Fietsen naar El Ceibo

Voor mijn tweede en laatste volle dag op Ometepe heb ik het plan opgevat om een fiets te huren, en naar de musea van El Ceibo te fietsen. Net als Charco Verde waar ik gisteren was is El Ceibo een boerderij, waar ze wat nevenactiviteiten hebben bedacht om aan het toerisme te verdienen. In dit geval gaat het om een archeologisch museum en een numismatisch museum (met Nicaraguaanse munten en papiergeld). Het is 8 kilometer fietsen, dat moet te doen zijn ondanks de hitte, heuvels en wind hier op het eiland. Een dag fietshuur kost 5 dollar, en om kwart over 8 ga ik op pad.

Die kant op, als de vulkaan uitbarst

Die kant op, als de vulkaan uitbarst

Het voordeel van fietsen is altijd dat de omgeving niet zo snel aan je voorbijtrekt, en dat je kunt stoppen waar je wilt. Al vlak buiten de stad Moyogalpa is er iets opmerkelijks: je rijdt daar over de start- en landingsbaan van het pas aangelegde vliegveld. Al het verkeer kruist deze baan, ik neem aan dat ze het afzetten als er een keer een vliegtuig landt.

Gisteren vanuit de bus had ik ook al de gele waarschuwingsborden gezien voor het geval de actieve vulkaan Concepcion op het eiland uitbarst. Je moet zo snel mogelijk richting strand. Het fietsen gaat gemakkelijk, er zijn wel wat heuveltjes maar over het algemeen is het vlak en lijk ik de wind mee te hebben. Binnen drie kwartier ben ik dan ook al bij de afslag naar El Ceibo. Daar wacht nog zo’n anderhalve kilometer zandpad voordat ik mijn fiets kan stallen op het verder lege parkeerterrein.

Mijn fiets op de parkeerplaats bij het museum

Mijn fiets op de parkeerplaats bij het museum

Hoewel ik niet zo geïnteresseerd ben in oude munten, besluit ik een kaartje te kopen voor beide musea. Het is vrij prijzig voor Nicaraguaanse begrippen: 8 dollar in totaal. De prijzen staan vaak aangegeven in dollars, maar je kunt net zo goed in Nicaraguaanse Cordoba’s betalen. Ook bij de geldautomaten kun je kiezen of je dollars of Cordoba’s wilt pinnen. Als je iets duurs moet betalen zoals een hotel dan zijn dollars handiger, de Cordoba is niet zoveel waard.

Ik krijg een gids mee, en samen gaan we het gebouw van het archeologisch museum binnen. Ik had me er eerlijk gezegd niet veel van voorgesteld – een museumpje bij een boerderij, dat is vast iets kleins. Het blijkt echter een gebouw van twee verdiepingen te zijn, met meerdere tentoonstellingsruimtes. Het is bijna allemaal keramiek, uit vier verschillende periodes variërend van 3000 voor Christus tot de komst van de Spanjaarden in de 16e eeuw. Alle objecten zijn hier op het eiland gevonden, en liggen sinds 2007 bij elkaar in dit museum.

Urnen in de vorm van schoenen

Urnen in de vorm van schoenen

Behalve grote urnen zijn er ook veel kleinere voorwerpen. Het keramiek van latere datum is beschilderd, en komt in de vorm van apen, honden en menselijke figuren. Het kleinste en oudste object in dit archeologisch museum is een speerpunt in de vorm van een visje.

Er tegenover ligt het museum met de munten en de bankbiljetten. Ook dit is professioneel van opzet, en laat feitelijk de geschiedenis van Nicaragua aan de hand van geld zien. We beginnen met het geld van nu, de felkleurige briefjes van polymeer zijn geïntroduceerd tijdens de huidige ambtstermijn van Ortega als president. Ze laten belangrijke gebouwen en voorwerpen zien uit de Nicaraguaanse cultuur. Als je de hele collectie bekijkt, vanaf de tijd van de dictatuur van de Somoza-familie sinds de jaren dertig tot nu toe is er één die constant wordt afgebeeld op een bankbiljet: de Nicaraguaanse dichter Ruben Dario.

Het Sandinistiche hoekje in het monetair museum

Het Sandinistische hoekje in het monetair museum

De andere afgebeelde nationale helden verschillen nogal: dictator Somoza liet zijn zus afbeelden op het toen meest gebruikte biljet (1 cordoba), de Sandinisten gebruikten en gebruiken telkens het geboortehuis van revolutionair leider Augusto César Sandino. Ook zijn er biljetten te zien uit de tijd van de hyperinflatie eind jaren 80, met een briefje van 10 miljoen cordoba als hoogtepunt.

Na een uur heb ik alles gezien wat er te zien valt, en stap ik weer op de fiets terug. Het is inmiddels nog heter geworden natuurlijk. Maar ik heb het idee dat de terugweg iets meer heuvelaf gaat dan de heenweg. Ik stop nog een keer om iets te drinken te kopen bij een winkeltje. Op een bankje kijk ik nog maar eens wat er hier zoal aan verkeer voorbijkomt. Vooral de cowboys met een paar ossen, koeien en paarden die gewoon door de hoofdstraat banjeren zijn het bekijken waard.

Winkeltje onderweg

Winkeltje onderweg

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s