenmaal op het eiland Isabela aangekomen moet je eerst een havenbelasting van 10 dollar betalen. Dan ben je vrij zelfstandig het eiland te verkennen. Ik laat me met een taxi een paar kilometer verderop brengen, naar weer een schildpaddenreservaat. Daar ga ik echter niet naar binnen: het is het startpunt van een wandeling langs een aantal meertjes waar je flamingo’s kunt zien.
Het is een leuk vlonderpad, en zoals altijd hier op de Galapagos kun je er wel zeker van zijn dat de benoemde dieren daadwerkelijk aanwezig zijn. In de meertjes zitten in totaal een stuk of 20 flamingo’s. Ze staan een beetje te staan, en wassen vooral hun veren.

Flamingo
De meren hebben verder nog wat watervogels, en ik zie er mijn eerste zwemmende leguanen. Deze zeeleguanen lijken een hele route te hebben ontwikkeld vanaf het meer, daarna omhoog via het pad en dan de weg oversteken om op het strand te komen. Een stuk of 10 zijn onderweg als ik langsloop, en je moet nog oppassen om op ze te gaan staan.
De zeeleguaan komt alleen voor op de Galapagos: hij haalt als enige hagedissoort zijn voedsel uit de zee. Daarvoor moet hij wel eerst zijn lichaam opwarmen, en dat doet hij door uren te zonnen op het strand en de rotsen. Hier op het strand van Isabela zie je er echt tientallen bij elkaar, een fascinerend gezicht.

Zeeleguaan
Over het strand loop ik terug naar de haven, het is een prettige wandeling en de stranden zijn hier zo wit en leeg. Bij een tentje neem ik een vers vruchtensap en een plakje cake als alternatieve lunch.
Op de rotsen rond Isabela leven ook pinguïns, ze zwemmen soms zelfs in de haven. Maar waar ik ook kijk, geen spoor van deze beestjes. Waarschijnlijk moet je toch met een bootje wat verder varen om ze goed te kunnen zien. Tot het tijd is om met de veerboot terug te gaan luier ik nog wat op het strand, waar ik een plekje vindt tussen de zeeleeuwen. Er liggen trouwens nog steeds 3 zeeleeuwen op de bankjes in de haven van Isabela. De toeristen liggen op het zand.

Baai om te zwemmen en te snorkelen in de buurt van de haven

Zeeleeuwtje komt aan op het strand
Om 3 uur vertrekt de veerboot terug naar het eiland Santa Cruz. Het is weer hetzelfde spektakel als in de ochtend. Op de boot vraagt de kapitein vrijwilligers om boven te zitten, en die kans neem ik aan. Je zit hier achter de rug van de kapitein, maar wel buiten en je kunt goed om je heen kijken om onderweg nog wat te zien. Het gehobbel is natuurlijk net zo erg als in de ochtend, en het is ook kouder en natter. Het zal toch maar je werk zijn om deze route elke dag af te leggen, je bent helemaal kapot van het gestuiter.

Zicht vanuit de ‘kajuit’ van de veerboot