Vanuit de zuidelijke Drakensbergen is het gemakkelijk een dagtocht te maken naar weer een ander land: Lesotho. Het viert dit jaar zijn 50-jarige onafhankelijkheid, daarvoor was het een Brits protectoraat (de Britten beschermden hen tegen de omringende Zoeloe’s). Deze rit gaat over de Sanipas, de hoogste bergpas in Zuidelijk Afrika die nog geschikt is voor motorvoertuigen. Geen gewone auto’s overigens: een vierwiel aangedreven voertuig is hier verplicht. Vandaar dat ik mijn auto vandaag mag laten staan, en instap in de jeep van Sani Pass Tours in Underberg.

Vanaf de Zuidafrikaanse grenspost kijk je uit op de bergen van Lesotho
We zijn met z’n zevenen: 4 oudere Zuid-Afrikanen uit Pretoria, een Nederlands stel en ik. De drie Nederlanders zijn de jongsten, dus wij mogen op de achterste rij van de jeep plaatsnemen. Gelukkig is die nog ruim genoeg. Het is maar zo’n 45 kilometer rijden, maar je stijgt tot 2865 meter hoogte en onderweg moeten er natuurlijk vele fotostops gemaakt worden. Dus de rit omhoog duurt zo’n 2,5 uur. De grenscontroles van Zuid-Afrika en Lesotho stellen beiden niet veel voor: even een stempel halen. In Lesotho stempelen ze je tegelijk in en uit, zodat je op de terugweg niet opnieuw hoeft uit te stappen. Ook mag je gewoon foto’s maken bij de grensposten.

Met de jeeps over de onverharde weg
We zijn zeker niet de enigen die de rit omhoog maken. Soms voor ons, soms achter ons rijden 7 jeeps die vol blijken te zitten met leden van een Duitse toergroep. Ook komen ons individuele reizigers achterop of tegemoet. Er blijkt zelfs openbaar vervoer in de vorm van minibusjes heen en weer te rijden om de inwoners van Lesotho naar de markt in Zuid-Afrika of naar hun werk aldaar te brengen. Een groot deel van de mannelijke bevolking van Lesotho werkt in Zuid-Afrika: in het land zelf is er niet veel meer te doen dan schapen hoeden.

Huizen in het eerste dorp van Lesotho
Lesotho ligt op een hoogvlakte. Vlakbij de grens is een gehucht, waar de mensen hun bestaan lijken te hebben opgebouwd door toeristen te ontvangen. Eigenlijk wel jammer dat we niet verder het land ingaan, zo krijg je wel een erg beperkte blik. Maar goed, we mogen een hutje van binnen bekijken. Mevrouw verkoopt souvenirs natuurlijk, en heeft op ambachtelijke wijze een brood gebakken. Het is inmiddels half één geweest, dus ik wil wel een stukje proeven. Voor 10 rand (0,60 EUR) krijg ik een hele homp. Vers is het erg lekker, maar als het niet meer warm is droogt het snel uit. Ook ligt het als een baksteen op je maag.

Versgebakken brood
Uitgebreider eten doen we in de Sani Mountain Lodge. Deze ‘Hoogste Pub van Afrika’ wordt zeer druk bezocht door toeristen. We kunnen nog net een laatste tafel veroveren. Het eten is ook goed, maar zoals zo vaak in Zuid-Afrika weer veel te veel (en vooral te veel vlees).

Sani Mountain Lodge, met één van de obers in traditionele kleding
Daarna is het al weer tijd voor de terugrit. We zien op het eerste stuk enkele herders uit Lesotho met kudden schapen. Dinsdag is altijd de dag dat ze ze gaan verkopen in Zuid-Afrika. Het is nog wel een heel eind lopen tot de dichtstbijzijnde plaats. Maar we zien dat de langharige schapen verderop in de laadbak van een klein voertuig worden getild, dus waarschijnlijk lopen ze toch niet het hele stuk. De herders lopen erbij zoals zo ongeveer alle mannen die we in Lesotho hebben gezien: bivakmuts op (het waait boven op de pas erg), traditionele kleurige deken omgeslagen.

Schapen voor de verkoop
Zo van boven naar beneden rijdend zie je ook goed hoe stijl het laatste stuk is, en de vele haarspeldbochten die zijn aangelegd om het doenbaar te maken. Er gaan overigens in Zuid-Afrika stemmen op om de weg te asfalteren. Aan de kant van Lesotho is dat al gebeurd. Daarmee zal veel van de charme verloren gaan, en het zal ook wel een strop zijn voor de aanbieders van Sanipas Tours in Underberg. Maar wellicht komt, als je er met je eigen auto heen kunt rijden, wel de rest van Lesotho dichterbij.

Haarspeldbochten op het steilste deel
Een gedachte over “Over de Sanipas naar Lesotho”