Wat is het?
Het Historische dorp Holašovice bestaat uit 23 gebouwen rond een langgerekt dorpsplein. Het werd in de 16e eeuw gesticht door Duitse kolonisten onder de naam “Holschowitz”. Zij brachten de traditie met zich mee om huizen van steen te bouwen in plaats van het meer kwetsbare hout. Overgebleven tot op heden zijn de 18e eeuwse stenen boerenhuizen in een volksbarokke stijl.
Cijfer: 5 (Het is best schattig. Maar op de schaal der dingen is dit toch wel iets heel kleins. Er is ook weinig achtergrondinformatie beschikbaar om de traditie die deze huizen vertegenwoordigen tot leven te wekken.).
Toegang: Alleen in het dorpsmuseum kun je naar binnen. Het kost 60 Tsjechische kronen (2,25 EUR).
Hoeveel tijd: Het is heel knap als je het er langer dan een half uur volhoudt. Na 25 minuten waren mijn vingers er bijna afgevroren en ging ik maar terug de auto in. Met mooi weer is het vast heel fotogeniek.
Opvallend: Dit ligt me toch afgelegen. Het aanrijden vanaf het vliegveld ging al niet helemaal gemakkelijk doordat mijn TomTom de geest heeft gegeven. Ik moest het dus doen met de navigatie van mijn telefoon. En er waren heel veel wegwerkzaamheden die de telefoon in verwarring brachten. Het dorp ligt een minuut of 20 van de snelweg af. Ik dacht eerst dat ik er al was toen ik ergens een rij kleurrijke huisjes aan een vijver zag staan. Maar dat bleek een ander dorp te zijn (met blijkbaar dezelfde oorsprong). Nergens onderweg heb ik een bord naar dit werelderfgoed gezien.

Hoofdstraat van Holasovice
En hoe dichter ik bij de bestemming kwam, hoe kouder het werd en hoe witter de velden met sneeuw bedekt waren. Eén van de markantste plekken in het dorp moet een grote vijver zijn, maar die kon je bijna niet meer zien.
Ik parkeerde mijn auto bij de ingang van het dorp, en daar stond zowaar een minibusje met een groep Aziatische toeristen. Ook zij maakten snel wat foto’s. Ik liep dapper een ronde over het plein. Alle huizen zijn nog gewoon bewoond, en hoewel de façades leuke kleurtjes hebben zeggen ze weinig over wat er daar achter zit. In huis nummer 6 is een klein “museum” ingericht – misschien kun je beter zeggen dat de boer in een schuur zijn oude spullen tentoonstelt, om zo nog een zakcentje bij te verdienen.

Spullen van de boer
De man geeft wel bij elk voorwerp een uitgebreide uitleg in het Engels. Later praten we nog even na, over het weer (“dit is niet normaal”) en over Nederland (hij was enkele jaren geleden in Aalten, bij de Duitse grens). Het voordeel van een bezoek aan dit museum is ook dat je kunt zien hoe de traditionele boerenhuizen hier in elkaar zitten: door de poort kom je op een binnenplaats, met links vooraan het woonhuis en daarachter de stallen en schuren. Om binnen te komen moest ik de bel luiden, en toen kwam de eigenaar uit zijn huis naar buiten.
Voor bijna elk huis staat nog een waterpomp, waarmee vroeger het water via buizen de boerderij ingepompt werd.

Waterpomp