Om kwart over 4 in de nacht schrik ik wakker van een knal: het lijkt wel een ontploffing! Het blijkt echter de bliksem te zijn, die huishoudt boven mijn pension. Het regent ook heel hard. Als ik 3 uur later aan het ontbijt zit is het regenen nog steeds niet opgehouden. Toch wil ik er op uit vanochtend. Ik huur een fiets en krijg van de eigenaresse een paraplu en fietspomp mee. Het regent nog wel maar niet meer zo hard. Van fietsen word je in ieder geval niet zo nat als van lopen heb ik me bedacht.
Mandalay is een moderne stad met genummerde, rechte straten. Verdwalen doe je hier niet snel. De eerste tempel die ik bezoek ligt op de kruising van de 66e en 10e straat: de Kyauktawgyi Paya. Het is er al heel druk met lokale bezoekers. Veelal zijn het groepjes bekenden die met een gehuurd minibusje een aantal tempels afgaan. De sfeer zit er goed in, een stel vrouwen wil dat ik ze een groepsfoto van ze maak. De tempel is verder vol glimmer en glitter, daar houden ze hier wel van.
Als ik weer op de fiets stap regent het nog steeds. Gelukkig is het maar een klein stukje naar de volgende attractie: de Kuthodaw Paya. Dit is een gouden stupa met daaromheen honderden kleine witte stupa’s. Daarin bevinden zich stenen zuilen met geschriften. Samen vormen ze “’’s werelds grootste boek”.
Het is er erg rustig. Net als bij alle andere tempels in Myanmar moet je hier bij de ingang je schoenen/slippers uitdoen. Het heeft hier aardig naar binnen geregend en de tegelvloer is dan ook glibberig op blote voeten. Een andere hindernis van de tempels hier is dat er vaak meerdere in- en uitgangen zijn (meestal 4, voor de 4 windstreken). Dus je moet goed onthouden waar je je fiets en je slippers hebt achtergelaten.
De combi van verwarrende uitgang & glibberige vloer leidt hier dan ook subiet tot problemen: ik glijd onderuit als ware het over een bananenschil. Gelukkig kom ik op het zachtste deel van mijn lichaam terecht, dus ik kan ongeschonden door.
Er is ook goed nieuws: de zon is inmiddels doorgebroken en ik kan mijn fietstocht droog vervolgen. Volgende stop is de kloostertempel Shwenandaw Kyaung. Deze staat op de Voorlopige Lijst van toekomstig werelderfgoed, dus hij heeft mijn speciale belangstelling. Niet alleen die van mij zo blijkt: hier zie ik voor het eerst vandaag meer buitenlandse toeristen. Je moet er ook entree betalen, het kost 10.000 kyat/7 EUR. Daarvoor krijg je een kaartje waarmee je 5 dagen lang verder gratis alle bezienswaardigheden van Mandalay in mag.
Deze tempel is geheel opgetrokken uit teakhout. Hij hoorde oorspronkelijk bij het koninklijk paleis en was bedoeld als slaapvertrek voor de koning. Nadat die zijn laatste adem had uitgeblazen, werd het gebouw in 1883 aan een boeddhistisch klooster geschonken. Het stond bekend als het Gouden Klooster, omdat het hout volledig was verguld. Nu zie je aan de buitenkant vooral het donkere hout, maar binnen heeft het nog wel deels zijn gouden glans behouden.
In het hout van de deuren en het interieur zijn fijne figuren uitgesneden, echt prachtig. De hele tempel is trouwens een plaatje en hét hoogtepunt van de dag.
Deze 3 tempels lagen vlak bij elkaar, de volgende bestemming is verder fietsen. Ik neem maar eens een willekeurige zijstraat, het zijn eigenlijk allemaal kaarsrechte lanen. Hier lijkt de weg te worden versperd door een aantal van de talrijk in Mandalay aanwezige straathonden. Maar het blijken geiten te zijn! Ze liggen lekker op het warme asfalt.
Centraal in de stad Mandalay light het Koninklijk Paleis Complex. Myanmar heeft al sinds 1885 geen koning meer, en dit paleis is slechts een replica van het 19de eeuwse origineel dat tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan. Het is een enorm terrein, omringd door een brede gracht. Het is waarschijnlijk die vesting die het huidige militaire regime van Myanmar ook wel aanspreekt: een groot deel is militaire zone. Een vriendelijke en voldoende Engels sprekende soldaat is aan de poort gezet om de buitenlandse toeristen van de fiets te laten afstappen.
Het is dan nog een aardig eindje naar het paleis zelf. Aan de omringende straten wonen (militaire?) gezinnen. Dit is wel het meest militaire wat ik tot nu toe in dit land gezien heb, op straat zie je ze nauwelijks. Het paleis zelf blijkt zo spannend als een reconstructie maar kan zijn (niet veel aan dus), maar ik heb nog wel even een toren beklommen om een overzichtsfoto te maken. Onderweg moest ik weer een paar keer met lokale bezoekers op de foto, buitenlanders zijn hier nog steeds een attractie.
Het is inmiddels tijd voor de lunch. Daarvoor fiets ik “even” 180 graden om het paleiscomplex heen. Daar moet een goed Thais restaurant zitten, en inderdaad heb ik het zo gevonden. Het smaakt prima en het uitrusten komt ook niet ongelegen. Het is al goed heet geworden.
Na de lunch doe ik nog één tempel. Dit is meer een “gewone” buurttempel. Hij heet Shwekyimyint Paya, en heeft de oudste historie van de stad (uit 1167). Ook deze bestaat uit meerdere gebouwen. In één paviljoen is een dienst bezig. In andere liggen mensen te slapen, of spelen kinderen. Ook katten en honden zijn hier heel gewone bewoners van de tempels.
Een gedachte over “Van regen naar zon – op de fiets door Mandalay”