Lahijan is een stadje in het Kaspische Zee-gebied, tegen de noordelijke hellingen van het Albroz-gebergte aan. Gisteren waren we ook al in deze regio, en toen vielen al de grote rijstvelden op. Het lijkt wel Vietnam. En om het nog wat Aziatischer te maken: hier tegen de hellingen verbouwen ze thee.

Reclame voor de theefabriek
We bezoeken een theefabriekje langs de kant van de weg. Meerdere van die fabriekjes verkopen thee aan voorbijgangers en je kunt ook het productieproces bekijken. Ze zijn wel wat overvallen door onze komst, maar de directeur vindt het uiteindelijk goed.
Theeverwerking is hier echt fabrieksarbeid. Een paar mensen staan in een met stoom gevulde ruimte de theebladeren om te scheppen. Het proces is half-geautomatiseerd. De machines zien er uit alsof ze tientallen jaren oud zijn. Uiteraard krijgen we ook nog een kopje thee aangeboden. Hij smaakt erg bitter.

In de stomende theefabriek
Vanwege zijn ligging is Lahijan ook een populair toeristenoord. Er is een park met een reuzenrad, draaimolen én een kabelbaan naar een hoger punt in de bergen. Wij nemen de kabelbaan van Oostenrijkse makelij (het is net een skilift). Het resulteert in een rustig ritje van een minuut of 10 hoog boven de theevelden.
Eenmaal boven is er niet veel te beleven. Je kunt er wat drinken of souvenirs kopen. Ik besluit al snel naar beneden te lopen via het wandelpad dat ik vanuit de kabelbaan gezien heb. Het zou in een half uur te doen moeten zijn. Twee reisgenoten gaan mee. Het is steil dalen, maar heerlijk om weer eens buiten in de frisse lucht te lopen. Zoals gehoopt is het vanaf het pad ook veel gemakkelijker om foto’s van het theeplukken te maken. Als je er langs loopt hoor je de hele tijd het geknip van de grote scharen waarmee ze de theebladeren afknippen. Heel meditatief!

Theeknippers