We hebben overnacht aan de voet van de steengroeve bij Silsila, die eeuwenlang de hofleverancier van zandstenen blokken voor de grote tempels langs de Nijl was. Hier ligt ook de rotstempel van Horemheb, en die gaan we na het ontbijt het eerst bezoeken. De tempel bestaat uit enkele ruimtes uitgehouwen in de rotsen. Het duizelt je hier van de namen, soms zijn de tempels vernoemd naar de farao die ze gesticht heeft en in andere gevallen naar de god die er vereerd werd. Horemheb was een verder niet al te opvallende farao, het is voor het eerst deze reis dat zijn naam valt.
Hier op de muren is het hiëratische schrift te lezen, een soort verkort hiëroglyphenschrift dat al wat meer weg heeft van letters. Door het nu al hete zand lopen we langs de waterkant verder, want er zijn hier nog meer graven te vinden. Het zijn kleine tombes, vaak alleen voor man en vrouw. Ze hebben allen Nijlzicht.
Aan het eind van het pad komen we aan bij de steengroeve. Je kunt zien dat er hier nette rechthoekige stukken zijn uitgehakt om te verschepen.

Oude steengroeve
De rest van de ochtend worden we weer over de Nijl verder gesleept. De schipper durft het niet meer aan het zeil te hijsen, zo lijkt het. Er is nauwelijks wind en we moeten stroomopwaarts. Het landschap onderweg verandert nauwelijks. Steeds dezelfde strook groen, de vissers, de watervogels. Alleen zie je hier meer naar het zuiden meer rieten hutten voor vissers om in te schuilen.
Na de lunch arriveren we in Kom Ombo. Dit is een wat grotere plaats, waar net als in Edfu gisteren een Ptolemeïsche tempel staat. We leggen aan bij de kade aan de boulevard, en zien direct al twee grote cruiseschepen liggen. Op het tempelterrein zijn we desondanks de eersten. De tempel van Kom Ombo is speciaal omdat het een dubbeltempel is: hij is gewijd aan twee goden, Horus (net als in Edfu) en Sobek.

Horus (links) en Sobek (rechts) naast elkaar
Sobek wordt meestal afgebeeld met de kop van een krokodil als hoofd. In het verleden waren er in dit deel van de Nijl veel krokodillen, en dit is dan ook één van de twee belangrijkste tempels die aan de krokodillengod gewijd zijn. Ze hielden hier zelfs een heilige krokodil in de tempel, en als die stierf werd hij gemummificeerd. In een klein museum naast de ruïnes zijn nog van die krokodillenmummies te zien.
De tempel zelf vind ik er op de één of andere manier nogal Grieks uitzien. Het vermengen van Egyptische en Griekse tradities is ook typisch voor de Ptolemeërs. Hier is geen dak meer over zoals in Edfu (een meer complete tempel), maar de inscripties in Kom Ombo zijn van betere kwaliteit. We zien meerdere gave afbeeldingen van de krokodillengod Sobek uiteraard, maar bijvoorbeeld ook van de leeuwengod Sekhmet. Aan de achterzijde is daarnaast de beroemde set afbeeldingen te vinden van een barende vrouw en chirurgische instrumenten.

Chirurgische instrumenten
Bij de tempel ligt ook een goed bewaard gebleven Nijlometer, waarmee de waterstanden van de Nijl werden gemeten. De tempel van Kom Ombo ligt overigens pal aan het water.

Nijlometer
Tussen drie uur en half vier, als wij op het punt staan weg te gaan, wordt het drukker op het terrein. Er zijn dan al meer dan 100 toeristen gearriveerd, waaronder veel Fransen. Als we weer bij de kade komen zien we wat de tempel vanmiddag nog te wachten staat: er liggen zeker 12 enorme cruiseschepen aangemeerd. Die varen allemaal volgens hetzelfde snelle en strakke schema over de Nijl tussen Luxor en Aswan.

Cruiseschepen voor de tempel van Kom Ombo
Wij zijn blij met de rust en de ruimte op onze dahabiya. En met onze kok, die driemaal daags minstens vijf verschillende heerlijke gerechten bereid. Deze avond worden we zelfs verrast met kalkoen!