Maar liefst twee bussen vol reizen er vandaag van het Panmunjom Travel Center in Seoul af richting de grens met Noord-Korea. Ik had mijn plek al een week of 2 geleden geboekt – maar goed ook want de Engelstalige tour is helemaal volgeboekt. Vanaf de hoofdstad is het ruim een uur rijden naar het noorden tot de grens bij Panmunjom.

Bezoekerscentrum (en souvenirshop) Camp Bonifas
Die tijd wordt opgevuld door een vragenuurtje met een Noordkoreaanse ‘overloper’. Ze is in dienst van deze busmaatschappij, en reist telkens mee om vragen te beantwoorden over Noord-Korea. Het meest opvallend vind ik dat ze er nog in slaagt (via China) om contact te houden met haar achtergebleven familie en hen geld te sturen. En ook dat de Zuidkoreanen elke Noordkoreaanse vluchteling aan een soort heropvoeding van 6 maanden onderwerpen, enerzijds om zeker te zijn dat het geen spionnen zijn maar ook om hen voor te bereiden op hun nieuwe leven.
De eerste stop op de route is bij het bezoekerscentrum van Camp Bonifas, de voormalige commandopost van de Verenigde Naties net buiten de gedemilitariseerde zone. Hier krijgen we een video te zien over hoe de grens tussen beide Korea’s tot stand is gekomen. Ook moeten we een verklaring ondertekenen dat we geen gekke dingen zullen doen aan de grens. Daarna stappen we over in militaire bussen, en krijgen we een Zuidkoreaanse militair mee als gids. De bus rijdt nu de echt spannende zone in: 2 kilometer ten noorden en zuiden van de grenslijn is er een gedemilitariseerde zone afgesproken tussen de landen. Er komt weer een militair aan boord om de paspoorten te controleren, zoals ook al eerder gebeurd was op de route naar Camp Bonifas.

Joint Security Area, met op achtergrond eerste gebouw van Noord-Korea
We rijden door tot vrijwel aan de grens, naar de Joint Security Area waar Noord- en Zuid-Korea letterlijk tegenover elkaar staan. Het is het gebied waar ze elkaar ook ontmoeten om onderhandelingen te voeren. Van Zuidkoreaanse zijde komen hier 600 tot 1000 toeristen per dag. De Zuidkoreaanse militairen staan er dan ook vooral opgesteld om hen te beveiligen. Ook van de Noordkoreaanse kant is een bezoek mogelijk, maar dat schijnt al lang niet meer voorgekomen te zijn. Nu staat er van Noordkoreaanse kant 1 militair toe te kijken.
Netjes opgesteld in rijen van twee mogen we het terrein over en één van de blauwe gebouwen in. De feitelijke grens tussen Noord en Zuid loopt dwars door deze gebouwen heen. Maar per keer mogen er alleen bezoekers in van één kant. Je loopt dus eenvoudig even naar de Noordkoreaanse kant, waar een Zuidkoreaanse militair de achterdeur bewaakt. We krijgen precies 5 minuten om foto’s te maken, en dan worden we weer terug geleid naar de bussen.

Zuidkoreaanse militair bewaakt de achterdeur
We rijden terug door het niemandsland van de gedemilitariseerde zone. Die demilitarisatie heeft ook andere voordelen: het is een belangrijke overlevingsplaats geworden voor zeldzame kraanvogels. De grote Chinese kraanvogels zijn wit met een zwarte kop en hals. Hier zitten er echt veel bij elkaar. Helaas mag de bus hier nergens stoppen, en ook foto’s maken mag alleen op de door militairen aangewezen plekken.
Eenmaal weer buiten de gedemilitariseerde zone rijden we naar een uitkijkpunt vanwaar je Noord-Korea in kunt kijken. Het punt ligt op een heuvel, en er zijn verrekijkers waarmee je na het ingooien van een muntje de overkant kunt bespieden. Heel veel is er niet te zien, behalve dan de twee masten met elk een vlag. De Noordkoreaanse is zo’n 60 meter hoger dan de Zuidkoreaanse. In dit gebied hoor je ook voor het eerst de Noordkoreaanse propagandamuziek, die ze via luidsprekers tot over de grens weten laten te schallen.

Zicht op Noord-Korea
Op het middagprogramma staat een bezoek aan ‘De Derde Tunnel’. In totaal hebben de Zuidkoreanen vier kilometerslange tunnels ontdekt die door Noordkorea onder de grens zijn gegraven om zo het land te kunnen aanvallen. Deze derde tunnel is ontdekt in 1978, en is nu opengesteld voor toeristen. Hij loopt 73 meter onder de grond, en we gaan dan ook eerst met een treintje naar beneden. Camera’s mogen niet mee naar beneden (bang voor spionnen?), en je moet een helm op.
Eenmaal beneden kun je enkele honderden meters door de gang lopen totaan het punt waarop de Zuidkoreanen de tunnel hebben geblokkeerd. De tunnel is net te laag, dus de helm komt goed van pas. Het lijkt net op een tunnel bij de ingang van een mijn, en dat is ook wat de Noordkoreanen ter verdediging aanvoerden bij de ontdekking: ze stelden dat ze naar steenkool aan het boren waren.

Monument bij de Derde Tunnel
De relatie tussen Zuid- en Noord-Korea is momenteel zeer ijzig, maar niet al te lang geleden was er sprake van toenadering en misschien wel een toekomstige hereniging. Een van de symbolen daarvoor ligt bij Dorasan: een geheel nieuw treinstation met verbinding rechtstreeks tot aan Seoul. Slechts één keer is de trein met passagiers doorgereden totaan de Noordkoreaanse hoofdstad Pyeongyang. Ook is de route een tijd in gebruik geweest voor vrachtvervoer (2007-2008) totaan de eerste stad in Noord-Korea, Kaesong. De handelsbanden met Kaesong zijn inmiddels sinds begin 2016 weer verbroken en de grens zit potdicht.

Spoorlijn Seoul – Pyeongyang