Om 6 uur in de ochtend komt chauffeur/gids Mustafa me bij het hotel ophalen voor de dagtocht naar het Queen Elizabeth Nationaal Park. We rijden de weg zuidwaarts naar Kasese, en dan naar het oosten het park in. Eerder deze week heb ik deze tocht ook al eens gedaan, dan met een combi van minibus en taxi. Zo vroeg in de ochtend is het nog rustig. Als we om 8 uur bij de ingang van het park aankomen, moet ik eerst voor 40 dollar een entreekaartje kopen – het standaardtarief in Uganda voor een nationaal park van de A-categorie.
Daarna ben je vrij om zelf het park te doorkruisen. Mustafa heeft met zijn broer een familiebedrijfje dat toeristen rondleidt in de nationale parken in dit deel van Uganda. Zijn broer is vandaag ook op pad met een groepje, en de twee bellen elkaar regelmatig om door te geven als ze iets bijzonders hebben gezien. De leeuwen zijn al gespot, dus daar rijden we eerst heen. We zijn met een gewone personenauto, maar dat maakt hier niet veel uit. Je moet toch op de (zand)wegen blijven.

Eerst naar de leeuwen
Het park bestaat voor een groot deel uit savannne, vrij droog grasland. Je kunt dus ver kijken. We zien dan ook al van een afstand een stuk of 6 voertuigen bij elkaar staan. Dat is vast de leeuwenlocatie. De leeuwen zelf zijn er niet van onder de indruk. Ze hebben gisteren op een nabij gelegen boerderij een koe gedood, en ze hebben hun buik weer vol voor een paar dagen. Nu liggen ze alleen maar te luieren in het gras.
Na een poosje gekeken te hebben of er nog beweging in komt, rijden we maar weer verder op zoek naar interessante dieren. Het park zit vooral vol met antilopes, waterbokken en buffels. Bijna bij toeval stuiten we op een ander groepje leeuwen, jonge mannetjes. Deze zijn ‘ontdekt’ door een safarichauffeur uit Kampala – of beter gezegd door zijn toeristen. Mijn gids moet er een beetje om lachen, omdat de man uit Kampala wat verdwaald was.

Buffel
We rijden zo’n 3 uur door het park. Het wordt heter en heter, en de dieren (behalve de antilopes) schaarser en schaarser. Hoewel het wel wat wegheeft van de grote natuurgebieden in Tanzania zoals de Serengeti, is de variatie aan dieren die je hier kunt zien wel een stuk minder. Maar ik zit lekker ontspannen vandaag, hoef alleen maar naar buiten te kijken en foto’s te maken. In de jaren ’80 is er hier veel gejaagd, nu is de natuur zich wat aan het herstellen.
Na een korte stop in een plaatsje rijden we door richting de Mweya Lodge. Dit is een luxe hotel diep in het park, waarvandaan dagelijks boottochten worden georganiseerd over het Kazinga-kanaal. Dit kanaal (gegraven in de Britse koloniale tijd) verbindt de twee grote meren Lake Edward en Lake Victoria. Hier is de begroeiing ook wat anders: meer struiken en bomen, en het water natuurlijk op loopafstand. Dit is het favoriete deel van het park van de olifanten. En daar komen we er heel wat van tegen langs de weg.

Familie olifanten aan de wandel
De boot vertrekt pas om 2 uur, dus het is eerst tijd voor lunch. Die moet goed zijn in de chique lodge. Ik krijg een menukaart met een 4-gangen lunch in de handen gedrukt. Zonder prijzen. Vast duur hier denk ik, misschien moet ik wel 100.000 shilling (25 EUR) betalen. Ik mag gelukkig ook gewoon één gerecht kiezen uit de vele gangen, en neem de nijlbaarsfilet. Die eet ik met smaak op op het terras, dat uitzicht heeft op het kanaal en vele vogeltjes aantrekt. Er zit slechts één ander gezelschap op het terras: een ploeg van de Duitse televisie die opames gaat maken van het kanaal. In het hele hotel blijken ze maar 4 gasten voor de nacht te hebben, vertelt mijn gids later.
De rekening blijkt gelukkig erg mee te vallen: wel het duurst tot nu toe van deze reis (7,50 EUR), maar nog altijd niet te vergelijken met Nederlandse prijzen. Het hotel doet tegenwoordig betere zaken met de boottochten. Daarvoor moet je 28 US dollar neertellen. Zo tegen half 2 vallen steeds meer plukjes bezoekers binnen, om mee te gaan met de boot van 2 uur.
De boot vertrekt van een steiger onderaan de heuvel. We zijn met een man of 12. De Duitse TV-crew heeft een eigen boot, en we zien hen semi-spontane opnames maken van de presentatrice die verwelkomt wordt door de Ugandese gids op haar boot. Daarna gaan we ieder ons weegs.
Pal aan de overkant van het kanaal is een soort strand waar de buffels dol op lijken te zijn. Ze liggen er in grote getale. Op de boot is ook een gids aanwezig, zij geeft live commentaar bij wat we allemaal kunnen zien. Vooral de vogels hebben wel wat uitleg en aanwijzingen nodig. De boot vaart heel langzaam. We zien o.a. krokodillen en nijlvaranen.
Het Kazinga-kanaal staat bekend om zijn grote hoeveelheden nijlpaarden. In het begin proberen we ze nog fanatiek op de foto te krijgen als ze vanuit het water even hun kop boven water steken om adem te halen. Maar verderop liggen hele kuddes tegelijk tegen elkaar aan. Grappige beesten.
Na anderhalf uur varen zorgen de olifanten weer voor de afsluiting. Een hele familie heeft zich gemeld aan de waterkant. Twee jonge olifanten zijn in het water aan het spelen, het is voor het eerst dat ik zie wat voor waterratten het zijn. De grote olifanten blijven wat op de achtergrond, ze beschermen een jong door er steeds voor te gaan staan.
We zijn aan het eInde van het kanaal gekomen, tot aan de monding van het Lake Edward dat gedeeld wordt door Uganda en Congo. In een half uurtje varen we daarna terug naar de steiger bij de lodge, waar mijn gids/chauffeur alweer staat te wachten. Hij brengt me netjes terug naar Fort Portal.

Olifanten spelend in het water