Na een ochtend lummelen als een bejaarde in het centrum van Angra do Heroismo (ik zat op een bankje in het park te lezen, en daarna aan de haven) ga ik na de lunch toch nog wat actiefs doen. Door een taxi laat ik me naar Algar do Carvao brengen, een grot in het binnenland van Terceira.
Het is een tocht van 20 minuten, weer sterk bergopwaarts. Echt niet te lopen of te fietsen. Het binnenland is helemaal groen, met veel bloemen langs de kant van de weg. Bijzonder zijn vooral de heggen bestaande uit blauwe, witte of roze hortensia’s waar de weg tussendoor gaat. In de weilanden staan zwarte stieren.
Algar do Carvao is wel een serieuze toeristische attractie. De grot gaat pas om 2 uur open, maar er wachten al een stuk of 15 mensen voor de ingang als ik aankom. De entreeprijs van 6 EUR is ook fors voor Azoorse begrippen (voor dat geld heb je ook een dagmenu in een lokaal restaurant in Angra). Je krijgt er dan wel een Nederlandstalige folder over de grotten bij. Bij nalezen blijkt het wat Nederlands wat moeilijk te begrijpen te zijn, het zal wel een goedkope internetvertaling zijn geweest. Bij de entree tot de grotten is ook een uitgebreide souvenirwinkel.
De grotten van Algar do Carvao zijn ontstaan na een vulkaanuitbarsting zo’n 3200 jaar geleden. Je daalt er via een trappenstelsel zo’n 80 meter af in de kraterpijp. Op verschillende niveaus zijn er plateaus waar je even stil kunt staan om om je heen te kijken. Boven je hoofd is een groot gat waardoor de blauwe hemel te zien is. Rond de ingang is de krater begroeid met varens en mossen.
Regenwater drupt voortdurend naar binnen, en maakt dat je moet uitkijken op de natte trappen. Op de bodem heeft dat geleid tot een heus meer, dat wel 15 meter diep schijnt te zijn. Verder is er druipsteen van (gebroken) wit silicum te zien.
Algar do Carvao staat ook op de lijst van mogelijk toekomstig werelderfgoed. Het is één van de vijf opvallendste fysieke manifestaties op de Azoren van de Midden-Atlantische Rug, een grotendeels onder water liggende ‘berg’keten in de Atlantische Oceaan. De Noordamerikaanse, Euraziatische en Afrikaanse tektonische platen bewegen hier weg van elkaar, waardoor een laag uit het binnenste van de aarde omhoog komt en vulkanisme ontstaat.