Swaziland

Is het het waard om 100 kilometer om te rijden en nog eens 5 kwartier extra in de auto te zitten om een glimp van Swaziland op te vangen? Met dat dilemma zat ik de afgelopen dagen: na een lange reisdag op donderdag, stond er nog een rit van minstens 380 kilometer op het programma op de dag erna. Toch kies ik ervoor die uit te breiden met een omweg door Swaziland: langs een mogelijk toekomstig werelderfgoed en dwars door het land van noordwest naar zuid. De hoofdwegen schijnen er minstens zo goed te zijn als in Zuid-Afrika, dus ik hoop op niet teveel tijdverlies en een attractievere omgeving.

swazi1

Immigratiestempels van Swaziland, helaas half over die van Iran heen

Al om 9 uur kom ik aan bij de grensovergang ‘Oshoek’. Er staat een lange rij vrachtwagens, maar met een personenauto kan ik gewoon doorrijden tot aan de stop-streep. Ik had van de autoverhuurmaatschappij een officiële brief meegekregen dat het is toegestaan om de auto de grens met Swaziland over te brengen. Maar daar wordt niet naar gevraagd. Zowel aan de Zuidafrikaanse als aan de Swazische zijde is er een eenvoudig ritueel: mannetje schrijft kenteken op een briefje, je parkeert je auto even verderop, gaat met dat briefje 2 loketten langs voor 2 stempels, laat ondertussen je paspoort zien en dat was het. Het briefje met de twee stempels lever je vervolgens in bij de grenspost van Swaziland, en daar krijg je weer een schoon briefje om de twee stempels op te halen. Het lijkt wel de Elfstedentocht. In Swaziland moet je ook nog 50 Rand (3 EUR) aan wegenbelasting betalen.

In een minuut of 20 is alles afgehandeld en rijd ik Swaziland binnen. Ik blijk dan al bijna meteen bij mijn eerste bestemming te zijn: de Oude Mijn van Ngwenya ligt aan de eerste afslag na de grens. Het staat duidelijk aangegeven. De voormalige mijn geldt als ‘de oudste mijn ter wereld’: de vroegste activiteiten dateren tot 43.000 jaar geleden toen hier ijzererts (hematiet) gewonnen werd om rode kleurstof en glitter van te maken.

Swazi2.JPG

De mijn is inmiddels bijna overgroeid met bomen

Bij de toegang is een slagboom met een hokje waar je de entree moet betalen. Het kost 28 Rand (1,70 EUR). Hoewel Swaziland een eigen munt heeft, kun je alles hier ook met Zuidafrikaanse Randen betalen (de munten zijn evenveel waard). Je mag de mijn alleen onder begeleiding bezoeken, dus een gids stapt bij me in om nog een stukje verder te rijden.

De eerste stop is bij het bezoekerscentrum. Vanaf hier kun je al de mijnkrater inkijken: er heeft zich in de afgelopen 40 jaar, sinds de mijn gesloten is, een heel bos in ontwikkeld. Het gebied is nu ook een beschermd natuurgebied. Binnen in het bezoekerscentrum kun je onder andere zien hoe het er voordien heeft uitgezien: een bijna totaal afgegraven berg.

swazi3

De bergen van Swaziland

Met de gids rijd ik vervolgens een eind verder het terrein op. Te voet gaat het daarna naar de Leeuwengrot, een kwartiertje lopen door het aantrekkelijke Swazische berglandschap. Deze grot is de oudste plek waar het ijzererts werd gewonnen. De gids laat zien hoe: de steen werd verpulverd tot er rood gruis overbleef. Als je dat op je hand smeert, is het een rode kleurstof met glitters. Het werd waarschijnlijk dan ook vooral gebruikt om rotstekeningen mee te maken en mogelijk als bescherming tegen de zon. Pas veel later werd er ook ijzer gesmolten en ijzeren voorwerpen gemaakt.

Na een uurtje lever ik de gids weer af bij de ingang, en rijd ik door naar Mbabane. Dit is de hoofdstad van Swaziland (eigenlijk moet ik zeggen ‘een hoofdstad’, want ze hebben er twee). Wat opvalt is hoe modern het hier is. De weg is een ‘echte’ snelweg met gescheiden weggedeelten: kom daar in Zuid-Afrika maar eens om. De huizen zien er modern uit, er zijn winkelcentra en veel grote reclameborden. Ik moet dan ook veel moeite doen om de traditionele houten huizen met rieten daken op de foto te krijgen.

swazi4

Traditionele huizen

Vanwege de tijd, maar ook omdat ik me niet echt heb voorbereid op Swaziland, rijd ik gewoon door zonder nog ergens te stoppen. Achteraf bezien lijkt Lobamba nog de moeite waard te zijn geweest: de koninklijke hoofdstad met onder andere het nationaal museum. Het moet wel worden gezegd dat na Mbabane het flitsende er wel vanaf is. Er zijn ook geen gelegenheden meer om bijvoorbeeld wat te eten. Wat rest is een landschap gedomineerd door suikerrietvelden. Op de weg passeer ik telkens ook de enorme trucks met gekapt suikerriet.

Het land verlaat ik via de grensovergang Lavumisa. Dit gaat met hetzelfde stempelritueel als vanochtend. Alleen heb ik nu de pech dat een bus met zo’n 50 Franse toeristen net voor me is, dus het duurt allemaal wat langer.

swazi5

Suikerriet vervoer

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s