Wat is het?
Het Historisch Centrum van Cesky Krumlov heeft zich ontwikkeld rondom een 13de eeuws kasteel. De stad in de regio Bohemen, die voornamelijk door Duitsers werd bewoond, groeide aan weerszijden van de Vltava rivier. Het was een belangrijk handelscentrum in Centraal-Europa. Veel gebouwen en het stratenplan uit de middeleeuwen en de Renaissance zijn bewaard gebleven. Na de Eerste Wereldoorlog werd Cesky Krumlov onderdeel van Tsjechoslowakije. Er leven nu 15.000 mensen.
Cijfer: 7 (Het is een fotogenieke plek, vooral door het kasteel dat wat te groot lijkt voor het plaatsje. Echt heel veel te zien is er verder ook weer niet).
Toegang: Rondlopen kost uiteraard niks, en ook de verschillende binnenhoven van het kasteel zijn gratis te bezoeken. Alleen als je binnen iets wilt zien, moet je met een tour mee. Ik deed ‘Tour 1’ door enkele zalen van het kasteel, 45 minuten voor het ruime bedrag (voor Tsjechische begrippen) van 260 kronen (bijna 10 EUR).
Hoeveel tijd: Als je deze streek vol werelderfgoederen aan het verkennen bent – ik ‘doe’ er 3 in 2 dagen – is het ideaal om in Cesky Krumlov te overnachten. Er zijn heel veel pensions (iedereen lijkt kamers te verhuren) en restaurants. Ik arriveerde er vrijdagmiddag rond 1 uur en ging zaterdagochtend om 10 uur weer weg. Binnen die tijd heb je het meeste wel gezien.
Opvallend: Door regen op vrijdag besloot ik me eerst maar eens te gaan verdiepen in de musea. Het Egon Schielemuseum is een museum voor moderne kunst, vernoemd naar de expressionist Egon Schiele die hier aan het begin van de 20e eeuw enige tijd gewoond heeft. Ik ken Schiele van mijn studie aan de Open Universiteit, waar zijn verwrongen portretten het handboek ‘Expressionisme’ sieren (de cursus waarvoor ik 2x ben gezakt, en daarna heb ik het maar opgegeven).

Werk van Schiele op de buitenmuur van het museum
Schiele werd uiteindelijk Cesky Krumlov uitgejaagd omdat hij jonge meisjes naakt voor hem zou laten poseren. Er hangt niet veel van zijn werk hier (het is heel kostbaar), het meeste is in Wenen. Toch is het een mooi museum, vooral door de lopende tentoonstelling van het werk van de Tsjech Pavel Brazda. Die kan mij überhaupt meer bekoren dan Schiele.
Door de regen haast ik me vervolgens naar het kasteel, waar ik een kaartje voor de eerste de beste rondleiding koop. Helaas let ik niet zo goed op: er zijn verschillende kaartjes te koop, en ik wilde eigenlijk naar het kasteeltheater wat heel mooi moet zijn. Ik kom echter met zo’n 40 andere toeristen terecht in een rondleiding door de paleiskamers. Zelden interessant, ook hier niet – alleen de vele opgezette beren vallen op. De kasteelheren hielden altijd beren in de slotgracht, en zetten ze op als ze stierven. Nog steeds schijnen er twee beren gehouden te worden in de gracht, maar ik zag ze niet (ze zaten binnen vanwege de kou waarschijnlijk). De mooiste zaal van de rondleiding komt aan het eind: de maskeradezaal, met op alle muren afbeeldingen van gemaskerde feestgangers.

Eén van de binnenhoven van het kasteel
De volgende ochtend schijnt gelukkig de zon, en kan ik een ronde door de stad maken mét camera. Vanaf de verschillende bruggen zijn er mooie uitzichten op het kasteel. Ik loop in een uur helemaal ‘bovenlangs’, opnieuw door alle binnenhoven van het kasteel, over de wit-blauwe Mantelbrug en langs de tuinen. Je komt dan aan de andere kant van het centrum weer uit bij een brug. Een leuke wandeling op de vroege ochtend – en ik was zeker niet de enige. Cesky Krumlov wordt echt overspoeld door vooral Aziatische toeristen, midden in de zomer moet het echt geen doen zijn. Net als in een stad als Florence zijn de middeleeuwse straatjes niet berekend op zulke aantallen mensen.

De Mantelbrug bij het kasteel