Wat is het?
De Medina van Tetouan is het oude centrum van een vestingstad aan de Middellandse Zee. Tetouan was lang een belangrijk knooppunt tussen het Iberisch schiereiland en het binnenland van Marokko. De stad ontleent haar karakter aan de komst van Spaans-Arabische vluchtelingen aan het eind van de 15de eeuw, toen de laatste joden en moslims uit Andalusië werden verdreven. In haar architectuur, stadsplan en decoraties zijn dan ook veel invloeden van de Andalusische beschaving te zien. De medina is omringd door een 5 kilometer lange stadsmuur met 7 toegangspoorten.
Cijfer: 7 (Na een reeks tamelijk oninteressante werelderfgoederen met prehistorische resten is dit eindelijk weer een levend cultureel erfgoed. Een andere wereld ook. De medina van Tetouan lijkt op die van Marrakesh of Fez, waar ik al eens eerder was. De echt grote bezienswaardigheden en voormalige rijkdom ontbreken hier echter, maar dat wordt goed gemaakt door de meer authentieke sfeer.).
Toegang: We zijn niet echt ergens binnen geweest. De drie uur durende rondleiding met gids kostte 50 EUR (ter verdelen onder 15 deelnemers).
Hoeveel tijd: Als dagtocht vanuit Spanje (La Linea) was ik onderweg van 6 uur in de ochtend tot half 10 in de avond. Dat komt omdat je twee keer de grens tussen Spanje en Marokko moet passeren, én met verschillende vervoersmiddelen steeds een stuk moet afleggen. Het begon met mijn huurauto, waarmee ik van La Linea naar de haven van Algeciras reed. In Algeciras pakte ik de veerboot naar de Spaanse enclave Ceuta (ca. 5 kwartier varen). In Ceuta volgde een taxi naar de Spaans-Marokkaanse grens (4 kilometer), en vervolgens een door onze werelderfgoedgroep georganiseerde bus naar Tetouan (nog een half uur rijden). Aan het eind van de middag deden we dit hele circus opnieuw, maar dan in omgekeerde volgorde.
We hadden geluk bij de grenscontroles – als je pech hebt schijn je er wel uren te kunnen staan, maar vandaag was het in ieder geval voor voetgangers rustig en overwonnen we in 20 tot 30 minuten beide hindernissen.

Veerboot in de vroege ochtend, de Rots van Gibraltar passerend.
Opvallend: De eerste indruk van Tetouan was meteen een verrassende. We werden afgezet aan het begin van de winkelstraat tegenover de kerk, een katholieke kerk die nog dateert uit de tijd dat dit deel van Marokko een Spaans protectoraat was (hij is nog steeds in gebruik). Alle gebouwen zitten strak in de verf en de straten zijn schoon.

Het gele gebouw is de katholieke kerk van Tetouan.
Hier in het nieuwere gedeelte van de stad staat de vooraf gearrangeerde gids op ons te wachten. Hij heeft ook een hulpje mee, die achteraan loopt en zal zorgen dat we als groep niet uit elkaar vallen. Dit deel van Tetouan wordt vooral gedomineerd door het (of beter gezegd: een) paleis van de koning. De huidige koning heeft hier pas nog een tijd verbleven. Het is strict verboden voor buitenstaanders, zelfs het hele plein er voor is afgezet.

Toegangspoort tot het koninklijk paleis, in Spaans-Moorse stijl.
De rondleiding gaat verder richting de oude stad. Deze betreed je via één van de zeven stadspoorten. De straten worden nauwer en de traditionele markt begint. De gids vertelt dat er dagelijks veel Berbers vanuit het omliggende platteland naar de stad trekken om hun waar te verkopen. Zij hebben geen officiële stalletjes, maar vinden een plek buiten de stadspoorten of op de grond in de hoeken van de ommuurde stad. Veel van de Berber-vrouwen dragen nog de traditionele strooien hoeden versierd met bolletjes van wol.

Marktwaar in de medina.
Een bijzonder deel van de oude stad is ook de mellah, de joodse wijk. Tetouan had tot aan de stichting van Israël en de immigratie naar andere westerse landen een grote joodse bevolking. Ze leefden in een separaat deel van de medina. De synagoge staat er nog, maar met de naar verluidt nog slechts 8 resterende joden in Tetouan zal deze niet meer in gebruik zijn.
Deze wijk valt verder vooral op door het enthousiaste kleurgebruik. De witte muren die de hele binnenstad van Tetouan domineren zijn hier deels geschilderd in pastelkleuren groen, geel, blauw en roze.

In de joodse wijk, met karakteristieke puntige bogen.
Het laatste deel van de oude stad is de kasbah, een vesting binnen de vesting met dikke muren en een eigen toegangspoort. Nu is het vooral weer een extra stuk markt. Je wordt hier als toerist trouwens opvallend weinig aangesproken door verkopers. Misschien komt het omdat we met een gids zijn. Of omdat de toeristenpolitie nogal actief is: het valt sommige van de groepsleden op dat we de hele tijd gevolgd worden door een “onopvallende” begeleider.
Geen Marokkaanse medina zonder traditionele leerlooierij, en ook hier in Tetouan is er één. Huiden worden hier ontdaan van hun wol, en in verschillende basins bewerkt en gekleurd.

Huiden liggen te drogen bij de leerlooierij.
We drinken tot slot van de rondwandeling nog een muntthee op een terras, en vervoegen ons daarna in het Blanco Riad Restaurant voor een heerlijk Marokkaans middagmaal. Het was een succesvolle excursiedag, prima te doen vanaf Spanje. We hadden een rondleiding geboekt van 3 uur; vooraf leek dat lang, maar achteraf gezien had ik er nog wel langer willen rondlopen en ook wat gebouwen van binnen willen bekijken.