Het heeft de afgelopen nacht lichtjes gesneeuwd in Seoul. Ook overdag zal het kwik niet boven het vriespunt uitkomen, zo luidt de weersvoorspelling. Maar gelukkig is het onbewolkt en straalt de zon. Mijn geplande buitenactiviteiten op de eerste dag in Seoul kunnen dus gewoon doorgaan. Ik heb zelfs handschoenen mee.

Met de metro
Voordat ik aan de bezienswaardigheden kan beginnen moet ik eerst nog een paar praktische dingen regelen. Onderdak zoeken voor mijn rugzak bijvoorbeeld, zodat ik daar niet de hele dag mee loop te sjouwen totdat ik vanavond weer naar het vliegveld mag. Op het centraal station van Seoul heeft Premier Travel Services gelukkig een goede dienst: voor 3000 Won (2,5 EUR) passen ze de hele dag op mijn spullen. Even buiten het station slaag ik ook voor mijn tweede missie: geld pinnen. Gisteravond kon ik geen geldautomaat vinden die buitenlandse passen accepteerde en ik heb toen maar 50 dollar gewisseld. Maar nu kan ik een stapeltje Won’s bemachtigen bij weer een andere bank.
Tegen tienen neem ik de metro om naar de stadsmuur van Seoul te gaan. Deze staat op de nominatie om in 2017 werelderfgoed te worden. De Koreanen nemen het in ieder geval heel serieus: vooraf heb ik een folder met wandelingen langs en over de muur kunnen downloaden van hun Engelstalige website, en ze hebben zelfs pas een heel museum aan de stadsmuur gewijd.

De oostelijke poort van de stadsmuur
Ik heb een korte wandeling uitgezocht om vandaag te gaan lopen (de Naksan route). Ik start bij de Oosteljke Stadspoort, één van de twee nog overgebleven oorspronkelijke poorten in de muur. Iets rechts daarvan begint het gerestaureerde gedeelte van de muur, in totaal 12 van de 18 oorspronkelijke kilometers zijn weer in ere hersteld. Bij dit beginpunt ligt ook het museum van de muur.
Het museum is gehuisvest in iets wat een lelijk kantoorgebouw lijkt te zijn. Eenmaal binnen blijkt dat de tentoonstelling zich over alle drie verdiepingen uitstrekt. De ode aan de stadsmuur van Seoul mag klaarblijkelijk wat kosten. Je hoeft ook geen entree te betalen. De muur stamt al uit 1396 en verbindt de 4 heuveltoppen rondom de Koreaanse hoofdstad. Binnen de muren woonde de keizerlijke familie en de bevoorrechte personen. De arbeiders die de muur hebben gebouwd kwamen van buiten, en werden door de regering onder dwang aan het werk gezet.

Stadsmuur op schaal in het museum
Na een half uurtje heb ik allemaal wel gezien. Ik heb zin om aan de wandeling te gaan beginnen. De toegang tot de muur ligt achter het museum. Het eerste deel van de route loop je over de muur heen. Aan de rechterkant heb je dan mooie vergezichten over de stad. Links loopt een weg op hetzelfde niveau als de muur: de muur bestaat hier dus nog maar uit één rij stenen (verderop zijn het dubbele rijen). Ik loop de route net andersom dan hij eigenlijk gepland is – als ik de hele tijd moet klimmen begrijp ik wel waarom ze adviseren om bij het andere punt te beginnen. Maar nu, met een beetje sneeuw op het pad, is klimmen eigenlijk fijner dan dalen.

De start van de wandeling gaat over de muur
Het is een duidelijke wandelroute waar je niet kunt verdwalen. Er zijn ook andere mensen aan de wandel en aan het fotograferen. De muur loopt tegenwoordig dwars door woonwijken, dus er is genoeg leven aan beide zijden. Op zo’n tweederde van de tocht stopt het pad, en is er een ‘gat’ in de muur waar hij wordt doorsneden door een weg. Vanaf dat punt loop je langs de muur en niet langer er overheen.
Zo van de zijkant kun je de bouwstijlen zien uit de verschillende periodes – in de oudste periode stapelden ze gewoon maar wat stenen op elkaar, later zijn ze meer passend gemaakt en ziet het er egaal uit. Na een uur lopen kom ik bij een kleine poort, het eindpunt van deze wandelroute. Vanaf daar kan ik weer de metro pakken, op weg naar mijn volgende bestemming.

Buiten de muur om
Het volgende doel is het Nationaal Museum van Korea. Het ligt maar 8 haltes verwijderd van de stadsmuur. Net als vanochtend is het niet zo heel druk in de metro, en ik kan zelfs de hele rit zitten. Het metrostation biedt via een ondergrondse loopband rechtstreeks toegang tot het museum. In 2001 was ik ook al eens in Seoul, maar toen bestond het museum nog niet op deze locatie. Het is echt enorm (het schijnt het op 5 na grootste museum ter wereld te zijn qua vloeroppervlak), het staat in zijn eigen park met een grote vijver ervoor. Een deel van de expositie is buiten, vooral stenen pagodes. Een grappig detail is dat ze de boompjes in het park helemaal met touw omwikkeld hebben – om vorstschade tegen te gaan denk ik.

Pagode in de tuin van het Nationaal Museum
Ook dit museum is gratis. Het is er vooral druk met schoolkinderen, en voor het lunchrestaurant staat zo’n lange rij dat ik besluit eerst maar het museum in te gaan en later te eten. De permanente tentoonstelling van het museum heeft drie verdiepingen – Koreaanse geschiedenis tot en met de 19e eeuw en Aziatische kunst staan centraal. Opvallend genoeg is er niets over de Japanse bezetting en de deling van de Korea’s.
De verschillende dynastieën uit de geschiedenis van Korea komen ruim aan bod. De Koreaanse kunst staat een beetje in de schaduw bij die van de grote buren China en Japan. Gouden kronen en diademen springen eruit tussen de grote hoeveelheden niet al te spectaculair keramiek. De afdeling met Boeddhabeelden heeft er eentje in opvallende nadenkhouding. Je ziet dat ze in dit museum ‘de’ Koreaanse geschiedenis wat vroeg laten eindigen: tegenwoordig is het christendom de belangrijkste godsdienst in Zuid-Korea, maar daar vind je hier niks van terug.

Bronzen ruiter